De Turkse politie heeft dinsdag opnieuw tientallen mensen gearresteerd, onder wie politieagenten en ambtenaren. Ze worden ervan verdacht banden te onderhouden met de islamitische geleerde Fethullah Gülen, de aartsvijand van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan.
In de stad Izmir werden zeker 57 mensen gearresteerd, die ervan verdacht worden in 2012 het leger te hebben willen ‘zuiveren’ door een spionageproces in werking te stellen, meldt persbureau Reuters. De arrestanten worden allen gelinkt aan Gülen, die als hoofdverdachte in de zaak geldt.
Zuivering
Bij de spionagezaak in 2012 stonden 357 mensen voor de rechter, onder wie soldaten. Zij werden ervan beschuldigd geheime militaire informatie in bezit te hebben. De verdachten zijn inmiddels vrijgelaten, maar de zaak loopt nog steeds. De openbare aanklager in Izmir verklaarde dinsdag dat er ‘serieuze aanwijzingen’ zijn dat de 57 mensen die zijn gearresteerd de zaak uit 2012 willen gebruiken om een ‘zuivering in de bureaucratie van de staat en het leger’ door te voeren.
Erdogan heeft eerder geprobeerd de macht van het leger te temperen, en werd toentertijd geholpen door Gülen, die veel invloed had binnen de rechterlijke macht. De twee mannen liggen echter al een paar jaar met elkaar overhoop. Sympathisanten van de geleerde binnen de politie en het Openbaar Ministerie startten in 2013 namelijk een corruptieonderzoek naar Erdogan en zijn vertrouwelingen.
Gülen woont al sinds 1999 in ballingschap in de Verenigde Staten. In Turkije staan arrestatiebevelen uit naar de islamitische geleerde. Hij wordt ervan verdacht de regering van Erdogan omver te willen werpen.
Selfie
Daarnaast werd dinsdag in Istanbul ook het laatste nummer van het blad Nokta in beslag genomen door de politie, meldt Hurriyet. Op de cover van het blad staat een afbeelding van Erdogan, met de tekst ‘2 november, maandag: Het begin van de Turkse burgeroorlog’. Het blad wordt beschuldigd van opruiing en het aanzetten tot misdaad. Hoofdredacteur Cevheri Güven en chef Murat Capan zijn vastgezet.
Het blad kwam al eerder in aanraking met justitie. In september was er een politie-inval bij de redactie van Nokta, wederom door een cover met een afbeelding van de Turkse president, ditmaal een selfie nemend naast de doodskist van een soldaat. In dit geval werd het blad beschuldigd van het vervaardigen van ‘terreurpropaganda’, een kwalificatie die de regering doorgaans geeft aan journalistiek materiaal dat Erdogan bekritiseert.
Vorige week voerde de politie in aanloop naar de parlementsverkiezingen nog een inval uit bij het mediaconcern Koza Ipek Holding in Istanbul. Onder het bedrijf vallen verschillende regeringskritische media. Ook hierbij spelen verdenkingen van banden met Gülen een rol. De media kwamen onder toezicht te staan.
Twee dagen geleden behaalde de AK-partij van Erdogan een absolute meerderheid tijdens de Turkse parlementsverkiezingen, waardoor de partij nu alleen mag regeren. Oppositiepartijen vrezen een toename van het autoritaire gedrag van de Turkse president.