In Montreal vergaderen deze week 191 nationale burgerluchtvaartorganisaties over een veilig en efficiënt luchtverkeer. Taiwan is daar niet bij. De Taiwanese regering heeft wel geprobeerd om toegang te krijgen tot de conferentie, maar kreeg nul op het rekest.
De International Civic Aviation Organization (ICAO) is namelijk een taakorganisatie van de Verenigde Naties en Taiwan is geen VN-lid. Om dezelfde reden was een Taiwanese delegatie eerder dit jaar niet welkom bij een conferentie van de Wereldgezondheidsorganisatie WHO. En zal het ook niet worden uitgenodigd door een van de twintig VN-organisaties zoals Unesco, Internationale Telecommunicatie-unie of de Wereldvoedselorganisatie FAO.
China-deskundige Fred Sengers publiceert op Blogaap.nl dagelijks het belangrijkste nieuws uit en over China op politiek, economisch en cultureel gebied.
Dat komt zo. Tijdens de Tweede Wereldoorlog rijpte het idee voor een internationale samenwerkingsorganisatie voor als er weer vrede zou zijn. De Verenigde Staten, Sovjet-Unie, Groot-Brittannië, Frankrijk en China namen het voortouw om de plannen uit te werken.
Twee claims op het bestuur van heel China
Omdat het contact tussen China en de overige geallieerden voornamelijk via de Kwomintang liep, was het niet meer dan logisch dat zij gesprekspartner waren. Bij de oprichting van de Verenigde Naties in 1945 werd de Republiek China lid en nam het ook een permanente zetel in de Veiligheidsraad in.
Ondertussen laaide in China de burgeroorlog weer op. In 1949 versloegen de communisten de Kwomintang en riepen de Volksrepubliek uit. De Kwomintang-aanhangers trokken zich terug op Taiwan. Beide regeringen vinden tot op de dag van vandaag dat zij het rechtmatige bestuur van heel China vertegenwoordigen; ze vinden allebei dat er maar één China is.
Pas jaren later ging de Volksrepubliek lobbyen om het VN-lidmaatschap. Sommige landen steunden die wens vanwege ideologische verwantschap met de communisten. Sommige landen omdat China een vijfde van de wereldbevolking huisvest.
China nam plek van Taiwan in
In 1971 besloot de algemene vergadering dat Taiwan werd vervangen door de Volksrepubliek. Bovendien werd toen afgesproken dat de Volksrepubliek de enige vertegenwoordiger van China in de VN zou zijn. Daarmee werd Taiwan buitenspel gezet.
De Taiwanese regering heeft enkele malen geprobeerd weer VN-lid te worden. Maar daar was internationaal nooit voldoende steun voor. China heeft zich daar succesvol tegen verzet, omdat die beslissing een internationale erkenning zou betekenen van Taiwan als zelfstandige staat.
Eerst toenadering, maar nu geen Chinese medewerking meer
In de jaren die volgden was Taiwan voor toegang tot de gespecialiseerde VN-organisaties afhankelijk van China. Zeker de laatste jaren ging dat goed, naarmate de ijzige verhoudingen tussen Taiwan en de Volksrepubliek begonnen te ontdooien. VN-organisaties stuurden een uitnodiging voor een Taiwanese delegatie naar Beijing en die stuurde die door naar Taipei. Geregeld!
Maar daar is verandering in gekomen toen Tsai Ing-wen eind vorig jaar werd gekozen tot president van Taiwan. Haar Democratisch Progressieve Partij moet niets hebben van de toenadering die de Kwomintang tot het Chinese vasteland zocht. En een ruime meerderheid van de Taiwanese kiezers is het met haar eens. Jonge mensen hebben weinig meer gemeenschappelijk met vastelanders. Zij vinden het onbegrijpelijk dat zij zijn opgegroeid in een welvarend, democratisch land dat geen land mag heten.
Sinds de inauguratie van Tsai in maart worden internationale uitnodigingen niet meer doorgestuurd. En Beijing heeft klip en klaar duidelijk gemaakt waarom: zolang president Tsai het Eén China-principe niet erkent, hoeft Taiwan niet op Chinese medewerking te rekenen. En om zijn eisen kracht bij te zetten dreigt China handelsverdragen met Taiwan op te zeggen en wordt het aantal uitreisvisa voor Taiwan teruggeschroefd.
Om binnenlandse politieke redenen kan Tsai niet aan de Chinese wens voldoen. Het zou politieke zelfmoord zijn en mogelijk zelfs tot grote instabiliteit in Taiwan leiden als pro-onafhankelijkheidsgroeperingen zich gaan roeren.
Taiwan vraagt de rest van de wereld om hulp
Deze week riep Tsai in een interview met The Wall Street Journal de internationale gemeenschap op zich sterk te maken voor Taiwanese participatie in multinationale organisaties. En daarbij het doel van die organisaties voor ogen te houden: internationale samenwerking. Met andere woorden: als China praktische samenwerking uit politieke overwegingen blokkeert, moet de rest van de wereld daar tegen in opstand komen.
Dit principe gaat over veel meer dan Taiwan – 23 miljoen inwoners, de 22ste economie ter wereld – alleen. Naarmate het nationale zelfbewustzijn groeit en zijn economische importantie toeneemt, gebruikt China steeds vaker economische chantage om zijn zin te krijgen. Dit verhoudt zich niet met een internationale rechtsorde die China zelf zegt na te streven. Het wordt tijd dat de rest van de wereld daar een antwoord op formuleert.