Valt leger van Assad binnenkort IS-hoofdstad Raqqa binnen?

'AFP'

Het Syrische regeringsleger boekt naar eigen zeggen steeds meer winsten op oppositiegroepen. De gevechten in Aleppo, met steun van Russische luchtaanvallen, gaan onverminderd door.

Maar nu overweegt het leger van de Syrische president Bashar al-Assad om het jihadistenbolwerk Raqqa binnen te vallen, meldt persbureau Reuters. Het Syrische leger heeft daartoe sinds 2014, toen het werd ingenomen door terreurbeweging Islamitische Staat (IS), geen poging meer gewaagd.

Gesterkt

Het zou al begonnen zijn: volgens een bron binnen de legerleiding hebben troepen de afgelopen tweet dagen sleutelposities op de provinciale grens tussen Hama en Raqqa weten in te nemen. Het plan is om nog verder te gaan.

Het Syrische leger is flink gesterkt door steun van Rusland vanuit de lucht en op de grond van Hezbollah-strijders en Iraanse eenheden. De reden voor een mogelijk grondoffensief in Raqqa zou kunnen zijn dat het Syrische leger op die manier wil voorkomen dat Saudi-Arabië er grondtroepen heen stuurt.

Intussen gaan de gevechten in Aleppo nog steeds door. Als het Syrische leger erin slaagt de stad in te nemen, en de noordelijke kant van de stad uit handen van de jihadisten te houden, wordt een belangrijke toevoerroute afgesneden.

Succes

Assad verklaarde deze week dat hij door zal blijven gaan totdat hij heel Syrië weer terug in handen heeft. Vrijdagochtend werd er een akkoord gesloten over een tijdelijke wapenstilstand in Syrië, maar volgens de overeenkomst mogen de aanvallen op IS gewoon doorgaan.

Het tijdelijke staakt-het-vuren is er vooral op gericht om de vredesonderhandelingen, die op 25 januari in Genève worden voortgezet, van een nieuwe impuls te voorzien. Tot nu toe worden de kansen op succes van het staakt-het-vuren niet echt groot geschat.

De Russische minister van Buitenlandse Zaken Sergej Lavrov zei dat hij schat dat de wapenstilstand ’49 procent kans heeft’. Ook zijn Duitse collega Frank-Walter Steinmeier is sceptisch: hij denk dat er een kans is van 51 procent dat de gevechten stoppen dankzij de wapenstilstand.