Feature

Waarom Macrons Palestijnse gebaar meer zegt over Frankrijk dan over Gaza

Emmanuel Macron presenteert zich als vredestichter in het Midden-Oosten, maar erkenning van een Palestijnse staat lijkt ook ingegeven door belangen in eigen land.

Met enige vertraging lijkt Emmanuel Macrons diplomatieke gok zijn beoogde effect te sorteren: in navolging van Frankrijk maakten ook het Verenigd Koninkrijk, Portugal en Canada bekend de Palestijnse staat in september te erkennen. ‘Macron scoort een zeldzame overwinning,’ schreef de politieke nieuwswebsite Politico.

In eigen land waren de reacties verdeelder. Terwijl links Frankrijk sprak van een ‘morele plicht’, veroordeelde de rechterflank Macrons besluit als een ‘cadeautje’ voor terrorisme.

Jordan Bardella, partijvoorzitter van het radicaal-rechtse Rassemblement National (RN), de partij van Marine Le Pen, betichtte de president er zelfs van om ‘persoonlijke politieke belangen’ zwaarder te laten wegen dan ‘een serieuze zoektocht naar vrede’.

Politieke spanningen rond Palestijnse erkenning in Frankrijk

Politieke beschuldigingen zijn zelden vrij van eigenbelang, maar helemaal ongelijk heeft Bardella niet: erkenning van Palestina heeft ook in Frankrijk aanzienlijke politieke implicaties.

Zo leven in Frankrijk een half miljoen Joden, waarmee het land de grootste Joodse gemeenschap van de Europese Unie heeft. Daarnaast telt Israël 200.000 inwoners met een Frans paspoort, van wie een aanzienlijk deel pas recent – na de aanslag op het satirische weekblad Charlie Hebdo in 2015 – naar de Joodse staat trok.

Deze migratiegolf resulteerde in vrijwel directe betrokkenheid bij de gebeurtenissen in het Midden-Oosten: op 7 oktober 2023 hadden 50 van de ruim 1.200 doden naast de Israëlische ook de Franse nationaliteit, 8 van de 251 gijzelaars die Hamas naar Gaza ontvoerde, waren Franse staatsburgers.

Demografische en religieuze achtergronden van het conflict

Frankrijk heeft daarnaast de grootste moslimgemeenschap van de EU: zo’n 11 procent van de bevolking, wat neerkomt op 7 miljoen burgers. Een groot gedeelte hiervan heeft wortels in Algerije, waar de Palestijnse solidariteit diepverankerd is: in 1988 was Algerije het eerste land dat de staat Palestina erkende.

In Frankrijk geldt Gaza dus zowat als binnenlands thema. En deze dubbele verbondenheid zorgt sinds 7 oktober voor grote spanningen in de Franse samenleving.

Sinds 2022 steeg het aantal antisemitische incidenten met 300 procent. Onder de voorvallen zaten enkele ernstige geweldsdelicten zoals brandstichting bij synagogen, het neersteken van een rabbijn, en de verkrachting van een twaalfjarig Joods meisje.

Vooral in moskeeën signaleren inlichtingendiensten ‘een toename van antizionistische activiteit’.

Tegelijk werden twee moskeebezoekers dit jaar slachtoffer van racistisch ­gemotiveerde moorden. Het besluit van de autoriteiten om initieel niet het antiterrorismeparket in te schakelen, leidde tot grote woede bij de Franse islamitische gemeenschap.

En dat terwijl onderzoeken tonen dat bijna 80 procent van de moslims de Franse staat als ‘islamofoob’ beschouwt.

Macrons eerdere diplomatieke balans rond Gaza

Het maatschappelijk middenveld trok dan ook geregeld aan de bel: voorzichtigheid was geboden om een verdere import van het Gaza-conflict binnen de landsgrenzen te voorkomen.

Lange tijd toonde Macron zich bewust van deze delicate balans. Enerzijds was de president één van de grootste critici van de Israëlische premier Benjamin ­Netanyahu, maar bleef in zijn communiqués de ‘solidariteit met de veiligheid van Israël’ benadrukken.

Invloed van veiligheidsrapporten op Macrons koerswijziging

Vanwaar deze koerswijziging? Allereerst lijkt een onderzoek naar de Moslimbroederschap een rol te spelen. Een langverwachte rapport, dat in mei verscheen, waarschuwt voor een ‘diep­gewortelde frustratie’ in de Franse islamitische gemeenschap als gevolg van Frankrijks opstelling inzake Gaza.

Veel moslims beschouwen deze positie als ‘openlijk pro-Israëlisch’ en deel van een bredere ‘islamofobe staatslogica’, wat haar tot een belangrijke bron van radicalisering en antisemitisme maakt.

‘Om dit narratief tegen te gaan (…) zou erkenning door Frankrijk van een Palestijnse staat (…) bijdragen aan het wegnemen van deze frustraties,’ luidt de aanbeveling van de veiligheidsdiensten.

Electorale belangen en politieke strategie

Maar er spelen ook electorale be­langen. Zo houdt Frankrijk begin 2026 ­gemeenteraadsverkiezingen en wacht premier François Bayrou in oktober de herculestaak om de aangekondigde miljardenbezuiniging door het parlement te loodsen.

Een regeringsval lijkt slechts een kwestie van tijd. In dat geval is het aannemelijk dat Gaza weer prominent op de agenda prijkt. Bij de Europese verkiezingen van 2024 speelde het conflict al een centrale rol: veel campagneposters hingen toen pal naast affiches van gekidnapte Israëliërs of Free Palestine-slogans.

Deze situatie kwam vooral de politieke flanken ten goede. Zo wierp het radicaal-linkse La France insoumise (LFI) zich op als dé stem voor de Palestijnse zaak. Ondanks de explosie aan incidenten, zette LFI-leider Jean-Luc Mélenchon antisemitisme zelfs weg als een ‘marginaal verschijnsel’– volgens critici een weinig verkapt hondenfluitje dat is bedoeld voor zijn Arabische achterban.

Anderzijds greep Marine Le Pen het moment aan om haar profiel te normaliseren. Terwijl haar openlijk antisemitische vader Jean-Marie Le Pen de gaskamers nog ‘een detail uit de ge­schiede­­nis van de Tweede Wereldoorlog’ noemde, riep Marine Le Pen zich uit tot ‘de beschermheer van Joods Frankrijk’.

Tegemoetkoming aan linkse kiezers als strategisch doel

In dat licht biedt erkenning van Palestina voor Macron een welkome tegemoetkoming aan teleurgestelde linkse kiezers. Binnen die vleugel groeit de frustratie over Macrons verrechtsing op thema’s als migratie en veiligheid, terwijl de macronisten afhankelijk blijven van deze groep.

Dat bleek vorig jaar tijdens de parlementsverkiezingen. Het Franse kiesstelsel kent twee stemrondes, waarbij alleen de twee hoogst scorende kandidaten doorgaan naar de tweede ronde.

In juli 2024 werd Le Pens RN in de eerste ronde de grootste, maar verloor de partij uiteindelijk veel duels van de macronisten door strategische stemmen van linkse kiezers.

Liefst 70 procent van de kiezers die in ronde één links stemden, steunde in ronde twee een Macron-kandidaat als die tegenover RN stond. Zonder die steun zou de regeringspartij in veel kiesdistricten geen schijn van kans hebben gehad tegenover de kandidaten van Le Pen.

Macrons diplomatie richting Arabische landen

Ten slotte zou de erkenning van Palestina helpen om de Franse banden met Arabische landen aan te halen. Voor Macron is vooral de voormalige kolonie Algerije interessant: sinds een diplomatiek conflict over de Westelijke Sahara blokkeert Algiers de opname van uitgezette staatsburgers, wat uitgroeit tot een hoofd­­pijndossier voor de Franse regering.

‘Er heerst een sentiment van straffeloosheid onder Algerijnen die zonder verblijfsvergunning in Frankrijk verblijven’, waarschuwde de prefect van het departement Rhône onlangs in dagblad 20 minutes.

‘Zelfs wanneer ze een geldig paspoort hebben en wij een escort meesturen, houdt de Algerijnse grensbewaking hen tegen’. Dit maakt het ‘praktisch onmogelijk’ om overlastgevende Algerijnen het land uit te zetten, klaagde de prefect.

Eerder leidde een moord op een twaalfjarig meisje door een Algerijnse immigrante zonder papieren al tot grote kritiek op de regering. ‘Ik had gehoopt dat de regering zou erkennen: ja, er gaat echt iets grondig mis, met soms ernstige gevolgen. Maar de regering lijkt de emoties totaal niet te begrijpen,’ fulmineerde Marine Le Pen op radiozender Europe 1.

Voorbeeld uit Spanje als diplomatiek precedent

Om de relatie met Algerije te verbeteren, zou Macron met belangstelling kijken naar een eerdere crisis tussen Spanje en Algerije. Daar viel de erkenning van Palestina samen met een onverwacht snelle normalisering van de betrekkingen tussen Madrid en Algiers.

‘Spanje heeft de weg van de rede hervonden en is tot bezinning gekomen door de soevereine beslissing te nemen om ­Palestina officieel te erkennen,’ zei de ­Algerijnse minister voor Handel nadien op tv. ‘Dat zal ongetwijfeld bijdragen aan het versterken van de geest van de Algerijnen, die hun uitwisselingen met dit ­bevriende land zullen intensiveren.’

Een vergelijkbaar resultaat zou in Parijs met genoegen worden onthaald.