Een kartel van halfgeleiders producerende landen is nodig om de ontwikkeling en economische groei van China af te remmen, schrijft strateeg Paul Verhagen voor EW Podium. Maar China in zijn technologische achilleshiel treffen zal niet alleen consequenties hebben voor de mensen daar, reageert China-deskundige Fred Sengers in een ingezonden opinie.
China is inmiddels de tweede economie ter wereld en in het voetspoor van zijn economische slagkracht is China’s invloed in de hele wereld voelbaar. De westerse hegemonie die wij zo vanzelfsprekend vinden, is daarmee doorbroken. De vraag is hoe we met die nieuwe realiteit omgaan. Vinden we een modus om in die nieuwe multipolaire wereld onze plek te vinden, of proberen we China’s groei te vertragen of zelfs kapot te maken?
Fred Sengers (1968) is onafhankelijk publicist, spreker en onderzoeker over Modern China.
Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van EW.
In zijn artikel ‘Opkomst China noopt tot OPEC van halfgeleiderlanden’ bepleit Paul Verhagen een kartel van landen die halfgeleiders produceren, zoals Nederland, met als doel top of the line chips ‘niet meer aan China te verkopen en innovatie te beschermen’. Dat is een riskant idee.
De OPEC is in 1960 opgericht om in een markt met overproductie de prijs te reguleren (lees: voldoende hoog te houden). Aan halfgeleiders daarentegen is wereldwijd een schreeuwend tekort, wat die prijs opdrijft. Een tekort dat zo ernstig is dat fabrieken over de hele wereld hun productie moeten staken en Philips bedelt om voorrang.
Een tekort dat zich niet zomaar laat wegwerken door productiefaciliteiten bij te bouwen. Daarmee zijn miljarden gemoeid en het duurt minimaal een jaar voordat zo’n faciliteit kan produceren. Dat wil zeggen, de fabrieken die ordinaire chips van 28 nanometer maken. Want met het produceren van hightech 5 nanometer-chips zijn investeringen van tientallen miljarden gemoeid en ondanks jarenlang proberen is het een bedrijf als Intel nog altijd niet gelukt het proces onder de knie te krijgen. De Chinezen moeten de benodigde kennis nog ontwikkelen of kopen.
Afhankelijk maken
De auteur wil van die voorsprong gebruik maken door marktafspraken te maken met als doel China uit te sluiten van de levering van de modernste computerchips. Dus niet alleen een embargo op het leveren van machines om de modernste chips te maken (zoiets bestaat in feite al, zie de ingetrokken exportvergunning voor een EUV-machine van ASML aan China), maar om te voorkomen dat China hoogwaardige computerchips uit het buitenland kan betrekken.
Er valt best iets voor te zeggen om te proberen China nog even afhankelijk van het Westen te houden voor wat betreft de mogelijkheden zelf chips te produceren. Maar het is iets heel anders om, zoals de auteur schrijft, China uit te sluiten van leveranties.
China economisch kapot maken heeft gevolgen voor ons allemaal
Zo’n ban zal niet alleen Chinese producenten treffen, maar iedereen die in China laat produceren, dus ook Apple, Philips, Volkswagen et cetera. En zelfs als we het zo weten te organiseren dat alleen Chinese bedrijven niet krijgen geleverd, zal het enorme gevolgen hebben. Computerchips zitten bijna overal in en vaak zelfs meerdere: in auto’s, laptops, medische apparaten, mobiele telefoons et cetera.
Lees hier het artikel van Paul Verhagen op EW Podium: Opkomst China noopt tot ‘OPEC van halfgeleiderlanden’
Geziens China’s positie als Fabriek van de Wereld zal zo’n chip-embargo de wereldhandel midscheeps treffen. Alledaagse producten zullen enige jaren niet leverbaar zijn, totdat de rest van de wereld de productie heeft overgenomen. Producten zullen daarna in elk geval duurder zijn. Maar dat geeft niet, want de wereld zal in een economische crisis verkeren, waardoor u toch geen geld heeft voor een nieuwe iPhone of BMW. Ruim eenvijfde van de wereldwijde economische groei wordt de komende jaren immers gegenereerd door China, blijkt uit calculaties van het IMF. Het land welbewust economisch kapotmaken heeft niet alleen gevolgen voor de mensen daar, maar voor ons allemaal.
Wie probeert hier nou zijn normen en waarden te exporteren?
Zulk zwaar geschut zet je, kortom, alleen in met zeer zwaarwegende redenen. En wat zijn die dan volgens de auteur? Verhagen vreest toenemende invloed van China in de wereld die ertoe zal leiden dat we onze normen en waarden moeten opgeven. Ik zal niet ontkennen dat China’s invloed in de wereld in het voetspoor van zijn economische macht groter wordt. Welbeschouwd ook weer niet zo gek, dat het land met de meeste inwoners (een op de vijf aardbewoners is Chinees) en de tweede economie ter wereld zijn stem in de wereld laat horen.
Maar op zichzelf ook een merkwaardig verwijt. China heeft een alternatief politiek en bestuursmodel ontwikkeld en daarmee successen behaald. Probeert het zijn model te exporteren? Er zijn wel autoritaire leiders en regeringen die er verlekkerd naar kijken. Maar er is geen handelsverdrag, investeringsovereenkomst of kredietcontract waarin de Chinezen eisen dat buitenlandse regeringen hun politieke en/of economische model overnemen. Dat is ook precies de reden dat veel regeringen in de wereld graag zakendoen met de Chinese staat. Die stelt geen lastige vragen, daar waar westerse regeringen juist allerlei randvoorwaarden stellen over mensenrechten, arbeidsomstandigheden, milieuregels, schoon bestuur et cetera. Wie probeert hier nou zijn normen en waarden te exporteren?
De Lange Arm van Peking
China zet zich wel luidruchtig af tegen democratie, maar dat is vooral bedoeld voor binnenlands gebruik: Chinese burgers zouden eens op het idee kunnen komen dat er een alternatief is voor de eenpartijstaat.
De Lange Arm van Peking dan, die door sommigen zo wordt gevreesd. Heeft u er al veel van gemerkt? Heeft de regering in Den Haag ondanks al die miljarden aan Chinees investeringsgeld of exportbelangen al één beslissing genomen omdat de Chinese leiders in Zhongnanhai dat van hen verwachten? Ik ken ze niet. Naarmate de wederzijdse belangen groter werden, is het kabinet hooguit voorzichtiger geworden met hoe het zijn Chinabeleid formuleert en communiceert. Er is in die zin wel sprake van groeiende invloed van Peking, maar van macht zou ik niet willen spreken. Laat staan dat wij onze manier van leven opgeven. En ik zie dat ook niet snel veranderen, om de simpele reden dat China dat helemaal niet nastreeft. Het interesseert de Chinese leiders echt geen snars of wij een democratie of een autoritair geleid land zijn. Zolang we maar kunnen handelen.
Ik vat het nog even samen. Verhagen stelt voor de wereldeconomie te torpederen uit vrees dat China economisch te sterk wordt. En hij is bereid spelregels van de liberale economische orde zoals vrijhandel los te laten, uit angst dat China ons dwingt ze op te geven. Dat klinkt als een slecht doordacht idee. Maar wie ben ik?