Waarom Orbán het Hongaarse referendum met gemak wint

De Hongaarse premier Viktor Orbán blijft campagne voeren voor een nee-stem - Foto: AFP

Aanstaande zondag gaan de Hongaren naar de stembus om in een referendum te stemmen over de vraag of ‘de Hongaarse kiezer wil dat de EU zonder raadpleging van het Hongaarse parlement het recht krijgt om niet-Hongaarse staatsburgers gedwongen te herplaatsen in Hongarije’.

De verwachting is dat de Hongaarse regering onder leiding van premier Orbán, die de nee-campagne aanvoert, het referendum vrij simpel zal winnen. Het moet gezegd worden: zijn critici hebben het hem dit keer wel erg gemakkelijk gemaakt.

Geen tegenstand

In eigen huis heeft Orbán weinig tegenstand te duchten. De linkse oppositie is in diepe crisis, versplinterd en verdeeld, en heeft ook nu weer de handschoen niet durven oppakken. Om een associatie met een zekere nederlaag af te wenden, heeft links niet gepleit voor ‘ja’ wat hun Europese bondgenoten graag wilden maar slechts opgeroepen tot een boycot van het referendum en beschuldigt Orbán en consorten van een ‘haatcampagne’.

Europese munitie

In hogere Europese echelons is het opendeurenbeleid van Merkel nog steeds bon ton, al wordt associatie met Merkel steeds moeilijker na al haar politieke nederlagen. De Orbán-campagne laat zien dat belangrijke delen van het West-Europese politieke en media establishment het contact met de realiteit verloren hebben. Dit is het belangrijkste argument van Orbán voor de nee-stem. Wat dat betreft wordt hij op zijn wenken bedient en krijgt hij dagelijkse munitie uit Europa voor zijn campagne aangeleverd.

Exit-domino

Jean Asselborn, de minister van Buitenlandse Zaken van Luxemburg riep onlangs op tot uitsluiting van Hongarije uit de EU vanwege het restrictieve beleid tegen de illegale migratie. De Duitse minister van Buitenlandse Zaken, de diplomaat Frank-Walter Steinmeier, nota bene een politieke en persoonlijke vriend van Asselborn, distantieerde zich direct van deze uitspraak.

De Luxemburgse socialist zou de exit-domino weleens zelf op gang kunnen brengen. De Visegrad-landen (Tsjechië, Polen, Slowakije en Hongarije) zijn na de Brexit in de EU een te belangrijke machtsfactor geworden en zijn als ‘vier musketiers’, iets wat de Luxemburger blijkbaar nog steeds niet doorheeft.

BBC-boemerang

Ook de Britse staatsomroep, de BBC gooide een boemerang toen het in een interview met de Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken Péter Szíjjártó de Hongaarse regering van desinformatie beschuldigde. Hongarije zou de bijna 1000 no-go area’s die West-Europa nu telt met inbegrip van die in Groot-Brittannië verzonnen hebben om de nee-campagne kracht bij te zetten.

Volgens de BBC-reporter Evans zijn er geen no-go area’s in Groot-Brittannië waarop de Hongaarse minister van Buitenlandse Zaken de reporter voorhield dat deze informatie van de officiële websites van de verschillende West-Europese politiediensten geplukt was. De beschuldiging aan het adres van de Hongaarse minister leidde tot een storm van protest van Britse kijkers die de BBC meegaven voor de verandering eens een echte reportage te maken in Britse steden.

Felle campagne

Dergelijke blunders die van elke werkelijkheidszin gespeend zijn, zijn smeerolie voor de nee-campagne. Desondanks is Orbán er de man niet naar om op zijn lauweren te rusten.

Hij gaat er vanuit dat de opendeurenbeleid-partijen nu – alleen om het vege politieke lijf te redden – van tactiek zullen veranderen, en vooralsnog nog geen afstand van de gedwongen herplaatsing van migranten willen nemen. Ook willen ze er geen bovengrens aan stellen.

Orbán wil zijn visie in Brussel met kracht blijven verdedigen. Vandaar dat hij ook deze week fel campagne blijft voeren voor de nee-stem, ook al is het ‘game-set-match Orbán’.