De Dutch Independence Award 2023, vandaag uitgereikt aan de Vrouwen van Iran, is een steun in de rug van het Iraanse verzet, aldus juryleden Herman Nieuwenhuis en Geerten Waling. Juist Nederland, met zijn inspirerende ontstaansgeschiedenis, zou de Iraniërs moeten bijstaan in hun strijd om onafhankelijkheid.
Op 16 september 2022 sneuvelde in Teheran de Koerdisch-Iraanse Mahsa Amini (22) als gevolg van politiegeweld. De zedenpolitie had haar gearresteerd wegens het niet correct dragen van de hoofddoek volgens de sjiitische voorschriften. Haar dood was de lont in het kruitvat: overal in Iran gingen mensen de straat op. Vooral vrouwen leidden het verzet: zij deden openlijk, in filmpjes en op straat, hun hoofddoeken af en gingen de gezagsdragers te lijf met ware doodsverachting.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Ook al is de media-aandacht na bijna een jaar weggezakt, hun strijd tegen de tirannieke overheersers gaat nog altijd door. Het Iraanse volksverzet lijkt sterk op de strijd die aan de basis staat van veel democratische rechtsstaten, waarin burgerrechten en vrijheden zijn verankerd.
Nederland bevocht zijn onafhankelijkheid in een strijd tegen tirannie
Nederlanders weten, of zouden moeten weten, dat de strijd tegen tirannie al in de zestiende eeuw de basis vormde voor de onafhankelijkheid van Nederland (eerst als federale republiek) en voor de bloeiperiode die we de Gouden Eeuw zijn gaan noemen. Maar juist ook voor de – voor die tijd zeker – hoge mate van vrijheid en tolerantie die er in dit deel van de wereld mogelijk was. Dat betekende een relatief grote vrijheid van godsdienst, maar vooral ook een vrijheid van geweten, niet onderworpen te zijn aan religieuze dwingelandij, maar zelf alles te kunnen onderzoeken en het goede te behouden.
De leider van de strijd van toen was Willem van Oranje (1533-1584), een voorstander van godsdienstvrede en tolerantie. Hij liet zich erop voorstaan dat hij de tirannie wilde verdrijven die zijn hart doorwondde, zoals wordt bezongen in het epische propagandalied Wilhelmus, geschreven in de jaren 1570 en tegenwoordig het Nederlandse volkslied.
Oranje was met zijn strijd tegen de religieuze overheersing een van de drijvende krachten, en zeker niet de enige, achter het besluit om de ‘tiran’, de Koning van Spanje die de Nederlanders aan belasting- en religiedwang had onderworpen, te ‘verlaten’. Met hun handtekening onder het Plakkaat van Verlating zetten de vertegenwoordigers van zeven opstandige provincies op 26 juli 1581 een streep in het zand van de wereldgeschiedenis.
Plakkaat van Verlating: streep in het zand van de wereldgeschiedenis
De succesvolle strijd van de Nederlanders tegen tirannie inspireerde de Europese Verlichtingsdenkers van de zeventiende en achttiende eeuw en uiteindelijk ook de Amerikaanse onafhankelijkheid (1776). Daarmee staat het Plakkaat van Verlating aan de basis van de moderne verworvenheden in het tijdperk van de democratische rechtsstaat. Elke 26ste juli herdenkt de stichting Nederlandse Onafhankelijkheid dit historische document uit 1581.
Dat gebeurt sinds 2018 met de jaarlijkse Onafhankelijkheidsrede die wordt uitgesproken door een prominent persoon uit binnen- of buitenland. De rede dient voor reflectie op het wezen van statelijke onafhankelijkheid in de moderne tijd. Vanuit historisch besef en met oog voor de noden van nu. Zoals het inzicht van spreker Herman Van Rompuy (2020), dat ‘meer Europa’ ook voor meer onafhankelijkheid van de lidstaten kan zorgen.
De Dutch Independence Award ging vorig jaar naar Zelensky
Sinds 2022 reikt de stichting op 26 juli ook een prijs uit aan mensen die strijden voor onafhankelijkheid, die dat begrip opnieuw doordenken en die daaraan een moderne, eigentijdse invulling proberen te geven: de Dutch Independence Award. In 2022 was de laureaat de president van Oekraïne, Volodymyr Zelensky, toen al verwikkeld in een strijd op leven en dood voor de onafhankelijkheid van zijn land en tegen de Russische agressie, ja tegen de tirannie in.
De Oekraïners zien de bestaande onafhankelijkheid van hun land – en daarmee hun vrijheid – bedreigd door een vreemde mogendheid. Voor de jury van de Nederlandse Onafhankelijkheidsprijs was het een uitgemaakte zaak dat de strijd tegen de aantasting van de statelijke onafhankelijkheid van Oekraïne en de wijze waarop de leider van dat land aansluiting zocht bij de Europese waardengemeenschap, moesten worden onderscheiden.
Het wezensvreemde, tirannieke regime van de Ayatollahs
Nu zijn er ook landen die niet onmiddellijk in hun statelijke onafhankelijkheid worden bedreigd door ‘vreemde’ mogendheden, maar wel worden overheerst door tirannieke machthebbers die – in de beleving van de bevolking – ‘wezensvreemd’ zijn. En dat kunnen landen zijn waarvan de diplomatieke status en erkenning door andere staten niet ter discussie staan.
Zo’n land is Iran, de 26ste ondertekenaar van het Handvest van de Verenigde Naties en als onafhankelijke staat door Nederland erkend. Een land waar de tirannie inmiddels zo volkomen en dagelijks aanwezig is en de onderdrukking zo intens door het Iraanse volk wordt beleefd, dat voor dat volk het regime van de ayatollahs met een rechtsstaat, maar ook met het gevoel ‘in je eigen land te zijn’, niets meer van doen heeft.
Dit jaar gaat de Award naar de Vrouwen van Iran
Dit jaar heeft de jury besloten om niet één persoon, maar een hele groep de Dutch Independence Award te geven: de vrouwen van Iran. Deze groep zit op dit moment midden in een uphill battle tegen dit tirannieke regime. Een regime waarvoor de bevolking niet heeft gekozen en dat een ruime meerderheid graag zou ‘verlaten’ in een stap naar echte statelijke onafhankelijkheid.
De vrouwen van Iran ondervinden de meeste onderdrukking en zijn het kwetsbaarst voor dit theocratische bewind, maar vormen tegelijkertijd de meest vocale en zichtbare groep in het verzet ertegen. Naast alle schroom en angst hebben zij ook de verplichte hoofddoek van zich afgeworpen en streven zij met bovenmenselijke moed naar de onafhankelijkheid van hun volk.
Zeker Nederland moet Iraans verzet steunen
De Award is een oproep aan westerse regeringen om dit streven naar onafhankelijkheid te steunen. Daarvoor zijn, naast economische sancties en het blijven agenderen van mensenrechten, nieuwe diplomatieke instrumenten nodig die nog moeten worden uitgevonden. Daarbij moet uiteindelijk ook de vraag op tafel liggen of het Westen nog langer regeringen moet erkennen die zo wezensvreemd heersen over hun land.
Het Iraanse verzet, de vrouwen voorop, vraagt en verdient steun. Zeker van Nederland, met zijn eigen, historische en zo inspirerende pad naar onafhankelijkheid.
Dit artikel is een bewerking van het juryrapport, voorgelezen op 26 juli 2023 bij de uitreiking van de Dutch Independence Award 2023 aan twee Iraans-Nederlandse voorvrouwen van het verzet. Herman Nieuwenhuis (64, politicoloog) is adviseur public affairs. Geerten Waling (36, historicus) is EW-redacteur. Beiden zijn bestuurslid van de Stichting Nederlandse Onafhankelijkheid, die de Award uitreikt. De jury bevat naast het bestuur van de stichting ook twee onafhankelijke juryleden: Han ten Broeke en Mathieu Segers (voorzitter).