Dinsdag zijn in de Verenigde Staten tussentijdse verkiezingen. Waar wordt eigenlijk over gestemd en wat is de huidige stand van zaken?
De Amerikaanse tussentijdse verkiezingen (midterm elections) worden elke vier jaar gehouden, altijd twee jaar na de presidentsverkiezingen. Tijdens de midterms worden de leden van het Amerikaanse Congres gekozen: hieronder vallen het Huis van Afgevaardigden en de Senaat.
Lage opkomst
De tussentijdse verkiezingen worden gekenmerkt door een lagere opkomst en minder media-aandacht dan de presidentsverkiezingen. Bij de tussentijdse verkiezingen ligt de opkomst meestal rond de 40 procent, terwijl dit percentage bij de presidentsverkiezingen op een slordige 60 procent zit. Ook is de oppositie tijdens de tussentijdse verkiezingen vaak in het voordeel.
Een overwinning van de Republikeinen zou president Barack Obama slecht uitkomen. In dat geval zou hij veel van zijn plannen de komende twee jaar waarschijnlijk niet kunnen uitvoeren, omdat de Republikeinen met een meerderheid in het Congres de middelen zouden hebben om hem te dwarsbomen.
Nek-aan-nek
Het zal waarschijnlijk een nek-aan-nekrace worden. De ogen zijn tijdens de verkiezingen vooral gericht op de Senaat. De Republikeinen hebben al een ruime meerderheid in het Huis van Afgevaardigden en hebben maar zes extra zetels nodig om ook de Senaat in handen te krijgen. De Democraten hebben daar nu een nipte meerderheid van slechts vijf zetels.
Obama’s populariteit ligt op een dieptepunt sinds het begin van zijn presidentschap. Analisten van The Washington Post voorspellen dan ook een overwinning voor de Republikeinen.
De BBC meldt dat Obama in de huidige peilingen slechts op 40 procent van de stemmen staat, hoewel de Amerikaanse economie de afgelopen tijd een boost heeft gekregen.
Controversieel
Er spelen dit jaar minder controversiële onderwerpen dan tijdens de tussentijdse verkiezingen van de voorgaande tien jaar. Vier jaar geleden was Obamacare, de uitbreiding van het zorgstelsel, een populair onderwerp en acht jaar geleden was het de Irak-oorlog van voormalig president George W. Bush.
Dit jaar hebben de onderwerpen een wat algemener karakter: ze variëren van de economie en het milieu tot immigratiebeleid en de zorg.