Donderdag nam 37 procent van de Nederlandse kiezers de moeite te stemmen voor de Europese Verkiezingen. Maar in Slowakije lag de opkomst nog een flink stuk lager.
Iets meer dan een op de tien kiesgerechtigden van dat land besloot te stemmen. Ook onder de Polen was er zondag weinig animo voor de verkiezingen voor het Europees Parlement. Volgens het onderzoeksbureau Ipsos ging slechts 22,7 procent van de stemgerechtigden naar het stemhokje.
Crisis
In de Europese Unie (EU) lag de gemiddelde opkomst rond 43,11 procent. De opkomst is daarmee een fractie hoger dan de vorige keer in 2009, toen 43 procent de moeite nam.
Het gaat om een eerste schatting. Bij de eerste Europese parlementsverkiezingen in 1979 lag de opkomst nog op 61,99 procent. Daarna ging de opkomst elke verkiezingsronde naar beneden.
In Italië en Griekenland ging juist een aanzienlijk aantal kiezers naar het stemlokaal, respectievelijk 60 en ruim 57 procent. Dat is opvallend, omdat die EU-lidstaten zwaar werden getroffen door de crisis en ingrijpende bezuinigingsmaatregelen kregen opgelegd vanuit Brussel.