Libanon wordt geteisterd door een crisis die exemplarisch is voor de toestand in het Midden-Oosten. Hugo Schiffers loopt vier weken lang dwars door Libanon om de crisis in kaart te brengen. Vandaag deel 3: de beroemde ceder dreigt te verdwijnen als gevolg van droogte en klimaatverandering. Net als in omringende landen doet de overheid amper iets aan natuurbehoud.
Hugo Schiffers (1997) is freelance journalist en onderzoeker. Hij studeerde neurowetenschappen en internationale betrekkingen in Utrecht en deed daarna een master Midden-Oostenstudies met Arabisch in Edinburgh, Schotland. Ook studeerde en werkte hij enige tijd in Tanzania, Rusland en Libanon.
Afgelopen woensdag ging bij Yusuf (19) om één uur ’s nachts de telefoon. Of de student elektrotechniek uit het dorp Tannourine, zo’n 80 kilometer ten noorden van hoofdstad Beirut, wilde komen helpen de brand te blussen die was uitgebroken in het naastgelegen natuurreservaat. ‘Met alle jongens uit het dorp wisten we het vuur onder controle te brengen. Water en scheppen droegen we op onze rug de berg op en we zaagden bomen om zodat het vuur zich niet verder kon verspreiden. Het grootste gevaar was na vier uur geweken. Toch waren de daaropvolgende drie dagen nog spannend, want er braken steeds opnieuw kleine brandjes uit.’
Naast Portugal, Spanje, de Verenigde Staten en Australië kampt ook Libanon met meer bosbranden nu de aarde door klimaatverandering steeds verder opwarmt. Ondanks dat het leger, brandweerlieden en vrijwilligers hun best doen de branden te controleren, mist het door een economische crisis getroffen land mogelijkheden om effectief op te treden tegen het natuurgeweld. Zo moesten in voorgaande jaren blushelikopters uit het nabijgelegen Cyprus worden geleend.
Langzaam verdwijnen de ceders
Ook Libanons beroemdste boom, de ceder, die onder meer op de nationale vlag prijkt, wordt bedreigd door klimaatverandering. De dennenbomen vallen niet alleen ten prooi aan bosbranden, ze zijn voor hun voortbestaan ook afhankelijk van de doorgaans koude, vochtige winters die het land met zijn bergketens en uitgestrekte mediterraanse kustlijn kent. Maar nu de temperaturen stijgen, komen zulke winters steeds minder vaak voor.
Lees hier het eerste deel van de serie van Hugo Schiffers: Is het geplaagde Libanon inderdaad de sleutel tot het Midden-Oosten?
Omar (36), coördinator ecotoerisme in het zuidelijk gelegen natuurreservaat Chouf Cedar, vertelt wat hij hiervan in zijn dagelijks werk terugziet: ‘Het veranderende klimaat verstoort de balans tussen verschillende boomsoorten. Nu het warmer wordt, breiden de naaldbomen zich sneller uit en verdringen ze de eikenbomen. De eikenbomen pikken op hun beurt weer ruimte in van de hoger gelegen cederbomen. Voor die laatste is uiteindelijk geen plek meer, dus verdwijnen ze langzaam maar zeker.’
Alleen het noordelijkste puntje van Libanon zal koel genoeg zijn
Het is aan het natuurreservaat om deze balans te herstellen, zegt Omar: ‘Na zeventig tot tachtig jaar passen we weer dezelfde technieken toe die onze grootvaders hanteerden. We vergroenen het bos en dunnen het uit, opdat er minder kans is dat er op grote schaal brand uitbreekt. Ook leggen we terrassen aan met groenten en fruit. Dit voorkomt dat de naaldbomen zich ongeremd uitbreiden en zorgt er uiteindelijk dus voor dat het leefgebied van de ceders wordt behouden. In deze terrassen zitten luchtgaten die de grondtemperatuur stabiel houden en dat maakt de boel ook brandveiliger.’
Coördinator ecotoerisme Omar hoopt dat op deze manier de ceders in het Chouf-gebied kunnen blijven bestaan, maar sommige onderzoekers voorspellen dat in het jaar 2100 alleen het noordelijkste puntje van Libanon koel genoeg zal zijn voor deze bomen om te overleven. Terwijl de cederbossen zich ooit over het hele Libanon-gebergte uitstrekten.
Bomen kappen om warm te blijven
Al duizenden jaren worden de Libanese cederbomen geroemd én omgehakt. In het Gilgamesj-epos, het oudste bekende literaire werk ter wereld (daterend van circa 2.100 voor Christus), gaat Gilgamesj de strijd aan met Humbaba, de bewaker van een cederbos, om vervolgens de bomen om te kappen voor zijn paleizen.
De Egyptenaren gebruikten het cederhout voor hun sarcofagen en koning Solomon liet er een tempel mee bouwen. Daarna volgden de Feniciërs, Perzen, Romeinen, Arabieren en Ottomanen, die het hout gebruikten om schepen te bouwen. De Romeinse keizer Hadrianus en de Britse koningin Victoria probeerden de bossen te beschermen, maar dat mocht niet baten: de Britten gebruikten het hout om hun spoorlijnen aan te leggen.
Tegenwoordig kappen de Libanezen ook zelf hun geliefde boom om ’s winters warm te blijven. ‘Brandstof is zo duur geworden dat veel mensen illegaal houthakken. Ik kom ze geregeld tegen als ik met groepen wandelaars aan het hiken ben,’ zegt tourorganisator Karim (48).
Medewerkers van natuurreservaten delen briketten uit aan de armste families in de omgeving. Ze zijn samengesteld uit het materiaal dat overblijft na het snoeien van groen. ‘Met dit soort maatregelen schatten we dat we tot 85 procent van de illegale houtkap kunnen voorkomen,’ zegt Omar.
Stinkende hopen afval naast adembenemende vergezichten
Natuurreservaten die zich bezighouden met armoedebestrijding, in Libanon kijkt niemand meer op van een tekortschietende overheid die taken laat liggen. Nisreen (47), voormalig milieuredacteur voor de Libanese krant Al-Anbar, noemt als voorbeeld de afvalverwerking: ‘Die is hier niet landelijk geregeld. Je hebt wat private initiatieven en actiegroepen die de verantwoordelijkheid gedeeltelijk op zich nemen, maar zij kunnen het gat dat de overheid laat vallen niet vullen. Zeker nu de benzineprijs zo hoog is, is het gewoonweg niet rendabel om naar alle regio’s van het land te rijden en daar de vuilnis op te halen.’ Als gevolg hiervan zie je als wandelaar in Libanon naast adembenemende vergezichten ook vele stinkende hopen afval.
In 2018 hielp de Nederlandse staat met het verwijderen van algen uit het kunstmatige Qaraounmeer in de Bekavallei. Desondanks is het water, dat wordt gebruikt om gewassen te besproeien en elektriciteit op te wekken, nog altijd sterk vervuild door het industriële afval en rioolwater dat erin wordt geloosd. Geitenherder Mo (68), die met zijn kudde bij het meer loopt, heeft het zelfs over medisch afval dat via de rivier Litani in het meer terechtkomt, iets wat verscheidene Libanese nieuwsbronnen bevestigen. ‘Je kunt het water niet drinken, je kunt er niet vissen en je kunt er niet in zwemmen. Doe je dat laatste toch, dan krijg je uitslag over je hele lichaam.’ Toen er vorig jaar 40 ton aan dode vissen op de oevers van het meer aanspoelde, moesten lokale actiegroepen bijspringen om het leger te helpen bij het opruimen.
De woestijn slokt vruchtbare grond op
Lees meer over de problemen in Libanon: Allang niet meer een baken van rust in het Midden-Oosten
Een gebrek aan middelen en slagvaardigheid maakt ook andere landen in het Midden-Oosten vatbaar voor milieuproblematiek. Daarbij is het al ‘een van de kwetsbaarste regio’s ter wereld wanneer het aankomt op klimaatverandering’, zegt Ranj Alaaldin van denktank Brookings Institution: in Irak stijgt de temperatuur twee tot zeven keer sneller dan het mondiale gemiddelde, zoet water lijkt over vijftig jaar niet meer te vinden in de Golfstaten, en in Syrië, Iran en Jordanië slokt de woestijn meer en meer vruchtbare grond op.
De opwarming van de aarde werkt volgens Alaaldin als een ‘vermenigvuldiger’ van de conflicten en de problematiek die de regio al eigen zijn. Neem waterschaarste: ‘Nu al zie je dat een tekort aan drinkwater bewoners van het platteland naar dichtbevolkte steden drijft. Dit zet de al overbelaste infrastructuur van deze plekken nog verder onder druk en leidt tot sociale onrust.’ Hij noemt de vijf jaar droogte voorafgaand aan de Syrische burgeroorlog als voorbeeld. Verdere opwarming van de aarde leidt tot nog meer waterschaarste en dus meer armoede en sociale onrust. Vluchtelingenstromen worden omvangrijker en de toenemende wanhopige thuisblijvers zullen een makkelijk doelwit vormen voor rekruterende extremistische groepen.
Experts vrezen een militair conflict
In een warmere wereld wordt water een geopolitiek wapen. Turkije bijvoorbeeld controleert meer dan 90 procent van het water dat de Eufraat instroomt en bijna de helft van de toevoer tot de Tigris, de twee grote rivieren aan wier vruchtbare oevers enkele van de allereerste beschavingen ontstonden.
De afgelopen jaren liet de regering in Ankara het water van de Eufraat aftappen als onderdeel van haar militaire strategie in de oorlog in Syrië. Deze actie veroorzaakte benedenstrooms immers meteen problemen voor de Syrische en Iraakse voedselproducenten en energieleveranciers.
Tegelijkertijd hebben de Irakezen last van de grote hoeveelheid kleinere dammen die buurland Iran bouwt. In Noord-Afrika is het ook raak: de Egyptische president Abdel Fattah el-Sisi noemt de nieuwe Nijldam in Ethiopië een ‘existentiële bedreiging’. Experts vrezen dat het in beide gevallen kan uitdraaien op een militair conflict.
Op mysterieuze wijze gestorven
De effecten van de klimaatcrisis zijn soms onnavolgbaar. Ook in Libanon. Een jaar of twintig geleden stierven op mysterieuze wijze grote aantallen ceders in het reservaat Tannourine. De oorzaak was onbekend, het kwam in elk geval niet door bosbranden, houtkap of warmer weer. Wat bleek? De Cephalcia tannourinensis, een type inheemse bladwesp, had zijn levenscyclus zo aan het veranderde klimaat aangepast dat zijn larven op hetzelfde moment uitkwamen als dat de cederboom zijn knoppen kreeg, en die aten ze op. Dit deden ze zo vlijtig dat tussen 2006 en 2018 alleen al 7,5 procent van de bomen in het duizenden jaren oude bos stierf door de wespenplaag.
Het ecosysteem in de Libanese cederbossen en de situatie in het Midden-Oosten lijken op elkaar in de zin dat beide fragiel zijn en onder druk staan. De opwarming van de aarde doet wat al een precaire balans is verder kantelen, met destructieve en onoverzienbare gevolgen.
Toch blijft Omar van natuurreservaat Chouf Cedar optimistisch. Er kan volgens hem veel veranderen als mensen zich er op lokaal niveau toe zetten. ‘Toen ik een jaar of tien oud was, verwoestte een enorme brand het bos naast mijn geboortedorp. De dorpsbewoners besloten toen zelf maar te investeren in natuurbehoud. En wat denk je? Binnen de kortste keren verschenen er toeristen, iemand opende zelfs een hotelletje. Dat was nog eens wat in ons kleine dorp.’ Welke les Omar hieruit trekt? Succes wordt bepaald door de gewone man het belang van natuurbehoud te laten inzien, zeker als het kwartje bij overheden nog niet is gevallen.
Deze publicatie is tot stand gekomen met steun van het Fonds Bijzondere Journalistieke Projecten. (www.fondsbjp.nl)