Marco Rubio’s jacht op links-extremistische raddraaiers als Antifa gaat onverminderd door

Marco Rubio, minister van Buitenlandse Zaken VS. Beeld ANP.

In dit artikel

De feiten: Regering-Trump zet vier extreem-linkse groeperingen op terreurlijst

Minister van Buitenlandse Zaken Marco Rubio heeft vier nieuwe namen toegevoegd aan de Amerikaanse terreurlijst. De vier organisaties krijgen het label FTO (Foreign Terrorist Organization).

De Amerikaanse minister heeft de bevoegdheid om buitenlandse organisaties als FTO aan te wijzen, wanneer ze zich bezighouden met terreur en een bedreiging vormen voor de veiligheid van Amerikaanse staatsburgers of de nationale veiligheid.

Op grimmige lijst gezet door minister Marco Rubio

De FTO-lijst bestaat uit ongeveer tachtig organisaties: een bont gezelschap van islamistisch-extremistische groepen zoals Hamas, Hezbollah, Boko Haram en Al-Qa’ida. Maar ook nationalistische en separatistische bewegingen zoals de Irish Republican Army (IRAI, en gewelddadige criminele organisaties, waaronder grote drugskartels zoals het Sinaloa-kartel en Los Lobos.

Aan dit rijtje worden nu de vier extreem-linkse Europese groepen toegevoegd. Allereerst Antifa Ost. Een ‘antifascistische’ beweging uit het oosten van Duitsland, ook bekend als de ‘Hammerbande’, omdat ze bij diverse aanvallen hamers en knuppels gebruikte.

De groep stond in Duitsland jarenlang centraal in een grote strafzaak tegen een tienkoppige cel die systematisch geweld pleegde tegen personen die zij als neonazi’s beschouwde.

CEO in knie geschoten door anarchisten

Ook het Italiaanse Informal Anarchist Federation/International Revolutionary Front (FAI/FRI) krijgt een plekje op de FTO-lijst. Al sinds de jaren 2000 is deze club actief met gewelddadige acties, zoals het versturen van bombrieven en het plegen van aanslagen.

Zo pleegde ze bomaanslagen op de Zwitserse en Chileense ambassades in Rome, waarbij twee medewerkers gewond raakten, één van hen ernstig. In 2012 werd Roberto Adinolfi, topman van het nucleaire bedrijf Ansaldo Nucleare, in zijn been geschoten – een zogenoemde ‘kneecapping’ – door twee gemaskerde daders. Een cel binnen FAI/FRI eiste de aanslag op.

In Griekenland wordt Armed Proletarian Justice verantwoordelijk gehouden voor het plaatsen van een explosief in de wijk Zografou in Athene, vlakbij het hoofdkwartier van de antiterreurbrigade van de politie. Het explosief werd onschadelijk gemaakt. De groep eiste de verijdelde aanslag op in een verklaring waarin zij stelde geen onschuldige burgers te willen raken, maar ‘slechts de politie wilde treffen’.

Bomaanslag na treinramp

Tot slot is er de relatief nieuwe Griekse groep Revolutionary Class Self-Defense, die in 2025 verantwoordelijk werd gehouden voor twee bomaanslagen in Athene. De eerste was gericht op het Griekse ministerie van Arbeid. De schade bleef beperkt.

De tweede aanslag was gericht op het kantoor van de Griekse spoorwegen, en werd door de revolutionairen gerechtvaardigd door het grote Tempi-treindrama waarbij 57 doden vielen. Volgens de groep was dat ongeluk het gevolg van structurele nalatigheid van zowel het spoorbedrijf als de overheid.

EW’s visie: Vraag is of zet Marco Rubio proportioneel is

Door: Nard Lodewijk, redacteur Defensie & Nationale Veiligheid

Het aanmerken van deze vier organisaties is tekenend voor de voortdurende jacht van de Amerikaanse regering op extreem-linkse groeperingen. Antifa is in de Verenigde Staten al jaren een omstreden club. Zeker sinds de moord op de conservatieve activist en spreker Charlie Kirk in september.

In die zaak werd al snel duidelijk dat verdachte Tyler Robinson banden had met extreem-linkse netwerken, waaronder aan Antifa gelieerde kringen. In dat klimaat is het niet verrassend dat de regering-Trump de blik richt op gelieerde clubs.

Vormen deze groepen echt een gevaar voor de VS?

Rubio staat formeel in zijn recht: hij heeft het mandaat om buitenlandse groepen op de terreurlijst te plaatsen, en hij voldoet aan de wettelijke criteria. Wel is de vraag of het niet wat overdreven is.

Ja, deze organisaties komen uit het buitenland, en ja, ze plegen gewelddadige, soms zelfs terroristische aanslagen. Maar om te stellen dat zij een concrete bedreiging vormen voor de veiligheid van Amerikaanse burgers en de nationale veiligheid, is vergezocht.

Het gaat immers om zeer kleine, gedecentraliseerde cellen in het oosten van Duitsland en in delen van Griekenland en Italië, die slechts sporadisch tot gewelddadige acties overgaan.

Marco Rubio zet groepen op zelfde lijst als IS en Boko Haram

Die incidenten zijn ernstig, maar gebeuren vrijwel volledig buiten de invloedssfeer en jurisdictie van de Verenigde Staten. Toch plaatst Rubio ze in dezelfde categorie als Boko Haram, Al-Qa’ida, IS en andere wereldwijd opererende, extreem gewelddadige organisaties.

De vraag is of dat proportioneel is, want het is niet slechts een symbolische stap. De FTO-status heeft verstrekkende juridische gevolgen voor iedereen die de betreffende groepen materieel of financieel ondersteunt.

Verdere verdieping: Jaren de cel in wegens steun aan Antifa

Wanneer een organisatie de FTO-status krijgt, is het voor iedereen verboden om ‘materiële steun’ te leveren aan die organisatie. Material support omvat in de Amerikaanse wetgeving het verstrekken van geld of andere financiële middelen, training, advies, huisvesting, communicatiemiddelen, transport en eigenlijk elk vorm van ondersteuning.

De strafmaat loopt op tot vijftien jaar. Wanneer iemand om het leven komt als gevolg van de gesteunde activiteiten, kan de straf oplopen tot levenslang.

‘Liefdadigheidsorganisatie’ blijkt fondsenwerver voor Hamas

In de afgelopen decennia zijn tal van rechtszaken gevoerd in de Verenigde Staten over dit onderwerp. De bekendste is die tegen de Holy Land Foundation (HLF), destijds de grootste islamitische ‘liefdadigheidsorganisatie’ in de Verenigde Staten. In 2001 belandde HLF op de terreurlijst en werden bezittingen bevroren vanwege financiële steun aan Hamas.

Vervolgens werden in 2008 vijf personen, die nog altijd gelieerd waren aan HLF, veroordeeld wegens het ‘samenzweren om materiële steun te leveren’. Het ging om 12 miljoen dollar. Twee van de leiders, Shukri Abu Bakr en Ghassan Elashi, kregen 65 jaar gevangenisstraf.

Is vreedzame ondersteuning van partij als PKK strafbaar?

De vraag hoever het verbod op materiële steun reikt, werd zelfs tot aan het Amerikaanse Hooggerechtshof uitgevochten. In de zaak Holder v. Humanitarian Law Project (HLP) uit 2010, wilde HLP de PKK (Koerdische Arbeiderspartij, tevens een militante beweging) bijstaan met ‘niet-gewelddadige middelen’, zoals conflictbemiddeling, juridische advisering en training op het gebied van mensenrechten.

De centrale vraag was of ook zulke vreedzame ondersteuning strafbaar is. Het Hooggerechtshof besliste van wel.

Antifa staat bekend om internationale contacten

Dat betekent dat de jacht op Antifa-gelieerde groepjes nu een nieuwe fase ingaat. Antifa-netwerken staan bekend om hun internationale online contacten. Maar vanaf het moment dat hun Duitse, Griekse en Italiaanse evenknieën als FTO zijn aangewezen, kan elk contact waarbij middelen, kennis of hulp worden uitgewisseld, juridisch gelden als materiële steun.

Wie in de Verenigde Staten – of als Amerikaan in het buitenland – ook maar op enige manier wordt betrapt op het verschaffen van ‘middelen’ aan deze groepen, loopt daarmee het risico om vijftien jaar de gevangenis in te gaan.