De Belgische politie zou al in juli 2014 een tip hebben gekregen dat de broers Abdeslam, afkomstig uit het Brusselse Molenbeek, een aanslag voorbereidden. ‘We hadden de aanslagen in Parijs kunnen voorkomen.’
Dat zeggen politiefunctionarissen in de Belgische kranten L’Echo en De Tijd.
Tip
In het midden van 2014 kreeg de antiterreureenheid van de politie een tip van iemand in de omgeving van Salah en Brahim Abdeslam, twee van de daders achter de aanslagen in Parijs in november vorig jaar.
Een bron beweerde dat de broers een aanslag voorbereidden en dat er contacten waren met het latere brein achter de aanslagen in Parijs, Abdelhamid Abaaoud. De antiterreureenheid van de politie – waar ruim tien mensen op de hoogte waren van de terreurplannen – opende desondanks geen onderzoek, aldus de kranten.
‘Geen gevaar’
Dat gebeurde pas in februari 2015 door de lokale politie van Molenbeek. De broers Abdeslam werden ondervraagd, maar niet opgepakt, omdat er onvoldoende bewijs zou zijn. De federale politie oordeelde dat ze geen gevaar vormden. Het Comité P, het orgaan dat toezicht houdt op de politie, doet nu onderzoek of er destijds fouten zijn gemaakt.
Bij de aanslagen in Parijs op een voetbalstadion, een muziektheater en op restaurants en cafés vielen op 13 november 30 doden en 350 gewonden. De meeste doden waren te betreuren in Bataclan, waar op dat moment de band Eagles of Death Metal optrad.
Van een van de daders, Salah Abdeslam, ontbreekt nog altijd elk spoor. Twee weken geleden onthulde de Belgische krantLa Dernìere Heure dat de voortvluchtige terrorist zich wekenlang in de Brusselse deelgemeente Schaarbeek zou hebben schuilgehouden.