Elsevier-correspondent in Brussel Jelte Wiersma ontmoet op een receptie arabist en PVV’er Hans Jansen. Wat doet Jansen eigenlijk in Brussel?
‘Ik ben geen echte parlementariër. Maar ik heb een nanny die goed voor me zorgt.’ Met een glas champagne in de hand praat europarlementariër Hans Jansen (PVV) vol zelfspot over zijn Brusselse avontuur.
De arabist – bijzonder hoogleraar – is sinds de Europese verkiezingen van mei 2014 voor het eerst in zijn leven, hij is 72 jaar, politicus. Jansen staat vandaag tussen tweehonderd Nederlanders die samen zijn voor de Brusselse nieuwjaarsreceptie van werkgeversorganisaties VNO-NCW en MKB-Nederland.
Locatie is Hotel Coudenberg aan het Koningsplein, eigendom van de Internationale Nederlanden Groep (ING). Passend: het gezelschap bestaat uit zelfbenoemde ‘internationale Nederlanders’. VNO-NCW-voorzitter Hans de Boer (CDA) proost op Europa.
Krijtstreep
Jansen springt eruit door zijn baard, driedelig krijtstreeppak en minimale lengte. De andere aanwezigen zijn lobbyisten van grote bedrijven, overheden, ambtenaren en politici – vooral boomlange slanke en geschoren mannen in strakke blauwe pakken.
Het is de dag dat islamitische terroristen in Parijs twaalf mensen doodschieten. Verschrikkelijk, oordeelt iedereen. Dat het vooral grote bedrijven waren die massaal goedkope arbeidskrachten uit de Arabische en Turkse wereld naar Europa haalden, blijft op dit feestje van multinationals onbesproken. Immigratie is goed, blijft het mantra.
Families
Jansen vindt al decennia iets anders. ‘Ik mag misschien volgende week in Straatsburg iets zeggen over islamofobie.’ Dat zou voor het eerst zijn. ‘Ik weet ook niet wat ik hier doe. Ik moet blijven zitten om de PVV niet te schaden.’
En dat wil hij niet, want een nieuwe generatie staat klaar. ‘Mijn nichtje is net medewerker geworden van de PVV-fractie in Noord-Holland. Zo bouw je een partij, via families.’