Luchtaanvallen hebben nut, opmars IS Kobani gestuit

Door luchtaanvallen van de internationale coalitie tegen IS is de opmars van de terreurbeweging in Kobani gestuit. Toch is de strijd om de Syrische stad nog niet beslist, omdat deze nu vooral in de stad zelf wordt gevoerd.

De Amerikaanse minister van Defensie Chuck Hagel zegt zondag dat luchtaanvallen effect hebben gehad. ‘We doen wat we kunnen met luchtaanvallen om te helpen bij het terugdringen van Islamitische Staat. Er is op dat gebied enige vooruitgang geboekt.’

Artillerie

De Koerdische Defensieraad laat ook weten dat de bombardementen hebben geholpen, maar hoe lang dat nog het geval is, is de vraag. Koerden en IS-terroristen vechten nu vooral in Kobani zelf en IS zou nu tanks en artillerie aanvoeren.

Dat is een tegenvaller voor de Koerden die vechten in de grensstad. Zij kampen met een gebrek aan wapens en munitie. Koerdische leiders vragen Turkije om een veilige doorgang naar Kobani, om wapens te kunnen brengen naar het Koerdische leger.

De Turkse minister Mevlut Cavusoglu noemde zo’n corridor ‘niet realistisch’.

Burgers

Sinds het begin van de poging van IS om Kobani te veroveren, zijn er volgens het Syrian Observatory for Human Rights zeker 550 doden gevallen. Het gaat om ongeveer 300 vechters van IS, 225  militairen van het Koerdische leger en ruim twintig burgers.

De Koerdische strijders in Irak brachten het dit weekend er beter vanaf. Zij worden getraind door Britse militairen, en krijgen daarbij uitleg over de zware machinegeweren die de Britten geven.