Onbegrip bij EU over Hongaars migratiereferendum

De Europese Commissie heeft met onbegrip gereageerd op de plannen van de Hongaarse premier Viktor Orbán. Hij wil een referendum houden over het migrantenquotum dat de EU aan Hongarije heeft opgelegd. De Europese Commissie zegt ‘niet te begrijpen’ hoe dat past bij een Europese aanpak van het migratievraagstuk.

Orbán toont hevig verzet tegen het migrantenquotum, omdat hij het onterecht vindt dat Brussel hem verplicht asielzoekers op te nemen. De premier wil door middel van een referendum weten of zijn burgers dezelfde mening zijn toegediend. Hij vindt het vreemd dat tot dusver nog niemand in de Unie is gevraagd naar hun mening over ‘gedwongen migratie’.

Volgens de verdeelsleutel van de EU moet Hongarije 1.300 asielzoekers opnemen. Het plan om de migranten die in Griekenland en Italië verblijven, te verdelen over de lidstaten van de EU, komt nog altijd moeizaam van de grond. In september bereikte de EU een akkoord over het plan, maar inmiddels zijn er nog nauwelijks migranten verdeeld.

Verzet

Hongarije, Slowakije, Polen en Tsjechië toonden destijds al verzet tegen de verdeelsleutel, maar de Unie bereikte alsnog een akkoord, waardoor ieder land een verplicht aantal migranten moest opnemen. Vijf maanden later is de weerstand van de zogeheten Visegrad-landen tegen het Brusselse migratiebeleid alleen maar gegroeid.

De Oost-Europese landen willen de Balkanroute afsluiten voor asielzoekers, net als Oostenrijk. Woensdag kwamen de afgevaardigden bijeen in Wenen om de plannen daarvoor te bespreken. De conferentie kwam op een slecht moment voor de EU.

‘De EU zit in een van de gevaarlijkste periodes uit haar geschiedenis,’ zei president Donald Tusk. Hij vindt dat de lidstaten moeten investeren om Schengen in stand te houden. Het voorstel van Oostenrijk om de Balkanroute hermetisch af te sluiten, heeft de druk op het Schengenverdrag alleen maar vergroot. De aanpak van de migratiecrisis is urgenter dan ooit voor de Unie, omdat het mede bepaald of Groot-Brittannië lid blijft van de Unie, zo benadrukte Tusk.