Dutch-Americans die geschiedenis schreven: Thomas A. Parker

''

Tien portretten over Nederlanders en hun afstammelingen die een belangrijke bijdrage leverden aan de ontwikkeling van de Verenigde Staten. Deel 6: Thomas A. Parker, de hebzuchtige manager van Elvis Presley.

Decennialang hield ‘Colonel’ Thomas Andrew Parker (1909-1997) verborgen dat hij was geboren in Breda. Eigenlijk heette hij Andreas Cornelis – Dries – van Kuijk.

In 1929 vertrok hij voorgoed naar Amerika. Zonder papieren of paspoort begon hij daar een nieuw leven. Hij verdiende zijn geld eerst in het Amerikaanse leger, toen in de kermiswereld en daarna als manager in de muziekwereld.

Elvis

Na zijn ontdekking in 1955 van de jonge Elvis Presley zette Parker zich als een bulldozer in om Presley tot het topproduct van de Amerikaanse amusementsindustrie te maken: op de plaat, in de film en op het podium. Alles wist ‘de kolonel’ commercieel uit te buiten, ook zijn enige cliënt, Elvis.

De gokverslaafde Parker liet Presley steeds vaker in Las Vegas optreden. Ook legde hij contractueel vast dat hij een steeds groter deel van de inkomsten kreeg.

Juridisch steekspel

Al vanaf zijn militaire diensttijd had Presley drugs gebruikt. Deze verslaving nam met de jaren toe, tot hij er in 1977 aan bezweek.

Parker bleef Presley ook na zijn dood commercieel exploiteren, totdat hij na een lang juridisch steekspel met de weduwe van Presley op een zijspoor werd gezet. Tot aan zijn dood in 1997 bleef Parker zijn geld vergokken.