De Turkse premier Recep Tayyip Erdogan heeft zich woensdag verdedigd tegen kritiek op de vermeende gebrekkige veiligheid rond mijnen in Turkije. Ernstige mijnrampen zoals dinsdag in Soma zijn volgens hem geen bijzonderheid.
Op de plek van de ramp ging Erdogan tegenover de verzamelde media ver terug in het verleden, schrijft de Turkse krant Hürriyet. De premier haalde bijvoorbeeld een Brits mijnongeluk uit 1838 aan. ‘Daar vielen toen 204 doden.’
De premier vervolgde met andere negentiende-eeuwse rampen. ‘In 1866 vonden in Groot-Brittannië 316 mijnwerkers de dood. Bij een explosie in 1894 kwamen 290 mensen om het leven.’
Techniek
Hij riep de aanwezigen op te kijken naar de Verenigde Staten, waar ondanks ‘alle technologische mogelijkheden en alles’ in 1907 toch een grote mijnramp plaatshad.
De premier kondigde wel aan dat de oorzaak van het ongeluk zeer precies zal worden onderzocht, maar benadrukte dat de mijn in de westelijke regio ‘een van de veiligste van Turkije’ was.
Koolmonoxide
Het dodental van de mijnramp van dinsdag is intussen opgelopen tot 240. De vrees bestaat dat nog 120 medewerkers in de mijn vastzitten. De kans dat zij nog leven, lijkt klein. Reddingsploegen vonden vanmiddag geen levende mannen meer.
Zo’n 450 mijnwerkers zouden zijn gered, nadat diep onder de grond brand uitbrak. Die zorgde voor een snelle verspreiding van koolmonoxide, waardoor veel mijnwerkers zijn gestikt.
Terwijl in de schachten naar vermisten werd gezocht, reageerden mensen buiten woedend. Een menigte floot Erdogan uit. De betogers riepen de premier en zijn regering op af te treden, omdat zij te weinig zouden doen om mijnrampen als deze te voorkomen. De Turkse regering kondigde drie dagen van nationale rouw af.