Als Israël had geluisterd naar de westerse oproep tot een staakt-het-vuren, had opperterrorist Hassan Nasrallah nog geleefd. Heel goed dat Israël niet thuis gaf, schrijft René van Rijckevorsel.
Met de dood van Hassan Nasrallah heeft Israël zichzelf en de rest van het Midden-Oosten een dienst van onschatbare waarde bewezen. Niet alleen in Israël, maar ook in Libanon, Syrië en zelfs Iran zijn duizenden de straat opgegaan om zijn dood te vieren.
De 64-jarige absolute leider van de sjiitische terreurbeweging Hezbollah maakte uit naam van Allah een groot deel van Libanon en het noorden van Israël onleefbaar. Gesteund door het duivelse bewind in Teheran streefde hij twee doelen na: een sjiitische staat in Libanon met politieke middelen, én de complete vernietiging van Israël door terreur en geweld.
Nu is hij zelf vernietigd.
Hassan Nasrallah will no longer be able to terrorize the world.
— Israel Defense Forces (@IDF) September 28, 2024
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Superieur inlichtingenwerk van de Mossad
Nasrallah kwam vrijdagavond 27 september om het leven bij een bombardement op een ondergrondse bunker in het zuiden van de Libanese hoofdstad Beirut. Hij zou daar in het gezelschap hebben verkeerd van andere leiders van Hezbollah, onder wie zijn beoogd opvolger.
Dat de Israëlische geheime dienst Mossad de verblijfplaats van de altijd voortvluchtige, paranoïde Nasrallah kende, wijst op superieur inlichtingenwerk.
Een net zo knappe prestatie als het gelijktijdig laten exploderen van de piepers en portofoons van duizenden Hezbollah-strijders op 17 en 18 september. En de dood van Ismail Haniyeh, politiek leider van Hamas, na een ontploffing in zijn (niet zo) safehouse in Teheran op 31 juli.
Hezbollah zou nog zeker 120.000 raketten hebben
De Mossad kan zichzelf weer aankijken in de spiegel. Dat was een jaar geleden wel anders, toen Hamas-terroristen hun bloedbad in Israël aanrichtten onder onschuldige burgers – het begin van de oorlog in Gaza die zich de afgelopen weken uitbreidde naar het zuiden van Libanon, van waaruit Hezbollah in een jaar tijd al achtduizend raketten op Israël en de Golan afvuurde.
Hezbollah zou nog beschikken over 120.000 tot 200.000 raketten. Het grootste deel van het arsenaal bestaat uit kleine, ongeleide grondraketten. Maar de groep heeft ook grotere exemplaren. Woensdag 25 september vuurde Hezbollah een ballistische raket af op het hoofdkwartier van de geheime dienst Mossad bij Tel Aviv.
Nu Hezbollah is onthoofd en de strijders geen communicatiemiddelen meer hebben, lijkt de terreurbeweging zo verzwakt dat Israël niet moet aarzelen om een finale klap toe te dienen.
Gelukkig oproep tot staakt-het-vuren in de wind geslagen
Alleszins begrijpelijk is het dat Israël vrijdag 27 september de oproep tot een staakt-het-vuren van drie weken in de wind sloeg. Die oproep was een initiatief van de Verenigde Staten en Frankrijk en werd gesteund door vele westerse landen waaronder Nederland, bij monde van premier Dick Schoof.
Een wapenstilstand zou Hezbollah in staat stellen om de communicatielijnen te herstellen die Israël zo knap had weten uit te schakelen, en was dus vooral in het belang van de terreurorganisatie.
Dat Israël veelal zijn eigen goddelijke gang gaat en soms te weinig oor heeft voor oproepen tot redelijkheid, vooral in Gaza, is vaak reden tot zorg. Maar in dit geval had de Joodse staat het grootste gelijk van de wereld.
Als ze in Jeruzalem naar Dick Schoof hadden geluisterd, had de haatdragende oorlogshitser Hassan Nasrallah nog geleefd.