Nadat president Ebrahim Raisi op 19 mei omkwam bij een helikoptercrash, gaat Iran vrijdag 28 juni naar de stembus om zijn opvolger te kiezen. Maakt het iets uit wie er wint? EW bespreekt het met Iran-kenner Afshin Ellian. ‘Het zijn allemaal hardliners en killers.’
Na de dood van Raisi hadden Iraniërs tot 28 mei om zich kandidaat te stellen voor de presidentsverkiezingen. Tachtig kandidaten meldden zich aan, maar de Raad van Hoeders, met streng-islamitische geleerden, vond er uiteindelijk slechts zes geschikt. Donderdagochtend 27 juni trokken twee van hen zich terug, waardoor er vier overblijven:
- Saeed Jalili (58), een voormalig topdiplomaat die met buitenlandse mogendheden onderhandelde over Irans nucleaire ambities. Is inmiddels tegen onderhandelingen met het Westen over het atoomprogramma van Iran. Was in 2021 ook even presidentskandidaat, maar schaarde zich toen achter de ‘slager van Teheran’ Raisi. Jalili heeft zelf de bijnaam ‘de levende martelaar’, nadat hij in de oorlog met Irak (1980-1988) een been verloor.
- Mohammad Bagher Qalibaf (62), parlementsvoorzitter die eerder generaal was van de Islamitische Revolutionaire Garde (IRGC), het eliteleger van het ayatollah-regime in Teheran. In 1999 sloeg hij universiteitsprotesten hard neer en in 2003 gaf hij als politiechef opdracht het vuur te openen op demonstrerende studenten. Volgens analisten die persbureau AP sprak is hij de favoriet voor de winst.
- Mostafa Pourmohammadi (64), sjiitische geestelijke die minister van respectievelijk Buitenlandse Zaken en Justitie was onder de presidenten Mahmoud Ahmadinejad (2005-2013) en Hassan Rohani (2013-2021). Werd door de Verenigde Staten betiteld als ‘beruchte mensenrechtenschender’ vanwege zijn rol in de executies van duizenden politieke gevangenen in 1988 en zijn betrokkenheid bij moorden op activisten in de jaren negentig.
- Masoud Pezeshkian (69), ex-minister van Gezondheid die heeft gezegd opnieuw met het Westen te willen onderhandelen over het atoomakkoord. Wordt door diverse westerse media gezien als relatief hervormingsgezind, onder meer vanwege zijn standpunt over vrouwenrechten. Volgens het Amerikaanse persbureau AP maakt Pezeshkian alleen kans te winnen bij een hoge opkomst.
Vier presidentskandidaten, dat klinkt alsof er wat te kiezen valt. Maar maakt het voor de koers van de islamitische republiek eigenlijk iets uit wie het wordt? En hoe staat Iran er verder voor? EW bespreekt het met Iran-kenner Afshin Ellian, (Teheran, 1966), sinds 1989 in Nederland, jurist, hoogleraar rechtsfilosofie in Leiden.
EW Er zou met Pezeshkian één ‘gematigde’, hervormingsgezinde kandidaat verkiesbaar zijn. Hij is natuurlijk wel door de radicaal islamitische Raad van Hoeders goedgekeurd. Kun je dan wel echt gematigd zijn?
‘Het is grotendeels onzin dat hij gematigd is. Ik zeg altijd: in het huidige politieke bestel van Iran heb je de keuze tussen malaria en cholera. Malaria is iets “gematigder” dan cholera, maar nog steeds erg. Zo is het ook met Pezeshkian. Hij is helemaal niet gematigd op essentiële beleidsterreinen van de islamitische republiek.
‘Dat zijn bijvoorbeeld de regionale oorlogen die worden gefinancierd en ondersteund door de Revolutionaire Garde, de strijd tegen Israël door Irans handlangers Hamas, Hezbollah en de Houthi’s. En de strenge shariawetgeving die aan de bevolking wordt opgelegd. Dat is allemaal aan de ayatollah, daaraan valt niet te tornen.
‘Kandidaten worden soms gematigd genoemd als ze iets gevoeliger zijn voor maatschappelijke sentimenten. Bijvoorbeeld als ze vrouwen willen toestaan hun hoofddoek iets losser te dragen en meer haar te laten zien. Daar was ook president Rohani, die eveneens als gematigd gold, iets toleranter in. Maar dat maakt hem nog niet gematigd. Hij liet in november 2019 nog honderden mensen doodschieten bij demonstraties tegen de regering.’
EW Over de hoofddoek gesproken. In een video van France24 in Teheran vlak voor de verkiezingen waren diverse vrouwen te zien met hoofddoeken die een groot deel van het haar onbedekt lieten. Gaat Iran daar tegenwoordig losser mee om?
Robbert de Witt: Dansen op de dood van dictatoriale president: Iraanse vrouwen tonen kracht vrijheid
‘Twee, drie dagen voor de verkiezingen zijn ze opeens heel lief. Dan laat het Iraanse regime westerse journalisten toe. Rond die tijd worden vrouwen eventjes goed behandeld en pakken ze niemand in het openbaar op. Je krijgt als journalist het gevoel dat er iets aan het veranderen is. Maar dat is allemaal propaganda: de onderdrukking is nog net zo erg als voorheen.’
EW Zijn er dan helemaal geen verschillen tussen de kandidaten?
‘Op de belangrijkste thema’s nauwelijks. Het zijn allemaal hardliners en killers. Maar de ene is retorisch iets minder een hardliner dan de andere.’
EW Een van de belangrijkste verkiezingsthema’s is de Iraanse economie, die er al jaren slecht voor staat. Kan een nieuwe president daar iets aan verbeteren?
‘Dat zou kunnen, maar dan moet er systematisch iets worden gedaan tegen de wijdverbreide corruptie. Maar wie die wil bestrijden, moet de Revolutionaire Garde bestrijden. De grootste projecten van Iran, export van olie en gas, bouw van bruggen, viaducten en dijken, IT-projecten: bijna de helft van de economie is in handen van de Revolutionaire Garde, die grote delen van de winsten in eigen zak steekt. Alle presidentskandidaten hebben baat gehad bij dat systeem, en gaan daar dus niks aan doen.’
EW En dan zijn er natuurlijk nog de westerse sancties vanwege Irans atoomprogramma.
‘Ja, daardoor heeft Iran eigenlijk alleen China als grote handelspartner. En Rusland, maar daar staat alles in dienst van de oorlog. En dat geldt ook steeds meer voor Iran, waar de ayatollah de samenleving zwaar heeft gemilitariseerd.
‘Omdat één persoon de koers van het hele land bepaalt, verkeren ondernemende Iraniërs continu in onzekerheid. Dat maakt het heel onaantrekkelijk om te investeren. De Iraanse bevolking weet dat een nieuwe president de economie niet gaat redden.’
EW Betekent dat ook dat de opkomst heel laag zal zijn? Bij de parlementsverkiezingen in maart was die 41 procent, de laagste sinds de Islamitische Revolutie van 1979.
‘En dat zijn dan nog officiële cijfers van het regime zelf. Daar kun je gerust nog een paar procent van afhalen. Iran heeft een enorm apparaat aan ambtenaren – nog een reden waarom de economie er zo slecht voor staat – die allemaal worden verplicht te stemmen, net als nabestaanden van zogenoemde “martelaren”, leden van de Revolutionaire Garde en hun families. Zij krijgen allemaal geld van de overheid, wat zeker in gevaar komt als ze het regime niet steunen.
‘Onder de rest van de bevolking is het vertrouwen in de zogenaamde democratie in Iran ontzettend laag. Zij zien hoe slecht het gaat in eigen land en hoeveel geld tegelijkertijd wordt uitgetrokken voor de steun van terreurgroepen als Hamas en Hezbollah, en denken: dit regime is er niet voor ons. En ze hebben gelijk.’
EW Veel Iraniërs gaan dus niet naar de stembus. Gaan ze ook nog de straat op om tegen hun leiders te demonstreren? Dat gebeurde massaal in 2022 en 2023, naar aanleiding van de moraalpolitie die Mahsa Amini doodsloeg omdat ze haar hoofddoek niet goed zou hebben gedragen. Maar daarover hoor je nu weinig meer.
‘Nu zijn er vooral veel economische protesten. Vakbonden en arbeiders die klagen over lage lonen, ondernemers die failliet gaan. Het regime gaat heel voorzichtig om met die demonstraties, want die raken niet aan de kern van de ideologie van de Islamitische Republiek.
‘Dat was wel anders bij de protesten tegen de verplichte hoofddoek. Zulke massale demonstraties als in 2022 en 2023 zijn er de afgelopen 45 jaar nooit geweest. In het hele land werd gedemonstreerd, zelfs in de dorpen. Dat maakte ayatollah Khamenei echt nerveus. Dus heeft hij de bevolking flink de duimschroeven aangedraaid om afwijkende stemmen de kop in te drukken, voordat er protesten kunnen losbarsten.’
EW Dissidenten hebben, kortom, geen schijn van kans, ook deze verkiezingen niet. Op wie hebben de Iraniërs die het ayatollah-regime kwijt willen dan hun hoop gevestigd?
‘Eén man belichaamt de hoop van veel Iraniërs: kroonprins Reza Pahlavi, de zoon van de sjah. Hij woont in Washington en duikt de laatste jaren voortdurend op in de westerse media met felle kritiek op het regime. Pahlavi pleit voor een vrij en seculier Iran, waar kerk en staat gescheiden zijn en dat goede relaties heeft met de Verenigde Staten en Israël.
‘Hij roept op sociale media Iraniërs op de presidentsverkiezingen massaal te boycotten. Dankzij hem werd de Perzische hashtag #verkiezingscircus trending. Pahlavi heeft het in zich de Iraanse oppositie in binnen- en buitenland te verenigen. Waar in Iran je ook komt, zelfs in de afgelegen en verarmde dorpen, iedereen kent hem en velen bewonderen hem stiekem. Maar ja, zijn naam staat niet op het stembiljet.’