Wie niet beter zou weten, zou waarlijk kunnen denken dat Nederlandse kiezers op 15 maart de Amerikaanse president kunnen wegsturen. De linkse partijen hebben niks geleerd van de periode-Pim Fortuyn, vindt Syp Wynia.
Daags na de inauguratie van Donald Trump tot president van de Verenigde Staten zette D66-lijsttrekker Alexander Pechtold een paginagrote advertentie in Nederlandse kranten. ‘Hij beledigt vrouwen, kijkt neer op homo’s en wil moslims apart registreren. Dat laat ik in Nederland niet gebeuren.’
Zou Pechtold denken dat Trump ook de baas gaat worden in Nederland? Natuurlijk niet. In het frame dat Pechtold neerzet, gebruikt hij de verse afkeer van Trump in Nederland om voor D66 zetels te verwerven in de Tweede Kamer.
Die stemmen komen natuurlijk niet bij sympathisanten van Geert Wilders vandaan. Die moeten bij partijen vandaan komen waar ze ook niet dol zijn op Wilders en Trump. Als Pechtold ageert tegen Trump om via een omweg te ageren tegen Wilders doet hij dat om stemmen weg te halen bij pakweg PvdA en GroenLinks en misschien ook bij CDA en VVD.
Een nazi aan de macht in Amerika, volgens Lodewijk Asscher
Even nadat Trump een decreet had uitgevaardigd om de komende maanden in beginsel geen asielzoekers en geen inwoners van zeven moslimlanden toe te laten, kwam Lodewijk Asscher met een opvallende poging op 15 maart kiezers naar zijn PvdA te lokken.
Lijsttrekkers van linkse politieke partijen kwamen langs om hun steun te betuigen aan de demonstranten tegen Trump op het Malieveld >
Asscher maakte een vergelijking tussen de verkiezing van Trump en wat er in de jaren ’40 van de vorige eeuw in de Verenigde Staten gebeurd had kunnen zijn als er een soort nazi aan de macht was gekomen en wat er zou kunnen gebeuren als Wilders veel stemmen haalt op 15 maart.
In het tv-programma De Wereld Draait Door mocht Asscher zijn merkwaardige verhaal een paar keer vertellen, hoewel zelfs presentator Matthijs van Nieuwkerk de parallellen die Asscher construeerde ‘een brutale vergelijking’ noemde.
Asscher hangt zijn waarschuwing tegen Trump en daarmee Wilders op aan een nooit gebeurd verhaal, waarin in 1940 een fan van Hitler president van de Verenigde Staten wordt. Asscher zegt dat het weliswaar niet gebeurd is, maar volgens hem best kan gebeuren, kijk maar naar de verkiezing van Trump. En om het onheil te keren roept de bezorgde PvdA-leider dan op om op 15 maart te gaan stemmen. Hij zal bedoelen: op de PvdA te gaan stemmen.
Een wedstrijdje in verontwaardiging bij links
Zo kon het ook gebeuren dat het uitgerekend PvdA’ers waren, die op 2 februari 2017 een manifestatie tegen Trump organiseerden op het Haagse Malieveld. Er kwamen – in de telling van RTL4 – 2.000 mensen op af. PvdA-minister Jet Bussemaker voerde het woord. Asscher was ook aanwezig bij deze manifestatie, gericht tegen de pas gekozen president van bondgenoot Verenigde Staten.
In het publiek bevonden zich ook andere partijleiders, zoals Pechtold, Tunahan Kuzu van Denk en Jesse Klaver van GroenLinks. Aan hun zijde van het politieke spectrum lijkt zich een wedstrijdje verontwaardiging af te spelen. Ze tuimelen over elkaar heen om Trump in het algemeen en het decreet over het toelaten van asielzoekers en mensen uit islamitische landen in het bijzonder te veroordelen. Het fascisme, nazisme en de verwijzingen naar Hitler en Jodenvervolging zijn nooit ver weg.
Het is de methode die in het Nederland van de laat-twintigste eeuw standaard werd toegepast. Wie ook maar even iets durfde te zeggen over het beperken van immigratie kreeg meteen Hitler op zijn dak, werd naar de verkeerde kant van de geschiedenis afgevoerd en als het even kon strafrechtelijk vervolgd.
Ook bij Pim Fortuyn werd Hitler (en Anne Frank) uit de kast gehaald
Toen Pim Fortuyn vijftien jaar geleden snel populair werd en het een en ander zei over herziening van de Grondwet en over immigratie van moslims werden ook Hitler en Anne Frank weer uit de kast gehaald. De beproefde methode bleek niet meer ter werken. Maar dat wil echter niet zeggen dat het schermen met Holocaust en Hitler definitief uit de politieke instrumentenkist verdween.
Wat wel volkomen nieuw is, is dat vooraanstaande Nederlandse politici een Amerikaanse president eerst in verband brengen met het fascisme (en nog zo wat), om dat verband vervolgens door te trekken naar Nederland en in te zetten als campagne-instrument tegen een Nederlands politicus, Geert Wilders. Met als curieuze paradox dat Wilders daar vast niet slechter van wordt.
Trump is een soort totem waar rivaliserende partijen op links tegenaan wrijven om vooral stemmen bij elkaar weg te halen. Vandaar dat wedstrijdje Trump-bashen, in de veronderstelling dat wie het hardst tekeer gaat tegen Trump – Asscher gaat nu voorop – daar op 15 maart de meeste baat bij heeft.
Ook Mark Rutte heeft last van het partijtje Trump-bashen
Als er nog iemand last van heeft van dat partijtje Trump-bashen, is het premier Mark Rutte, tevens lijsttrekker van de VVD. Rutte wil de kool en de geit sparen en zou er het liefst niets over zeggen, over Trump en diens decreet. Hij is premier van een land dat nauw samenwerkt met de Verenigde Staten, is leider van een traditioneel Atlantische partij, maar is ook leider van een kabinet met de PvdA die de Amerikaanse president op één rij met Hitler plaatst en tevens een lijsttrekker die liever niet nog meer zetels aan Wilders kwijtraakt.
Enfin, de Nederlandse Tweede Kamerverkiezingen van 2017 lijken dus wonderlijk genoeg over de nieuwe Amerikaanse president te zullen gaan. Niet dat Nederlandse verkiezingen de Amerikaanse verkiezingen kunnen terugdraaien, zoals nogal wat Trump-haters lijken te denken.
Zo kunnen campagnes in Nederland helaas verlopen: steeds weer moreel superieure belijdenissen afleggen en dan pogen anderen te beschadigen, anderen die niet meekunnen of willen komen in dat spelletje elkaar de maat nemen. Zelden werd heldendom zo goedkoop verkregen.
Vergeten zijn de lessen van Pim Fortuyn in 2002. Je kunt voortdurend schermen met Hitler en de oorlog, maar de verkiezingen winnen met schermen met Hitler en de oorlog is andere koek.