De internationale steun voor de oppositie tegen het regime van de Syrische president Bashar al-Assad is afgenomen. In de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties steunden nog 107 landen de oppositie tegenover 133 vorig jaar.
Dat bleek woensdag bij een stemming in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties in New York.
De 107 stemmen waren wel voldoende om tot een resolutie te komen waarin de VN-lidstaten oproepen tot een vreedzame transitie in de vorm van een tussenregering.
Radicalen
Maar de steun voor de Syrische Nationale Coalitie die de tussenregering zou moeten gaan vormen, neemt af. Alle landen van de Europese Unie stemden voor de resolutie, maar twaalf landen stemden tegen en maar liefst 59 landen onthielden zich van stem.
Er is een stijgende vrees voor radicalisering binnen de vrijheidsvechters. Zo zouden steeds meer mensen zich bij het moslimfundamentalistische Al Nusra aansluiten.
Chemische wapens
Daarnaast blijven er de hardnekkige geruchten over de inzet van chemische wapens waarvan niemand nou precies weet of die door Assad of door de rebellen zijn gebruikt.
Tijdens de vergadering in New York werd er stilgestaan bij het trieste aantal van 80.000 doden die naar schatting in de Syrische burgeroorlog zijn gevallen. Het overgrote deel van de slachtoffers zijn geen strijders, maar gewone burgers.