Er valt voor Europese landen veel te winnen bij een nauwere samenwerking met China. Vooral op het gebied van handelsrelaties, maar ook wat betreft vrijhandel en klimaat kunnen we internationaal samen optrekken. Zeker nu Amerika het laat afweten, schrijft Fred Sengers.
Woensdag arriveerde de Chinese premier Li Keqiang in Berlijn. Het is alweer het derde bezoek van Li aan Duitsland in vijf jaar tijd. Bondskanselier Angela Merkel is zelfs al negen keer in China geweest, sinds ze in 2005 aan de macht kwam.
Duitsland is een van de weinige landen in de wereld die meer exporteren naar China dan importeren uit de fabriek van de wereld. Het tekent het enorme succes van de Duitse maakindustrie. Ook met die andere grote economie, die van de Verenigde Staten, heeft Duitsland een handelsoverschot.
Korte tussenstop
De Duitse hoofdstad is ditmaal een korte tussenstop voor Li. Donderdag en vrijdag is hij in Brussel voor het jaarlijkse topoverleg tussen de Europese Unie en China. Die top is dit keer belangrijker dan ooit. Dat heeft alles te maken met een andere top van wereldleiders; de G7-top afgelopen weekeinde in Sicilië.
Daar maakte de Amerikaanse president Donald Trump duidelijk dat hij definitief zijn eigen weg wil gaan op het gebied van globalisering en vrijhandel, en weinig op heeft met zijn ideologische EU-bondgenoten.
Geld nodig
Dat er structureel iets verandert in de wereldorde is al langer duidelijk. Wie internationaal politiek, militair en cultureel zijn invloed wil laten gelden, heeft daarvoor geld nodig. In theorie kunnen de grootste economieën op het wereldtoneel een hoofdrol spelen. Geopolitiek is geo-economie, wordt dan gezegd.
Daarom is Amerika al decennialang dominant op het wereldtoneel en was de Sovjet-Unie gedoemd te verdwijnen (en overspeelt Poetins Rusland momenteel zijn hand, tenminste zolang de olieprijzen laag blijven).
Rekening houden met de Chinezen
Nu China de tweede economie ter wereld is geworden –volgens sommige rekenmethodes al de grootste – is het niet meer dan logisch dat de Volksrepubliek internationaal een grotere broek aantrekt. Het land worstelt met die nieuwe rol en maakt zich soms bewust kleiner dan dat ze is. Maar naarmate de Chinese belangen over de wereld toenemen, zal China zijn invloed meer laten gelden.
Dat betekent niet dat de Verenigde Staten plotseling hun machtspositie kwijt zijn. Het betekent wel dat in toenemende mate rekening moet worden gehouden met de wensen en belangen van de Chinezen. En waar die botsen zullen de Amerikanen moeten werken aan een compromis en soms ook hun verlies moeten nemen.
Zelfbenoemde rasonderhandelaar
Deze ontwikkeling is al jarenlang aan de gang en gaat zo geleidelijk dat we gevolgen onderschatten of domweg niet altijd in de gaten hebben. Ook onder een andere Amerikaanse president zou het niet anders zijn gegaan. Hillary Clinton had dat haarfijn in de gaten. Als minister van Buitenlandse Zaken formuleerde zij de pivot to Asia; een draai van het Amerikaanse buitenlandbeleid naar Azië.
Trump brengt het hele proces in een stroomversnelling. Zijn America First-principe is een schijntegenstelling natuurlijk, want van delen of samenwerken hoef je per saldo niet slechter te worden, dat zou deze zelfbenoemde rasonderhandelaar moeten weten. De logica gebiedt in deze situatie dat de Amerikanen juist hun bondgenoten koesteren om hun internationale invloed te behouden. Vooralsnog gebeurt het omgekeerde.
Merkel begrijpt het
Dat dwingt Europese landen om hun positie in de wereld te heroverwegen. Merkel begrijpt dat heel goed. Minder afhankelijk van Amerika, een sterk Europa en de relaties met China verbeteren. Er valt van alles aan te merken op de bestuurlijke moloch Brussel en het democratisch tekort van het Europese project, maar geopolitiek gezien valt er veel voor te zeggen dat de Europese Unie haar krachten bundelt. Gezamenlijk vormen we een enorm economisch blok en zijn we de belangrijkste handelspartner van zowel de Verenigde Staten als China.
Deze week in ElsevierMerkel heeft besloten: Europa moet één groot machtsblok vormen. Los van Amerika, samen met het Frankrijk van Macron. Wil dat slagen, dan moet Duitsland grootsheid tonen en ophouden met moraliseren >
Er valt voor Europese landen veel te winnen bij een nauwere samenwerking met China. Vooral het uitbouwen van de handelsrelaties natuurlijk, maar ook op het gebied van vrijhandel en klimaat kunnen we internationaal samen optrekken nu Amerika het laat afweten.
Gelijk speelveld
Dat betekent niet dat we China naar de mond hoeven praten. Zeker, de Chinese leiders laten zich niet meer de les lezen. Maar gezamenlijk zijn we voor China een gelijkwaardige gesprekspartner die voor Europese belangen kan opkomen. Zoals een gelijk speelveld voor wederzijdse investeringen. Of een grotere bijdrage van China aan internationale vrede en veiligheid.
Ook zou Europa bij China kunnen aandringen op een beter naleven van de internationale rechtsorde. Naarmate China’s rol op het wereldtoneel groeit, zijn er meer gezamenlijke belangen dan we denken. Bondgenoten zullen we gezien de ideologische verschillen niet snel worden, maar partners… Waarom niet?