De situatie rond de Jezidi’s in het Sinjar-gebergte in Noord-Irak is een stuk gunstiger dan voorheen gedacht. Er komt om die reden waarschijnlijk geen evacuatiemissie.
Dat meldt het Amerikaanse ministerie van Defensie donderdag.
Positief
Een team van de Amerikaanse ‘special forces’ is enkele dagen geleden gedropt in het Sinjar-gebergte. De militairen hebben de balans opgemaakt en zijn tot de conclusie gekomen dat de situatie niet zo erg meer is als voorheen werd gemeld.
‘De Jezidi’s die zijn overgebleven zijn in betere staat dan voorheen werd gedacht’, schrijft het Pentagon in een verklaring. ‘Ze blijven toegang houden tot het voedsel en water dat wij hebben gedropt’. Er is daarom ‘veel minder kans’ op een evacuatiemissie voor de Jezidi’s die zijn gevlucht uit angst voor de terroristen van IS (voorheen ISIS).
Bombardementen
Volgens Amerika hebben de bombardementen van de afgelopen dagen ervoor gezorgd dat veel Jezidi’s hebben kunnen vluchten. De voedselpakketten hebben ervoor gezorgd dat veel Jezidi’s op kracht hebben kunnen komen om zo in staat te zijn een lange reis te maken.
De Amerikanen zullen de komende dagen overigens gewoon doorgaan met het bestoken van IS-doelen rond de Koerdische stad Erbil. Er zijn veel westerse oliebelangen in de stad en Amerika wil die beschermen tegen de terreur van IS.
Humanitaire hulp
Door het geweld van de terreurorganisatie zijn er in Irak vele duizenden op de vlucht geslagen. Veel Europese landen sturen daarom hulpgoederen naar het land.
Ook Nederland zal tientallen parachutes, water, voedsel en honderden dekens sturen. In totaal heeft het kabinet een miljoen euro vrijgemaakt voor de levering van hulpgoederen.