De Turken hebben de stevige kritiek van de Europese Unie (EU) op het eigen beleid naar de prullenbak verwezen. Ankara spreekt van ‘oneerlijke’ opmerkingen.
Het commentaar van ‘Brussel’ weerspiegelt op geen enkele manier de hervormingen die Turkije al heeft doorgevoerd, zegt het Turkse ministerie van Europese Zaken in een geschreven verklaring, schrijft Hurriyet.
Feiten
De EU zou zich moeten houden aan de feiten. De vrijheid van meningsuiting is allang versterkt, en het rechtssysteem is ‘onafhankelijk’ en ‘niet vooringenomen’, aldus het ministerie.
De Commissie twijfelt aan de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht in Turkije. De campagne van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan tegen zijn aartsrivaal Fethullah Gülen wordt daarbij als voorbeeld genoemd.
De Turkse president beschuldigt Gülen ervan een ‘parallelle staat’ te runnen. Hij zou erop uit zijn een staatsgreep te plegen. Vorige week nog werden 57 mensen gearresteerd, onder wie politieagenten en ambtenaren, die ervan verdacht worden banden te onderhouden met Gülen.
Ambities
Ankara gaat ook in op de zorgen van de EU over de politieke ambities van Erdogan. Die zou, nadat zijn AK-partij de parlementsverkiezingen won en een absolute meerderheid behaalde, meer macht naar zich toe willen trekken en daartoe de grondwet veranderen. Hij wil Turkije veranderen in een presidentieel systeem, vergelijkbaar met Frankrijk en de Verenigde Staten. Maar zijn critici zijn vooral bang dat deze veranderingen neerkomen op een dictatuur.
Premier Ahmet Davotuglu zegt volgens Hurriyet dat een wijziging van het huidige parlementaire systeem ‘geen prioriteit’ heeft voor zijn nieuwe regering. Een uitgebreid hervormingsproces staat hoger op de agenda, zegt Davotuglu vandaag. Want volgens hem beantwoordt dit meer aan de wensen van de Turkse bevolking.’ Davutoglu erkende wel dat zijn land meer moet doen om een betere democratie te worden.
Intimidatie
De belangrijkste kritiekpunten van de EU gaan over de mensenrechtensituatie in Turkije. Ook de persvrijheid heeft het volgens de Europese Commissie zwaar te verduren. Het rapport spreekt van een ‘algehele negatieve trend’.
Er wordt in het verslag gesproken van ‘structurele en nieuwe strafzaken tegen journalisten, schrijvers en gebruikers van sociale media, de intimidatie van mediabedrijven en acties van de regering tegen de vrijheid van de media’.
Ook de veiligheid in Turkije gaat – na twee bloedige aanslagen en de opgeschroefde campagne tegen de PKK – ‘ernstig achteruit’.