Bezorgde EU-ministers willen dat Rusland geweld in Syrië staakt

'EPA'

De Russische luchtaanvallen in Syrië hebben tot grote bezorgdheid geleid bij de ministers van Buitenlandse Zaken van de lidstaten van de Europese Unie (EU). Zij willen dat Rusland onmiddellijk stopt met de bombardementen.

Dat is de belangrijkste boodschap van de ministers na een bijeenkomst in Luxemburg maandag. Rusland voert vanaf het begin van deze maand militaire acties uit in Syrië.

Bij een bombardement bij het Syrische dorp al-Yamdiyyah, dat vlakbij de grens met Turkije ligt, werd het Turkse luchtruim geschonden door een Russisch gevechtsvliegtuig.

De schending maakt de houding van de EU-ministers ten opzichte van de militaire intenties er niet beter op. De bewindslieden eisen dat het luchtruim in Turkije voortaan vrij blijft van Russische gevechtsvliegtuigen.

Politieke oplossing

Er wordt gevreesd dat de oplossing voor het conflict verder uit zicht raakt door het geweld. Ook zou het geweld de radicalisering versterken, vinden de ministers. Rusland zou zich daarom moeten richten op een politieke oplossing en het geweld staken.

Binnen die politieke oplossing zien zij geen rol voor de Syrische president Bashar al-Assad. Het bereiken van duurzame vrede wordt onder zijn bewind als onmogelijk geacht. Rusland is de belangrijkste militaire partner van Assad.

Gecoördineerde acties

Syrië en Rusland zijn vorige week donderdag begonnen met gecoördineerde aanvallen. Volgens generaal Ali Abdullah Ayyoub worden de acties uitgevoerd om ‘de gebieden en steden die onder terrorisme lijden te bevrijden‘. Syrische grondtroepen worden bij de acties gesteund door de Russische luchtmacht.

Of de gecoördineerde aanvallen gericht zijn op doelwitten van Islamitische Staat (IS), is nog onduidelijk. Vanaf het moment dat de Russische militairen zich in Syrië hebben gemeld, zijn er grote vraagtekens over de intenties van Rusland.

Onder meer de NAVO heeft al een aantal keer gespeculeerd dat de terroristen van IS buiten schot blijven en de bombardementen vooral op het Vrije Syrische leger – wat tegen het leger van Assad vecht – zijn gericht.