Reacties op Pegida doen denken aan het Nederland van voor Fortuyn

In plaats van de Pegida-demonstranten weg te zetten als dom en xenofoob, zou het Duitse establishment moeten achterhalen waar hun onvrede vandaan komt. De situatie doet sterk denken aan het Nederland van de jaren negentig.

Duitsland is in rep en roer. Nooit gingen zo veel mensen de straat op om te demonstreren tegen het Duitse vreemdelingbeleid.

In Dresden kwamen rond achttienduizend burgers de straat op ter ondersteuning van de Pegida-beweging. Elders waren juist duizenden anti-Pegida-demonstranten op de been. Pegida staat voor ‘Patriottische Europeanen tegen Islamisering van het Avondland’.

Het is ironisch dat hier het woord ‘Avondland’ wordt gebruikt. Het doet denken aan het lijvige boek van de Duitse filosoof Oswald Spengler (1880-1936) Der Untergang des Abendlandes.

De eerste versie van het boek werd in 1912 geschreven en in 1922 uitgegeven in een editie van ruim twaalfhonderd pagina’s.

Puinhopen

Het boek heeft niets te maken met nationaal-socialisme. Het is eerder een waarschuwing voor de komst van het caesarisme en de daarmee samenhangende tirannie. ‘Avondland’ is een geliefd en prachtig woord dat veelvoudig door de Duitse filosofen van Nietzsche tot Heidegger werd gebruikt.

Het Avondland belandde inderdaad onder de puinhopen van de Tweede Wereldoorlog, maar het ging niet ten onder. Spenglers stelling betrof juist de onontkoombaarheid van de cyclus van de ondergang van alle grote culturen.

Dat en niets anders wilde hij aantonen, en ik vrees dat de demonstranten Spengler niet goed hebben begrepen.

Metafoor

In de cyclische beweging gaat alles altijd ten onder en herrijst in een andere gedaante. Als het Avondland naar Europa verwijst, weten we uit de ervaring dat zij nooit ten onder gaat. Europa is een idee en verschijnt en herrijst als een metafoor.

Het Avondland overleeft de islam. De vraag is alleen of de islam haar eigen enthousiaste aanhangers overleeft.

Pegida confronteert in Duitsland – en later wellicht ook in andere Europese landen – het establishment met moeilijke vragen. Nu doet de beweging mij denken aan het Nederland van de jaren negentig van de vorige eeuw.

Niet de demonstranten, maar de reacties erop doen mij denken aan het Nederlandse establishment van toen: nein tegen Pegida. Maar waartegen zegt het Duitse establishment nee?

Dom

Helmut Schmidt, de voormalige Duitse bondskanselier veroordeelt het Pegida-volk omdat ze te dom zouden zijn: het Pegida-protest ‘appelleert aan domme vooroordelen, vreemdelingenhaat en intolerantie’.

Schmidt eist dat Duitsland open blijft voor vluchtelingen en asielzoekers. Er zijn al tachtig Duitse prominenten die zich in dagblad Bild hebben gekeerd tegen de vreemdelingenhaat en de intolerantie.

Pim Fortuyn

Oud-profvoetballer Oliver Bierhoff zegt in Bild: ‘We zijn wereldkampioen geworden met veel spelers met een migranten-achtergrond. Zoals de integratie in het nationale voetbalelftal werkt, zou het ook in de samenleving moeten gaan.’

Het zijn uitspraken die we ook in Nederland hoorden, totdat Pim Fortuyn de leegte van het establishment zichtbaar maakte.

Ik zag nergens nazisymbolen, noch hoorde ik nazileuzen. Zelfs hoorde ik demonstranten tegen de journalisten zeggen dat ze niet tegen de opvang van politieke vluchtelingen zijn, maar ze willen dat de instroom van economische vluchtelingen stopt.

DDR

Ook hoorde ik een demonstrant zeggen dat ze niets tegen moslims hebben, maar ze moeten Duitsland niet gaan islamiseren. Zeker zullen aanhangers van het nazisme zich willen aansluiten bij deze demonstranten. Toch is dat niet het beeld dat overheerst.

De demonstranten zijn gewone Duitsers. Het zijn voornamelijk inwoners van de voormalige DDR. In Dresden wonen slechts 4 procent allochtonen.

Het Duitse establishment moet dus op zoek naar de achtergronden van de onvrede onder de inwoners van oostelijk Duitsland.

Ruimhartig

Gaat het wel of niet om de islamisering en de toestroom van immigranten? Het zou een teken van zelfbedrog zijn als de Duitse politici de protesten zouden reduceren tot lokale problemen. Naast alle mogelijke bronnen van onvrede zijn de protesterende Duitsers vooral tegen het immigratiebeleid van de Duitse regering.

Duitsland voert een buitengewoon ruimhartig asielbeleid. Dat is niet onbegrijpelijk. Het naoorlogse Duitsland wilde in het reine komen met de nationaal-socialistische erfenis: de uitroeiing van minderheden, de onmenselijke behandeling van minderheden, en de vreemdelingenhaat.

Dat Duitsland bracht miljoenen onschuldige mensen naar de vernietigingskampen en executieplaatsen. Schuld en schaamte maakten zich meester van de naoorlogse Duitsers.

Zoenoffer

In de Germaanse traditie werd een zoenoffer gebracht, om zo te worden gereinigd van schuld. Een zoenoffer, een daad van zelfopoffering moet de schuldige verzoenen met de ander.

De verzoening gaat niet alleen om het slachtoffer, maar ook het eigen geweten van de dader. De dader herstelt door het zoenoffer de vrede met zijn slachtoffer, de gemeenschap en eigen geweten.

Het ruimhartige vreemdelingbeleid van Duitsland was een onderdeel van het zoenoffer tegenover de ander.

Het zoenoffer is opgebracht. De oorlog is echt voorbij, daarom denken de protesterende Duitsers: tijd dus voor een realistisch vreemdelingenbeleid.