De NAVO vindt dat Turkije zijn hoofd koel moet houden na het neerschieten van het Russische gevechtsvliegtuig dinsdagochtend bij de grens met Syrië. De Turkse president Recep Tayyip Erdogan reageert defensief op het incident.
Na het incident kwamen de 28 NAVO-ambassadeurs in een spoedberaad bijeen in Brussel op verzoek van Turkije. ‘We zullen dit soort misdaden niet tolereren,’ waarschuwde de Russische president Vladimir Poetin eerder op de dag, meldt persbureau Reuters. De Russen zijn furieus over het incident.
Luchtruim
Het Russische SU-24-gevechtsvliegtuig werd dinsdagochtend neergehaald door een Turkse F-16. Hierop volgden beschuldigingen over en weer tussen de twee landen. Erdogan beschuldigt Poetin van het schenden van het Turkse luchtruim.
De Russen ontkennen deze aantijging en noemen de actie van de Turken op hun beurt een ‘dolksteek in de rug’.
De NAVO belooft solidariteit aan Turkije, maar secretaris-generaal Jens Stoltenberg wil wel dat Turkije met de Russen in conclaaf gaat over het incident. De NAVO concludeert verder op basis van ‘informatie’ dat het Russische vliegtuig wel degelijk het Turkse luchtruim had gepenetreerd, alvorens te worden neergehaald.
Gezamenlijk doel
Stoltenberg meldt dat de NAVO zelf nog geen contact gehad heeft met het Kremlin over dit incident. Hij roept de betrokken partijen op zich te blijven focussen op het uiteindelijke gezamenlijke doel, namelijk het uitroeien van terreurbeweging Islamitische Staat (IS).
Ook de Amerikaanse president Barack Obama riep hiertoe op, na een gezamenlijke persconferentie met de Franse president François Hollande. Obama zegt een samenwerking met het Russische leger in de strijd tegen IS te verwelkomen.