Terreurbeweging Islamitische Staat (IS) heeft in juni gifgas ingezet bij aanvallen in het noordoosten van Syrië. Het is niet bekend om welk gas het gaat.
Dat meldde de Koerdische militie YPG aan persbureau Reuters. Ook het Syrische Observatorium van de Mensenrechten verdenkt de terroristen van het gebruik van gifgas. Het Witte Huis doet onderzoek naar het gebruik van chemische wapens door IS.
Gasmaskers
IS zou onder meer ‘geïmproviseerde chemische projectielen’ hebben afgevuurd bij de stad Hasaka. De Koerden hebben naar eigen zeggen gasmaskers gestolen van IS-strijders. ‘Dat toont aan dat ze in dit deel van het front zijn voorbereid en uitgerust voor chemische oorlogsvoering,’ aldus de verklaring van de Koerdische militie.
In totaal zouden 12 Koerdische strijders zijn blootgesteld aan een gifgasaanval op 28 juni. Daarnaast zouden de Iraakse peshmerga op 20 en 21 juni ook met gifgas zijn aangevallen.
Brandend gevoel
Volgens een woordvoerder van de Koerden hebben de aanvallen geen levens opgeëist, omdat gewonde strijders snel naar het ziekenhuis konden worden afgevoerd. Ze zouden onder meer last hebben gehad van een brandend gevoel in hun ogen, keel en neus. Ook kregen ze zware hoofdpijn, concentratieproblemen en spierpijn.
Het is niet de eerste keer dat IS beschuldigd wordt van het gebruik van chemische wapens. Eerder dit jaar gebruikte IS vermoedelijk chloorgas tegen de peshmerga bij de Noord-Iraakse stad Mosul. De hoeveelheid chloorgas zou toen niet hoog genoeg zijn geweest om dodelijk te zijn, maar wel om brandwonden en irritaties aan de luchtwegen en ogen te veroorzaken.