Donderdag 4 juli gaat het Verenigd Koninkrijk naar de stembus. Bijna niemand heeft het nog over Brexit, maar twee kleine en geruchtmakende partijen willen het daar juist wel over hebben: de Scottish National Party (SNP) en Reform UK van Nigel Farage.
De Britten wisten de afgelopen jaren niet precies waar ze aan toe waren. Blonde Brexit-macher Boris Johnson had, ondanks – of juist dankzij – al zijn incorrectheid en kwajongensachtige ondeugd de Brexit er eindelijk door gekregen.
Het land was door een chaotische coronacrisis gegaan. De aanvankelijk doodzieke, politiek zwalkende en later feestvierende premier struikelde voortijdig over illegale partijtjes in zijn ambtswoning, volledig in strijd met de coronamaatregelen. Het was niet het eerste schandaal tijdens zijn premierschap, wel het laatste.
Maar daar stopte de achtbaan niet.
Johnsons zwakke opvolger Liz Truss hield het korter uit dan een slablaadje. Tijdens haar zeven weken durende, chaotische premierschap stierf ook nog eens koningin Elizabeth II, een van de weinige bakens van stabiliteit die nog over waren.
Remain-mainstream
In no time was er weer een nieuwe premier, Rishi Sunak. Na alle onrust en schandalen onder de Brexit-premiers wilde hij boven alles rust in de tent. Sunak omringde zich met het deel van het Conservatieve establishment dat liever in de Europese Unie (EU) was gebleven en streefde naar stabiliteit.
Het lijkt niet te hebben gebaat. In de peilingen zakt de partij weg. De afkondiging van verkiezingen op 4 juli heeft die trend niet bepaald gekeerd.
Over de Brexit gaat het maar heel weinig meer. Sunak probeert banden met de EU aan te halen en zo goed mogelijk aangehaakt te blijven bij Europese bondgenoten.
Starmer wil Brexiteers niet kwijt
Labour, onder leiding van Sir Keir Starmer, is de gedoodverfde favoriet voor de verkiezingen. Starmer weigert ook maar de geringste kritiek op de Brexit te leveren.
Onder New Labour-regeringen (tussen 1997 en 2010) voelden veel Labour-stemmers uit de blanke arbeidersklasse zich verweesd en genegeerd. Hun wraak zou zoet zijn. Ze stemden in groten getale voor de Brexit en in 2019 voor Johnsons Conservatieven. Starmer wil hen niet definitief kwijt. Ook radicale socialisten uit de hoek van Starmers voorganger Jeremy Corbyn zijn erg eurosceptisch.
Los daarvan wil ook Labour vooral rust en stabiliteit, zodat kan worden gewerkt aan economische groei. Een nieuw debat over Brexit zou het land maar op stelten zetten.
Langetermijndoel
De Liberal Democrats peilen in zetelaantal (niet in populariteit) op dit moment als tweede grootste partij, na Labour. Hun standpunt is bekend: zij zijn de grootste partij die faliekant tegen de Brexit was. Maar de partij ziet in dat een terugkeer in de EU op korte termijn onrealistisch is. Niet alleen zou de Brexit worden teruggedraaid, ook het eerdere door een referendum ingegeven besluit dat de Britten niet meedoen aan de euro komt onder druk.
Wijselijk noemen de Liberal Democrats hernieuwde toetreding een ‘langetermijndoel’.
Schotten willen graag terug
Ten noorden van Engeland is de bevolking onverminderd kritisch over de Brexit.
De nationalistische Scottish National Party (SNP) heeft inmiddels haar derde Schotse premier geleverd in iets meer dan een jaar en werd geplaagd door schandalen. Toch lijkt de partij een flink aantal zetels in het Britse parlement in Westminster te gaan behouden.
De SNP wil Schotse onafhankelijkheid, maar hoe is niet op alle punten even duidelijk. Zo is onbekend of de partij af wil van het Britse koningshuis. Maar één ding is kristalhelder: de SNP ziet een spoedige terugkeer in de EU als wezenlijk onderdeel van Schotse onafhankelijkheid. De Schotten waren al nooit de grootste fans van de Brexit en de SNP blijft volop kritiek leveren op het Britse afscheid van de EU.
Partijleider en premier John Swinney claimt dat een stem op de SNP een stem op Schotse terugkeer in de EU is. Critici noemen dit voornemen onrealistisch. EU-lidmaatschap verkrijgt een land niet in enkele jaren tijd. Bovendien wil de SNP na onafhankelijkheid het Britse pond blijven gebruiken. EU-lidmaatschap is onmogelijk voor een land dat een munt van een niet-EU-land gebruikt en geen eigen munt heeft.
Tweede referendum
Toch zijn het niet de Schotse sceptici die de Brexit het meest bediscussiëren. Dat is verrassend genoeg Nigel Farage.
Farage heeft decennia gestreden voor de Brexit. Hij was in 2018 bang dat Remainers het debat zouden kapen en aansturen op afblazen van de Brexit. Daarom pleitte deze oer-Brexiteer als laatste ‘redmiddel’ voor een tweede Brexit-referendum. ‘Voor de duur van een generatie’ zou duidelijk moeten zijn dat de Britten echt uit de EU wilden stappen.
In 2019 stemde een grote meerderheid voor Boris Johnson als premier. Het maakte de wens duidelijk dat de Brexit werd uitgevoerd, waarmee het debat over een tweede referendum was beslecht.
Farage wil al volgende exit
Anno 2024 lijkt Farage de enige die echt kritisch over de Brexit wordt bevraagd. Is hij nog steeds zo’n grote Brexit-fan, nu het economisch niet overal goed gaat en de immigratie enkel sneller gestegen is?
De populist laat geen gelegenheid onbenut om erop te hameren dat de Brexit volgens hem principieel goed was. Farage is ontstemd over de snel op elkaar volgende regeringen sinds 2019. Die zouden de kansen die de Brexit bood, hebben verkwanseld. Hij geeft voortdurend felle kritiek op de uitvoering van zijn politieke kindje.
Daarnaast is Farage al druk zijn volgende exit-plan aan het bepleiten: om immigratie echt onder controle te krijgen, moet het Verenigd Koninkrijk volgens hem ook onder de zeggenschap van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens vandaan.
Of hij hierin eveneens zijn zin krijgt, én of hij er weer eerst decennia voor zal moeten pleiten, is afwachten.