De Organisatie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) maakt zich ernstige zorgen over het referendum in Turkije. Tegenstanders van president Erdogan krijgen amper ruimte om een campagne tegen de voorgenomen grondwetswijziging te voeren.
De OVSE houdt toezicht op het democratische proces in Turkije. Al weken trekken twaalf groepen met onafhankelijke deskundigen door het land, om in de gaten te houden in hoeverre de gang naar het referendum eerlijk verloopt. Hierbij kijken ze naar de campagne, en in hoeverre beide partijen genoeg ruimte krijgen in de media. Volgens de OVSE is er geen sprake van een eerlijke strijd: de tegenstanders van het constitutionele referendum krijgen veel minder gelegenheid tot het voeren van campagne dan de voorstanders.
Michael Link, directeur van de afdeling democratie bij de OVSE, vindt dat de campagne te wensen overlaat. In een interview met de Duitse krant Die Welt zegt hij dat de tegenstanders van het referendum amper de mogelijkheid krijgen om zelf campagne te voeren. ‘Voor tegenstanders van de grondwetswijziging is het voeren van een campagne haast onmogelijk,’ zegt hij.
Een deel van zijn kritiek richt zich op de noodtoestand, die al sinds de mislukte staatsgreep van 15 juli vorig jaar van kracht is. Door de noodtoestand is het voor tegenstanders van Erdogan moeilijker geworden oppositie te voeren. Na het uitroepen van de noodtoestand werden tienduizenden mogelijke tegenstanders van de regering zonder proces opgesloten. Ook wordt de vrijheid van meningsuiting ernstig beknot.
Zondag dag van de waarheid
Het referendum over een Turks presidentieel stelsel is aanstaande zondag. De regering van president Recep Tayyip Erdogan is er alles aan gelegen om te winnen. Bij winst wordt het staatsrecht hervormd en krijgt de president meer macht. Ook kan Erdogan blijven regeren tot in 2029.