Mike Eman, premier van Aruba, sprak op 30 juli de Veiligheidsraad van de Verenigde Naties toe. Het was voor het eerst dat een niet-Haagse premier dat deed namens het hele Koninkrijk der Nederlanden.
De verstandhouding tussen Mike Eman en de Nederlandse regering is ingewikkeld. Vorig jaar juli ging de Arubaanse premier nog een week in hongerstaking uit protest tegen de Nederlandse regering.
Minister Ronald Plasterk (PvdA) van Koninkrijksrelaties had de Nederlandse gouverneur opgedragen de eilandbegroting van Eman af te keuren. Aruba zou te laks zijn met het terugdringen van de staatsschuld. Eman zei zich niet te laten ‘verkrachten’ en bivakkeerde een week in een tent tegenover het kantoor van de gouverneur. Eenmaal gerustgesteld, beëindigde hij zijn actie.
‘Lastig’
De zaken staan er inmiddels anders voor. In mei werd bekend dat Aruba meedoet aan de Nederlandse lobby voor een niet-permanente zetel in de Veiligheidsraad. Er is een zetel vacant voor 2017-2018. Nederland is, naast Italië en Zweden, kandidaat. Eman belooft minister Bert Koenders (PvdA) van Buitenlandse Zaken dat hij zich zal inzetten om bij landen in de regio stemmen te winnen.
Eman sprak in de Veiligheidsraad over de economische ontwikkeling van kleine eilanden. Vorig jaar september vertegenwoordigde hij het Koninkrijk ook al eens tijdens een VN-conferentie. Zijn debuut in de Veiligheidsraad is van een andere orde.
De verkiezingen voor de zetel in de Veiligheidsraad worden in oktober 2016 gehouden. De stemmen uit het Caribisch gebied zouden weleens doorslaggevend kunnen zijn. Een goede verstandhouding met de ‘lastige’ Eman is dus van strategisch belang.
Elsevier nummer 33, 15 augustus 2015