Nu oud-president Jacob Zuma is veroordeeld, kan opvolger Cyril Ramaphosa eindelijk aan de slag met de grote schoonmaak in Zuid-Afrika, schrijft Robbert de Witt. Hij kan het beste beginnen bij zijn eigen partij, Nelson Mandela’s ANC. Daar is nog genoeg rot.
Heel netjes is het niet, om te applaudisseren als een oud-president door een rechter wordt veroordeeld tot vijftien maanden celstraf. Maar in het geval van Jacob Zuma, president van Zuid-Afrika van 2009 tot 2018, zullen velen in zijn land slechts opluchting voelen. Hij heeft veel kapotgemaakt, en zijn veroordeling kan een eerste stap naar herstel zijn.
Zuma is betrokken bij een hele reeks schandalen. Onder zijn presidentschap was vriendjespolitiek en corruptie aan de orde van de dag. De steenrijke Indiase familie Gupta had een veel te grote vinger in de pap. Iedereen in de directe omgeving van Zuma profiteerde ervan – en zelf was hij er ook niet vies van, zie bijvoorbeeld de enorme ranch die hij op kosten van de staat liet bouwen.
Robbert de Witt (1978) is Buitenlandredacteur bij EW. Hij blogt wekelijks op donderdag over mondiale ontwikkelingen en de gevolgen ervan voor Nederland en Europa.
Jaren van krimp en verwaarlozing
In negen jaar tijd is veel kapotgemaakt door Zuma’s regering. In de eerste plaats in de Zuid-Afrikaanse economie. Goed, Zuid-Afrika is nog altijd een ‘powerhouse’ in Afrika. Maar in 2010 werd het land nog gezien als één van de BRICS-landen: nieuwe, niet-westerse grootmachten. Wellicht omdat uit politiek-correct oogpunt er ook een Afrikaans land in het rijtje moest worden opgenomen, naast Brazilië, Rusland, India en China. Toch was het niet verwonderlijk dat destijds voor Zuid-Afrika werd gekozen, en niet voor bijvoorbeeld Nigeria, dat inmiddels de grootste economie van Afrika heeft.
Niemand heeft het nu nog over een gouden toekomst voor de Zuid-Afrikaanse economie, terwijl het land vóór 2010 een aantal ijzersterke conglomeraten telde, de bevolking hoogopgeleid was, en de overheidsvoorzieningen goed waren vergeleken met veel andere niet-westerse landen. Daarvan is maar weinig meer over, na jaren van economische krimp en vooral verwaarlozing onder, inderdaad, Jacob Zuma.
Democratie zonder concurrentie creëert corruptie
Tegelijk is het vertrouwen van de bevolking weggesmolten. Ook dat mag het ANC zich grotendeels aanrekenen. De partij van Nelson Mandela, zo hoopvol begonnen aan het uitoefenen van de macht, is een starre machtspartij geworden. Het ANC teert nog altijd op het heroïsche verleden van verzet tegen het apartheidsregime. Daarmee claimt de partij het morele leiderschap in het multi-etnische land, en kiezers gaan daarin mee. Telkens staat bij verkiezingen buiten kijf dat het ANC zal winnen en de volgende president zal leveren. Maar democratie zonder concurrentie creëert corruptie.
Het is Zuma niet allemaal aan te rekenen, velen in het ANC stonden erbij en keken ernaar. Maar deze politicus is wel het product van een verziekte bestuurscultuur. Zuma en de zijnen waanden zich onaantastbaar. In de Zuma-jaren is omgerekend zo’n 30 miljard euro aan overheidsgeld ‘verdwenen’.
Afgelopen januari bepaalde het Zuid-Afrikaanse Grondwettelijk Hof dat Zuma moest verschijnen voor een commissie die de jarenlange corruptie onderzocht. Maar Zuma vond de commissie bevooroordeeld. Nu krijgt Zuma vijftien maanden opsluiting opgelegd wegens minachting van het Hof.
Lees meer over Zuma: corruptieschandaal bepaalt toekomst ANC
De rot in het ANC
Intussen kan zijn opvolger, president Cyril Ramaphosa, zijn grote schoonmaak voortzetten. Hij kan het beste beginnen bij zijn eigen partij, want daar is nog genoeg rot. De veroordeling was een goed moment geweest voor het ANC om dit smoezelige hoofdstuk af te sluiten. Maar in een verklaring stelde het ANC slechts dat het ‘zonder twijfel een moeilijke periode is voor de partij’. En dat iedereen ‘kalm’ moet blijven.
Zo laat de hoognodige grote schoonmaak nog wel even op zich wachten.