Turken en Britten ruziën over verdwenen schoolmeisjes

'EPA'

De landen Turkije en Groot-Brittannië steggelen over de verdwenen Britse schoolmeisjes Shamima Begum, Kadiza Sultana en Amira Abase. De Turken beschuldigden de Britten ervan hen niet snel genoeg op de hoogte te hebben gesteld van het vertrek van de meisjes naar Turkije.

Dit melden verschillende media, waaronder The Guardian. De drie meisjes Shamima Begum (15), Amira Abase (15) en Kadiza Sultana (16) zijn vermoedelijk naar Syrië vertrokken om zich aan te sluiten bij terreurbeweging Islamitische Staat (IS).

Zij vertrokken naar het Londense vliegveld Gatwick en stapten daar stiekem op het vliegtuig naar Istanbul. Het is niet bekend of ze nu nog in Turkije zijn of dat ze de grens inmiddels hebben overgestoken.

Schuld

De Turkse vicepremier Bulent Arinc zei maandag dat de Britten Ankara pas op vrijdag op de hoogte heeft gesteld, terwijl de meisjes vorige week dinsdag van de radar verdwenen. Mochten de meisjes niet op tijd worden gevonden, dan is dat ‘de schuld van Groot-Brittannië’, aldus Arinc.

Het Britse Scotland Yard meldt echter dinsdagochtend dat het de Turkse ambassade in Londen al op woensdag, een dag na het vertrek van de meisjes, op de hoogte stelde. ‘Sindsdien werken we samen met de Turkse autoriteiten in onze zoektocht naar de meisjes,’ zei een woordvoerder.

Maandag werd bekend dat politieagenten van Scotland Yard naar Turkije waren gestuurd om te helpen de Britse meisjes op te sporen. Hoe dat precies gebeurt, is niet bekend.

Gesteggel

Met de uitspraak van Arinc ontstaat diplomatiek gesteggel tussen de twee landen, die veel moeten samenwerken op het gebied van terreurbestrijding. Groot-Brittannië worstelt, net als veel andere Europese landen, met jihadstrijders die via Turkije naar Syrië reizen om mee te vechten met IS.

Turkije zegt ‘gedetailleerdere en snellere informatie’ van de Westerse inlichtingendiensten nodig te  hebben om mogelijke Syriëgangers te kunnen onderscheppen.

Eerder leverde Turkije ook al kritiek op de grensbewaking van de Europese landen. Het land pleitte toen voor een aanscherping van de paspoortcontrole in Schengenlanden en een geautomatiseerd registratiesysteem waarin de gegevens van elke individuele reiziger worden opgeslagen, om te voorkomen dat jihadisten vanuit Europa via Turkije naar Syrië gaan.