Het Turkse leger heeft voor de tweede dag op rij stellingen van de Koerdische YPG gebombardeerd. Twee strijders van de Koerdische militie zijn daarbij gesneuveld.
Dat meldt het Syrische Observatorium voor de Mensenrechten zondag, schrijft Hurriyet.
Vergelding
Turkije eiste zaterdag dat de YPG de terreinwinst die ze de afgelopen dagen in de provincie Aleppo hebben geboekt weer prijsgeven. Volgens de Turken gaat het om een vergeldingsactie.
De Turkse regering beschouwt de YPG, die banden onderhouden met de Turkse PKK, als een terreurorganisatie. De YPG is de gewapende vleugel van de PYD. Beiden worden door Ankara als extensie van de PKK gezien. De YPG vecht in Syrië onder meer tegen terreurbeweging Islamitische Staat (IS).
Zondag bombardeerde het Turkse leger onder meer een vliegbasis en enkele andere stellingen die YPG onlangs op Syrische islamistische rebellengroepen hebben veroverd, vlakbij de plaats Azaz in het noorden van Syrië.
Oneens
De Turkse premier Ahmet Davutoglu waarschuwde deze week al dat Turkije militaire actie zou ondernemen tegen de PYD. De Koerdische militie vormt een struikelblok in de relatie met Amerika: de Amerikaanse minister van Defensie Ash Carter verklaarde het ‘niet altijd eens te zijn’ met de Turken.
Terwijl de Amerikanen de PKK wel als terreurorganisatie beschouwen, zien ze de PYD als legitieme kracht in de strijd tegen IS. Zondag verklaarde de Amerikanen de PYD nog altijd als legitieme strijdkracht te zien en te blijven steunen met luchtaanvallen.