De Amerikanen verzochten Turkije onlangs om de bijdrage aan de luchtaanvallen tegen Islamitische Staat (IS) op te schroeven. Dat verzoek wordt echter even in de koelkast gezet.
De reden hiervoor is het feit dat de Turken vorige week het Russische SU-24 gevechtsvliegtuig uit de lucht schoten, meldt persbureau Reuters. De Amerikanen zouden het eerdere verzoek aan Turkije onder de radar willen houden.
Sussen
Hiermee zou Amerika de ontstane spanning tussen mede-NAVO-land Turkije en Rusland enigszins willen sussen. Turkije heeft sinds het incident dan ook geen luchtaanvallen meer op IS uitgevoerd.
De Amerikanen willen dat Turkije vooral op de grens met Syrië actiever wordt: eventuele toevoerroutes die daar liggen voor IS moeten worden geblokkeerd en afgesneden. Het gaat om een grensgebied van 98 kilometer waar IS strijders en goederen de grens over zou smokkelen.
Daarnaast zou Washington willen dat Turkije meer bommen laat vallen op IS, al steunen de Verenigde Staten de Turken ook in hun campagne tegen de Koerdische PKK. Deze groep wordt door beide landen als terreurbeweging gezien.
Goede stappen
De Amerikaanse minister van Defensie Ash Carter zei eerder deze week dat de meeste luchtaanvallen van Turkije zich op de PKK richten, in plaats van IS. Volgens de Amerikanen zou Turkije echter ook goede stappen aan het zetten zijn om de grens met Syrië beter af te sluiten voor IS-smokkel.
De Amerikanen hopen dat het conflict tussen Turkije en Rusland snel bedaart, zodat Turkije een prominentere rol in de internationale coalitie kan innemen, volgens de diplomatieke bronnen. De ‘algemene kwaliteit’ van de luchtaanvallen zou echter niet zijn aangetast door het conflict tussen Turkije en Rusland.