Diederik van Hoogstraten was tot 2002 chef van de redactie buitenland bij Elsevier. Sindsdien is hij correspondent in de Verenigde Staten.
Melinda heeft een bruinverband gezicht, een aarzelende glimlach en een hond. Samen staan ze elke dag, de hele dag, op een kruispunt in Los Angeles. Een kartonnen bord verklaart waarom: ‘Veteraan. Gewond. Niet lui. Please help.’
Krijgt ze 1 dollar of een flesje water vanuit een auto, dan maakt ze een lichte buiging.
Bekende verschijning
Net als de meeste dakloze oorlogsveteranen wil Melinda – uit schaamte, ongemak – haar achternaam niet geven. Maar voor de inwoners van stadsdeel Venice is ze een bekende verschijning. De bewoners zijn gewend aan de mannen en vrouwen met een oorlogsverleden die de straten en stranden bevolken.
Met een zonnig klimaat en een lakse aanpak van drugsverslaafden en alcoholisten kent Los Angeles veruit de meeste dakloze militairen van alle Amerikaanse steden: 4.200. Na hun terugkeer uit Vietnam, Irak of andere oorlogsgebieden zijn ze vaak in een neerwaartse spiraal terechtgekomen. Bedelen op een drukke kruising is soms de enige oplossing.
‘Ik was verpleegster,’ roept Melinda. ‘En ik heb nog steeds plannen voor de toekomst.’
Van de straat
De toename van het aantal zwervende oorlogsveteranen in wijken als Venice en Hollywood is een crisis, vindt burgemeester Eric Garcetti. Zijn belofte: al die oud-soldaten moeten van de straat, nog voor het einde van dit jaar.
Vorige week kreeg Garcetti steun uit Washington. Het ministerie van Veteranenzaken schonk 30 miljoen dollar aan stichtingen die de veteranen in LA moeten helpen.
Een van de organisaties heet New Directions (Nieuwe richtingen). ‘De jihadisten in Irak en Afghanistan waren een overzichtelijke vijand,’ aldus de stichting. ‘Een leven met een oorlogstrauma, zonder dak boven je hoofd, is een nachtmerriescenario.’
Melinda beaamt dat: ‘Het leven was makkelijker in Irak.’
Elsevier nummer 15, 11 april 2015