Nederland heeft het plan voor het leveren van hulpgoederen aan ontheemden en hulpbehoevenden in het noorden van Irak aangepast. Het leger vliegt de hulpgoederen nu direct naar de stad Arbil.
Dat heeft een woordvoerder van minister Lilianne Ploumen (Ontwikkelingssamenwerking,PvdA) gezegd.
Sinjar-gebergte
De hulpgoederen worden niet langer, zoals eerder gepland via de Verenigde Arabische Emiraten door de Australische luchtmacht gedropt boven het Sinjar-gebergte, maar door een Nederlands transportvliegtuig naar de Noord-Iraakse stad Arbil gebracht en daar overhandigd aan de Verenigde Naties.
Naar verwachting zal een Hercules-transportvliegtuig maandag van Eindhoven naar Arbil vliegen. Aanvankelijk was het plan dat de hulpgoederen zouden worden gedropt boven het Sinjar-gebergte waar veel Jezidi’s waren gestrand.
Situatie verbeterd
Maar de situatie in het gebergte lijkt te zijn verbeterd. De omsingeling van IS-terroristen is dankzij bombardementen ten einde en veel Jezidi’s zijn erin geslaagd van de berg af te komen. Omdat er rond Arbil vele duizenden vluchtelingen snelle hulp nodig hebben, richt Nederland zich nu op die regio.
De VN-organisatie voor humanitaire hulp (Ocha) zal de goederen in het noorden van Irak verdelen. De inhoud van de Nederlandse noodhulp is ook aangepast. Het gaat nu vooral om veel dekens, biscuits met een extra hoge voedingswaarde, led-lampen en water. De parachutes, bedoeld voor de droppings boven Sinjar, zijn niet meer nodig.