Kosovo en de Europese Unie hebben dinsdag een associatieverdrag ondertekend. Het verdrag vormt de basis voor nauwere politieke en economische samenwerking tussen het jonge Balkanland en de EU.
De Kosovaarse minister van Europese Integratie Bekim Collaku noemt het verdrag tegenover persbureau AP ‘een mijlpaal.’ ‘We willen deel uitmaken van de Europese familie. Niet alleen maar om de economische integratie te versnellen, ook omdat we de waarden van de EU onderschrijven.’
Volgens EU-buitenlandchef Federica Mogherini betekent het verdrag dat de relatie tussen Kosovo en de EU een nieuwe fase ingaat. ‘Het is een belangrijke stap voor meer stabiliteit en welvaart in Kosovo en in de regio.’
Arm land
Kosovo, sinds 2007 een natie, is een van de armste landen van Europa. Volgens de Wereldbank ligt het gemiddelde jaarinkomen van een Kosovaar rond de 3.000 euro. Slechts 30 procent van de beroepsbevolking heeft een baan. Bovendien zijn veel hoogopgeleide Kosovaren de armoede ontvlucht en wonen zij nu in landen als Duitsland en Zwitserland.
Het land is momenteel zwaar afhankelijk van Europese hulp. Voor de periode 2007-2020 heeft de EU 1.3 miljard euro aan steun toegezegd, meldt AP. De EU hoopt dat het associatieverdrag Kosovo aantrekkelijker maakt voor buitenlandse investeerders.
EU-lidmaatschap
Het associatieverdrag wordt gezien als een belangrijke stap in de richting van een EU-lidmaatschap. Toch zijn veel landen geen voorstander van het idee dat het kleine Kosovo, dat minder dan twee miljoen inwoners heeft, zich binnen korte termijn bij de Europese Unie aansluit.
Zo zijn de relaties met Servië, het land waar Kosovo zich uiteindelijk in 2007 met geweld van ontworstelde, nog zeer fragiel. Ook zijn er binnen de EU vijf landen (Spanje, Slowakije, Griekenland, Roemenië en Cyprus) die de onafhankelijkheid van Kosovo nog niet hebben erkend.