De Islamitische Staat (IS) heeft Kobani bijna in handen. Is de voornamelijk op luchtaanvallen gebaseerde strategie van de Amerikaanse president Barack Obama voldoende om de terreurgroep te verdrijven?
Maandagmiddag hesen IS-terroristen hun vlag boven Kobani, de stad die op een steenworp afstand ligt van de Turks-Syrische grens, en penetreerden zij de Koerdische frontlinies. Koerdische troepen wisten de jihadisten uit het oostelijke deel van de stad te verdrijven, nadat het tot een hevige strijd kwam rond middernacht.
IS wint verder aan terrein in de Anbar-provincie in West-Irak en in dorpen rondom Bagdad. Wanneer IS Kobani in handen zou krijgen, zou het territorium van de terreurgroep een reikwijdte hebben van Mosul tot aan Aleppo. Volgens het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten heeft IS een aantal gebouwen aan de zuidelijke kant van Kobani in handen, alsmede een oud ziekenhuis aan de westzijde.
Erdogan
Volgens de Turkse president Recep Tayyip Erdogan zal Kobani snel vallen. Dit zei hij dinsdag bij een bezoek aan een Syrisch vluchtelingenkamp. De president denkt dat luchtaanvallen alleen niet genoeg zijn om het gebied tegen IS te beschermen.
Opmerkelijk, aangezien Turkije zelf nog altijd geen actie onderneemt.
Premier Ahmet Davutoglu zei maandag in een interview met CNN dat Turkije bereid zou zijn om grondtroepen naar Syrië te sturen op voorwaarde dat de grens van Turkije ook in latere stadia beschermd zou blijven: ‘we willen niet dat andere terroristische organisaties daar actief worden’. Daarnaast wil Turkije dat, naast IS, ook het regime van de Syrische president Bashar al-Assad wordt neergehaald.
Wanhoop
Kobani is een van de grootste Koerdische steden in Syrië. Er wonen normaal gesproken ongeveer 2.5 miljoen Koerden. De dreiging van IS in Kobani zorgde eerder al voor een vluchtelingenstroom. Naar schatting zijn er nu nog zo’n 3.000 burgers die gevaar lopen in Kobani. Het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten schat dat er in de afgelopen drie weken minstens 400 doden zijn gevallen in de strijd om Kobani.
In reactie op de situatie in Kobani doet Ban Ki-Moon, secretaris-generaal van de Verenigde Naties (VN), dinsdag een wanhopige oproep aan ‘iedereen die de juiste middelen heeft’ om ‘onmiddellijk actie te ondernemen.’
De internationale coalitie tegen IS voert nu een tweetal weken luchtaanvallen uit bij de Syrische grensstad. Dit gebeurt onder leiding van de Verenigde Staten.
De luchtaanvallen lijken niet veel te doen voor de situatie van de Koerdische troepen en burgers in Kobani. Het primaire doel van de luchtaanvallen is om IS op te breken en uiteindelijk te elimineren.
Terroristen van IS reageren op de aanvallen door zich te verspreiden. Zij vormen zo een minder makkelijk doelwit. De VS voert in Irak al sinds augustus van dit jaar luchtaanvallen uit op IS.
Nederland
Maandagavond drongen ongeveer 250 Koerdische actievoerders de hal van het Tweede Kamergebouw binnen in een poging aandacht te vragen voor de situatie in Kobani. Dinsdag werd ook het Europees Parlement bezet en werd er op verschillende andere plekken in Europa gedemonstreerd door Koerden.
Minister van Buitenlandse Zaken Frans Timmermans (PvdA) schreef dinsdag in reactie op de demonstraties een brief naar de Tweede Kamer.
Hierin schrijft hij dat het kabinet ‘een en ander in coalitieverband’ bespreekt en vervolgens ‘op basis van gezamenlijke analyse eventueel te nemen vervolgactie’ bepaalt. Vooralsnog doet Nederland dus nog niet mee met de bombardementen in Kobani.
Wel bombardeerden de twee Nederlandse F-16’s in Irak dinsdagochtend voor het eerst bewapende IS-voertuigen die het gemunt hadden op Peshmerga. De F-16’s gooiden in totaal drie bommen op de voertuigen, waardoor de voertuigen verwoest werden en ‘mogelijk’ IS-terroristen zijn omgekomen.