De mogelijke presidentskandidaat Éric Zemmour splijt de Joodse gemeenschap in Frankrijk, schrijft René ter Steege. Vooraanstaande leden haten hem, anderen eren hem als ‘de laatste kans om ballingschap te voorkomen’.
‘Gaat het over Zemmour, dan verbergt een deel van Frankrijks Joden het gezicht uit schaamte dat sommigen van ons hem steunen,’ schreef de Franse journalist Jean Stern onlangs. Ook hij gaat gebukt onder schaamte, net als de mediagenieke filosoof Bernard-Henri Lévy. ‘BHL’ noemde Zemmour, een ‘belediging voor de naam Jood’. Waarop zijn doelwit hem uitmaakte voor ‘verrader’ en ‘de grootste propagandist van het antisemitisme ter wereld’.
René ter Steege (Den Haag, 1949) werkte na zijn studie Frans als verslaggever en redacteur buitenland bij Het Parool en de Franse krant Le Monde. Hij vertaalde boeken uit het Frans en schreef over extreem-rechts in Frankrijk, onder wie Marine Le Pen.
Ingezonden opinieartikelen worden geselecteerd door de redactie, maar vertegenwoordigen niet noodzakelijkerwijs het standpunt van EW.
Michel Kalifa, leider van de invloedrijke Joodse organisatie Crif, riep de Joden op Zemmour geen enkele stem te geven, waarop deze de ‘nuttige idioot Kalifa’ uitnodigde samen een synagoge te bezoeken om te zien wie het hartelijkst zou worden begroet.
Ook verwijt hij zijn critici de ongeveer 700.000 Franse Joden te beschouwen als een ‘eenheid’ die de macht in Frankrijk wil overnemen. ‘Precies wat antisemieten veinzen te geloven,’ aldus Zemmour, wiens provocaties voormalig nazi-jager Serge Klarsfeld en zijn zoon Arno aanspoorden tot een oproep aan Franse Joden niet te stemmen op ‘de man die Joodse waarden vertrapt’.
De nuance gaat in dit soort verhitte debatten altijd verloren
Tegenover zoveel geschut van zwaar intellectueel en moreel kaliber is het moeilijk bekende Fransen van Joodse origine te vinden die het opnemen voor Zemmour. De publicist en advocaat Gilles-William Goldnadel is een uitzondering, maar hij is voor velen te veel geëncanailleerd met uiterst rechts, net als het blad Causeur, dat een welwillende neutraliteit jegens Zemmour aan de dag legt.
De weerzin is begrijpelijk, gezien ras-provocateur Zemmours steeds weer herhaalde bedekte lof voor het collaborerende Vichy-regime, dat Franse Joden tijdens de Duitse bezetting zou hebben gevrijwaard van massale deportatie. Dan is het voor sommigen nog maar een kleine stap om de man zelf te beschuldigingen van niet alleen joodse zelfhaat en collaboratie, maar ook van antisemitisme. Een voor een Jood opmerkelijk verwijt, dat ervan uitgaat dat Zemmour dezelfde mate van sympathie voor ‘Vichy’ aan de dag legt als zijn bewonderaar Jean-Marie Le Pen. Dat is niet zo, maar de nuance gaat in dit soort verhitte debatten altijd verloren, dat wist Zemmour toen hij dit mijnenveld van gevoeligheden betrad.
Weinig Joden bij extreem-rechts
Had hij zijn neiging tot provocaties weten te beteugelen, dan zou hij bij de verkiezingen in april volgend jaar mogelijk een ‘gewone’, maar zeer conservatieve presidentskandidaat zijn geweest, zij het van Joodse komaf. Nu maakt juist zijn Joodse identiteit zijn eventuele kandidatuur extra pikant. In de Franse politiek zijn Joden vertegenwoordigd in alle partijen, maar tot Zemmours al dan niet gemeende kandidatuur bijna niet bij extreem-rechts.
Lees ook dit portret van correspondent Kleis Jager: Reactionaire polemist Éric Zemmour wil Frankrijk redden
En uitgerekend daar heeft Zemmour het binnen de kortste keren tot held geschopt. Zo antisemitisch zijn die ultra’s dus kennelijk niet. Marine Le Pen, die zoveel heeft geïnvesteerd om haar partij van het extremistische stigma te ontdoen, probeerde vergeefs hem aan haar kant te krijgen. Maar Zemmour, al meer dan twintig jaar een van Frankrijks meest geliefde en gehate polemisten, bedankte voor de eer, begon voor zichzelf en haalde Marine rechts in.
Kandidaat is hij officieel nog niet
Mogen we de peilingen geloven, dan zou kandidaat Zemmour volgend jaar kunnen rekenen op zo’n 17 procent van de stemmen, iets meer dan Marine Le Pen. Zij gaat er inmiddels wat harder tegenaan om niet al te gematigd over te komen. Zo beweerde ze laatst dat ‘buitenlanders’ in 2014 schuldig waren aan 52 procent van alle verkrachtingen in Parijs, een uitspraak die zo van haar vader Jean-Marie afkomstig kon zijn.
Een bizarre wending in de rivaliteit bij uiterst rechts, met de aantekening dat Zemmour zich nog niet officieel kandidaat heeft gesteld. Maar de drukbezochte signeersessies voor zijn laatste boek, La France n’a pas dit son dernier mot, lijken erg op verkiezingsbijeenkomsten, op erediensten aan de man die zorgt voor wat pit in de Franse politiek.
Opgegroeid in een voorstad van Parijs
Zemmour is 63 jaar. Zijn ouders zijn Algerijnse Joden die in 1952 naar Frankrijk emigreerden, het koloniale ‘moederland’. Ze zijn dus pieds-noirs, uit Algerije vertrokken of verbannen Fransen. Ze streken neer in Montreuil, een noordelijke voorstad van Parijs. Zemmour groeide er op en kijkt in interviews met Franse media positief terug op zijn jeugd in een tijd dat Joden en Arabieren in zulke plaatsen vreedzaam samenleefden. Zijn vader had in zowel Algerije als Frankrijk Arabische vrienden, de scheiding tussen beide identiteiten was veel minder scherp dan nu en ook de Algerijnse Onafhankelijkheidsoorlog (1954-1962) was niet van grote invloed op het samenleven tussen Joden en Arabieren in de banlieues van Parijs en andere steden.
Dat veranderde, niet alleen volgens Zemmour, met de massale immigratie uit voormalige Franse koloniën die aan het begin van de jaren zeventig begon en tot de dag van vandaag gereduceerd aanhoudt, vooral in de vorm van gezinshereniging. Met als gevolg dat blanken in plaatsen als Montreuil inmiddels goeddeels zijn vervangen door Arabische en Afrikaanse immigranten en hun nakomelingen, van wie sommigen vatbaar bleken voor islamitisch extremisme. Voor Joden is het in zulke voorsteden inmiddels onprettig toeven, dat moeten ook Zemmour-haters toegeven. Zij wonen daar in de regel niet, aanhangers van Zemmour wel, of ze vereenzelvigen zich met die benarde Joodse minderheid.
De Franse identiteit en de islam gaan niet samen, zegt Zemmour
Daarin zit mogelijk de kern van Zemmours populariteit, net als in zijn gebrek aan schroom om een link te leggen tussen terreur en immigratie. De Fransen zijn dezer dagen getuige van het proces tegen een vermeende dader, en zijn helpers, van de aanslagen in Parijs in november 2015. Alle verdachten zijn nazaten van immigranten uit Arabische landen. Bijna alle aanslagen op Fransen, zoals op de leraar Samuel Paty en dezer dagen op politieagenten in Cannes, zijn gepleegd door al dan niet legale migranten, hun nakomelingen of asielzoekers.
EW interviewde Zemmour in 2018: ‘Een burgeroorlog is onvermijdelijk’
Volgens Zemmour gaan de Franse identiteit en de islam niet samen en hij bespot Marine Le Pen die zo’n synthese wel mogelijk acht. Hij raakt daarmee een gevoelige snaar bij Franse Joden die in 2004 weliswaar het advies van de Israëlische premier Ariel Sharon negeerden om ‘onmiddellijk’ naar Israël te emigreren, maar er wel rekening mee blijven houden.
‘Een Frankrijk zonder Joden is Frankrijk niet meer,’ zei de toenmalige premier Manuel Valls in 2015 na de aanslag op een Joodse supermarkt in Parijs. Sindsdien is het klimaat voor Joden er niet beter op geworden. De Franse journaliste Noémie Halioua: ‘Veel Joden uit Noord-Afrika, vooral wanneer ze afkomstig zijn uit volkse milieus, zien in Zemmour de laatste kans om ballingschap, om verdwijning, te voorkomen.’