Gedisciplineerde Duitsers die vol daadkracht roemruchte bouwwerken stipt afleveren? In Berlijn weten ze wel beter.
Terwijl je overal ter wereld het makkelijkst een gesprekje aanknoopt door over het weer te beginnen, scoor je in Berlijn punten met het thema ‘mislukte bouwprojecten’. Het beruchtste voorbeeld is het nieuwe vliegveld, waarvan niemand de openingsdatum durft te noemen. Een treuzelende kassière krijgt van een dame halverwege de rij te horen: ‘Duurt het nog lang? Straks is het vliegveld nog eerder open.’
Buitenlanders mogen graag de Duitse pünktlichkeit bezingen: gedisciplineerde Duitsers die vol daadkracht roemruchte bouwwerken stipt afleveren. Maar in Berlijn weten ze wel beter.
Op 3 juni 2012 moest het gebeuren. De blaaskapel was geregeld, de uitnodigingen aan veertigduizend gasten waren de deur uit en de posters met ‘Welkom op het modernste vliegveld ter wereld’ hingen door de hele stad. Bij de laatste inspectie werd het hele feest afgeblazen.
Er waren talrijke gebreken geconstateerd. Kilometers stroomkabel lagen verkeerd en niemand weet of het brandveiligheidssysteem ooit zal functioneren.
Lege hallen
Berlijners lachen er maar om. Onlangs werd de duizendste dag na de ‘niet-opening’ door een lokale krant gevierd met een bustour voor lezers langs de lege hallen. Aan stamtafels wordt gesuggereerd dat het makkelijker is om Berlijn af te breken en opnieuw op te bouwen naast een bestaand vliegveld.
Het faalvliegveld is de maat der dingen in de Duitse hoofdstad, want er gaat wel meer verkeerd. Bij elke mislukking in de eigen buurt wordt het vliegveld erbij gesleept. Zo vroeg ik me hardop af waarom mijn favoriete parkje – dat ogenschijnlijk slechts een kleine opknapbeurt behoeft – al sinds februari is afgesloten.
Een passerende oudere heer gniffelt om mijn ongeduld. ‘Ja, dat is de Berlijnse pünktlichkeit tegenwoordig.’
Elsevier nummer 27, 4 juli 2015