Parlementariërs en hun medewerkers, ambtenaren en lobbyisten van de 28 lidstaten van de Europese Unie hebben hun eigen clubs en kroegen.
Op een dinsdagavond treffen tientallen jonge Nederlanders elkaar het Brussels café Merlot. De meesten zijn nieuwkomers in de stad: ‘hoe lang zit jij hier al’ is de populairste openingszin. Geert Wegman (35) is oud-bestuurslid van borrelvereniging Nedcafé, die de bijeenkomst iedere maand organiseert. ‘Ik ontmoet altijd wel iemand die ik lang niet heb gezien’, zegt hij. ‘Deze gezelligheid begrijpen alleen Nederlanders.’
Zoals de politieke macht langs de Europese hoofdsteden loopt, zo loopt ook het informele leven in Brussel langs nationale lijnen. Nederlanders hebben een Brusselse borrelvereniging en een zakelijk netwerk, maar ook een voetbal- een hockey- en een tennisteam.
Gepensioneerden ontmoeten elkaar op de Nederlandse Vereniging in Tervuren even buiten Brussel en bij het Europees Parlement is een Holland House in de maak dat dé hotspot voor Nederlanders in Brussel moet worden.
Clubs en stamcafés
Niet alleen Nederlanders, maar alle in Brussel vertegenwoordigde Europeanen hebben nationale clubs en stamcafés. Vooral lobbyisten, ambtenaren en medewerkers van Europarlementariërs zijn in de clubhuizen te vinden. Zij kunnen van landgenoten vaak iets gedaan krijgen.
‘Er zijn 751 europarlementariërs, maar ik begin altijd te lobbyen bij de 26 Nederlanders’, zegt lobbyist Wytze Russchen. ‘Het is een feest der herkenning en je spreekt dezelfde taal. Ik kijk altijd op organogrammen: zit daar een Nederlander tussen? Dan begin ik daar.’
Lobbykantoren rekenen dan ook op de activiteit van hun medewerkers in het borrelcircuit. ‘Op donderdag komen veel Denen in café the Grapevine’, zegt de Deense lobbyist Jeppe Rasmussen (29).
‘Het is deel van mijn werk om daar een biertje te drinken met diplomaten en politiek medewerkers. Lobbyen is nu eenmaal het gemakkelijkst bij landgenoten. Als ik een Italiaan of een Duitser wil spreken, vraag ik wel een Italiaanse of een Duitse collega om contact te leggen.’
Overeenkomst
Ook in de ambtenarij werkt het zo. ‘Een Nederlander stuurt mij een intern document zo door’, zegt een Nederlandse ambtenaar bij het Europees Parlement. ‘Maar als ik een Italiaan vraag, wil hij eerst toestemming hebben van zijn chef. Met mijn Nederlandse collega’s ga ik ieder jaar een keer uit eten.’
Toch mijden sommige eurocraten de nationale circuits. ‘Veel van dat Nederlandse netwerk bestaat uit lobbyclubs van het bedrijfsleven’, zegt een medewerker van de GroenLinks-fractie in het Europees Parlement.
‘Wij hebben daar niets te brengen of te halen.’
Ook de meeste europarlementariërs zijn niet in het Nederlandse netwerk te vinden. ‘Ik kijk niet neer op dat tennissen en golfen’, zegt Europarlementariër Hans van Baalen (VVD).’Maar ik wil geen onderdeel van die bubbel worden, want het merendeel van mijn kiezers woont in Nederland.’
Bitterballen
Doorgewinterde eurocraten groeien na verloop van tijd eveneens uit nationale kringen. ‘Die mensen zijn geïntegreerd en hebben Nederlanders minder nodig’, zegt lobbyist Russchen. ‘Soms krijgen ze zelfs Belgische vrienden en een afkeer van bitterballen, geschreeuw en André Hazes.’
Pas als de kroegen een voetbalkampioenschap uitzenden, trekken zelfs de meest verbrusselde Nederlanders naar elkaar toe. D66-woordvoerder Anna-Sophia Posthumus: ‘Ik zit nu twee en een half jaar in Brussel. Het Europees kampioenschap was de eerste keer dat ik met allemaal Nederlanders in dezelfde kroeg heb gezeten.’
Veel andere Nederlanders zoeken elkaar regelmatiger op. Niet alleen voor de gezelligheid, maar ook om hun Brusselse netwerk uit te breiden. Een landgenoot op de goede plek kan altijd van pas komen.
Het Luxemburgplein of Plux is het kloppende hart van de eurobubbel. Op donderdagavond komen de biertaps naar buiten en sluit de politie het plein af. Tot laat in de avond laten stagiairs, medewerkers van Europarlementariërs en lobbyisten het bier stromen.
Woensdagavond is de markt op het Kasteleinsplein de plek waar het chiquere segment van de Europese gemeenschap witte wijn drinkt met een borrelhapje erbij.
Rondom het Berlaymontgebouw is ruime keuze aan Ierse pubs en Italiaanse restaurants. In cafés Kitty O Shea’s of The Old Hack kun je voorzitter van de eurogroep Jeroen Dijsselbloem of europarlementariër Nigel Farage tegen het lijf lopen.
De Bulgaren komen de laatste donderdag van de maand samen in Aloft Hotel voor een netwerkborrel. Verder is het twee keer per week volksdansen in een van de gebouwen van de EU: het Comité van de Regio’s. ‘De Bulgaarse gemeenschap is klein en niet best georganiseerd’, zegt persagent Ekaterina Doncheva.
In de Cypriotische taveerne Ambelis kost het dagmenu 13 euro. ‘Ik ga er door de week lunchen en dineer er ook wel eens’, zegt ambtenaar voor de Europese Commissie Giorgos Rossides (36). De Cyprioten gaan graag om met de Grieken, die qua taal en cultuur verwant zijn.
Op donderdag vind je in the Grapevine veel Denen: stagiairs en medewerkers van europarlementariërs. ‘Ik zou er niet snel over werk praten, maar het is ideaal om Denen te leren kennen’, zegt lobbyist Jeppe Rasmussen (29). In the Grapevine loopt ook allerlei ander volk rond. Denen zijn onder elkaar bij evenementen van studentenvereniging DJØF en in de Deense kerk.
Om de hoek van de Europese Commissie zit het Duitse gasthuis Maxburg. De bediening spreekt Duits en de mannen aan de toog ook. Van de tap is Früh Kölsch, Bitburger en Alpirsbacher Pils verkrijgbaar. Lobbyist Fabian Ladda: ‘Bij voetbal of carnaval ontmoeten Duitsers elkaar in Maxburg. Omdat daar nu eenmaal Duits bier is.’
Ambassadeur Gert Antsu: ‘Er is geen bijzondere plek waar Esten elkaar ontmoeten. De 2.000 tot 3.000 Esten komen niet regelmatig samen.’ Journalist Mait Ots: ‘Vroeger kwamen wij Esten nog wel eens bij elkaar, maar we zijn enorm gefragmenteerd.’ Er zijn wel Estse zing- dans- en voetbalclubs.
Brussel kende ooit een Finse kroeg, maar die is ter ziele gegaan. ‘Op alleen het wereldkampioenschap ijshockey konden ze niet teren’, zegt fotograaf Juha Roininen. De meeste Finnen komen wel eens in de Finse Zeemanskerk. Die heeft eten, een bibliotheek en een sauna (9 euro voor twee uur). Verder zendt Confusion in Etterbeek Fins voetbal, ijshockey en verkiezingsavonden uit. Vrijwilliger Anni Kenppainen (21): ‘Op dinsdag is het het drukst. Dan verkopen we lunch: soep, koffie en brood voor 7,90.’
De Fransen zijn met veel in Brussel en mengen zich zonder veel moeite onder de locals. ‘Als je in Afrika zit, kan ik me voorstellen dat je elkaar opzoekt’, zegt de Franse EU-ambtenaar Caroline Mouly (44). ‘Maar hier zijn de taal, cultuur en keuken net als thuis.’ De woensdagmarkt op het Kasteleinsplein is een goede gelegenheid om Fransen te treffen.
De Griekse eurocraten klitten graag samen, bijvoorbeeld op het Jourdanplein. Daar kunnen ze voor een Griekse koude koffie terecht bij restaurants Kosmos en New Europe. Bankier Efthymis Papaefthymiou (33): ‘We gaan met allerlei mensen om hier in Brussel, maar de grote meerderheid is Grieks.’
Andere populaire locaties zijn nachtclub Ethnic, The Bar en het door de Michelingids aanbevolen restaurant Strofilia.
Restaurant New Europe (zakenlunch voor 20 euro) geeft sinds 1993 een krant uit en huisvest een tv-studio.
‘De Hongaren in Brussel zijn politiek verdeeld’, zegt een Hongaarse ambtenaar. ‘Je hebt de aanhangers van premier Viktor Orban, en je hebt de rest.’ Je komt Hongaren tegen in het Hongaarse Huis in Elsene en bij de wekelijkse kerkdiensten in het Hongaars.
‘Hier vind je de beste Guiness van de stad’, zegt een Ierse lobbyist. The Old Hack zit vlak naast de Europese Commissie, in een wijk met Ierse kroegen en Italiaanse restaurants. Eurocommissarissen weten het café te vinden, net als UKIP-voorman Nigel Farage.
Boekhandel annex café-restaurant La Piola Libri is onder Italianen favoriet om na een dag werken een wijntje te drinken. De prijzen (vanaf 4 euro per glas) zijn inclusief aperitivo: olijven, linzen, kaas, pasta, aubergine. Voor koffie tijdens de lunchpauze is Caffe Italiano een bekend adres.
EU-nieuwkomer Kroatië heeft geen informeel clubhuis. Lobbyist Hrvoje Butigan (30): ‘We hebben wel een zakennetwerk, kerk en een voetbalteam. Netwerken is Brussel. Tijdens formele en informele bijeenkomsten hoor je wat anderen zien en horen. In het weekend gaan we naar restaurants als Folklor, New Blue en Vinograd.’
Ivana Vareskic (28), assistent van parlementariër Suica: ‘De Kroaten voelen als een familie. Toen ik hier een maand was, voelde ik me al onderdeel van die familie.’
De tweede dinsdag van de maand komen de Letten samen in Fat Boy’s op het Luxemburgplein. De voertaal is Lets, maar het is niet moeilijk een gesprekspartner te vinden die Engels spreekt.
De eerste zaterdag van de maand spreken de Litouwers af in de Sint Gorikshallen. ‘Als ik kan ga ik altijd’, zegt woordvoerder Jurgis Gursis. ‘Je ontmoet eurocraten, maar ook mensen met andere beroepen. Als je in een multiculturele omgeving werkt, is het fijn af en toe met landgenoten een biertje te drinken.’
Luxemburgers hebben geen plek om samen te komen. ‘Er zitten hier niet veel Luxemburgers’, zegt Thierry Zeien (27), assistent bij de Luxemburgse liberalen. ‘Wij hebben hier geen gemeenschap. Er zitten vooral studenten. Ik spreek wel af met vrienden, maar er is geen groep, club of café.’
Er wonen een paar honderd Maltezers in Brussel. ‘Maar er is geen plek waar we elkaar treffen’, zegt politiek assistent Matthew Tabone. Het dichtstbijzijnde Maltese restaurant zit in Gent, zegt een bestuurslid van de Maltese club in België.
Na het faillissement van het Nederlandse stamcafé Depot vlakbij de Beurs heeft borrelvereniging Nedcafé als nieuwe locatie voor de derde dinsdag van de maand café Merlo gestrikt. De zakelijke tegenhanger is het Dutch Network Brussels, dat op verschillende plaatsen netwerkborrels organiseert.
In de pijplijn zit een Holland House vlakbij het Europees Parlement (zie artikel Carla Joosten).
Gepensioneerden ontmoeten elkaar in Tervuren (zie artikel Jelte Wiersma).
Om de hoek bij het Luxemburgplein zit de Poolse bar annex dönerzaak Fleur de l’Europe, beter bekend als Zywiec, naar het geserveerde bier. Op het menu staan Poolse specialiteiten als golabki, bigos, kielbara, schabowy, golonka, zurek en pisrogi. Maar de zaak verkoopt ook dürüm döner voor 4 euro 50. ‘Ik neem er mijn gasten bijna altijd mee naartoe’, zegt een Poolse lobbyist.
Met dank aan een grote groep arbeidsmigranten zijn de wijken St Gillis en Flagey vergeven van de Portugese horeca. Eurocraten komen voor lunch of een drankje graag bij bakkerij Garcia (aanrader: pastel de nata) of café Portugal (dagmenu 14 euro). Lobbyist Duarte Mira (38): ‘Ik kom zeker tweemaal per week in een Portugees restaurant.’
De laatste donderdag van de maand komen de Roemenen samen in The Old Oak, een van de vele Ierse pubs rondom de Europese Commissie.
Er was tot een paar jaar geleden een Sloveens restaurant. Nu organiseert de Sloveense gemeenschap af en toe een feest, samen met de Kroaten of op het Jourdanplein.
Slowaken houden van Tsjechisch en Duits bier, zegt een diplomaat. ‘Daarom komen we graag in het Duitse Maxburg. Daar hebben ze Pilsner Urquell.’ Verder komen de Slowaken samen in de kerk en bij ijshockeywedstrijden.
Niet ver van de Europese Commissie zit restaurant Casa Miguel. Aan de muur hangt een foto van Johan Cruijff. EU-ambtenaar Javier Bonilla (47) is vaste klant. ‘Ik eet hier dingen die ik mis. Vandaag pak ik het dagmenu voor 16 euro: Salmorejo en kip met knoflook.’ Spanjaarden komen ook bij buurman Aragon en Centro Cabraliego in de Hoogstraat. Rogelio Sangrador (50) uit Alicante: ‘Ik wil Spaans eten, niet alleen die sandwiches overal. Ik wil verschillende pannen, vlees en aardappelen.’
Quartier Leopold op het Luxemburgplein heeft Tsjechisch bier van de tap. ‘Dat is een groot pluspunt’, zegt een diplomaat. Tsjechen in Brussel hebben verder geen plek waar ze regelmatig samenkomen.
De Ierse pubs rond metrostation Schuman doen het goed bij de Britten in Brussel. ‘Daar is Sky Sports en je kunt een pint Guiness of bitter pakken’, zegt Christopher Terry (38), medewerker van een Conservatieve parlementariër. ‘Het gaat in die cafés over werk en sport, of eerder over sport en werk.’
‘We hebben wel een winkel waar we knäckebröd, Zweedse boter en tijdschriften kopen, maar geen café of restaurant’, zegt de sociaaldemocratische woordvoerder Lars Hagberg. Wel spreken de Zweden af via Facebookgroep ‘Zweden in Brussel’.