Diverse Europese leiders zijn druk bezig China ervan te overtuigen Rusland niet militair te steunen. Zij overschatten hun eigen invloed schromelijk, schrijft Jonathan Holslag. Als de Chinezen zich inhouden, is dat uit vrees voor Amerika en om de eigen economie te beschermen.
Deze week reist de Spaanse premier Pedro Sánchez naar China om er met de regering te praten over de oorlog in Oekraïne. Peking kan de rode loper maar beter laten liggen, want nog een handvol andere Europese politici zal er de komende weken acte de présence geven. Emmanuel Macron en Ursula von der Leyen zijn de volgenden in de rij. Zij willen China ‘onder druk zetten’ met betrekking tot Rusland. Die zogenoemde druk zal echter niet meteen het verschil maken.
Om te beginnen beseffen de Chinezen nu al dat zij een hoge prijs zullen betalen indien zij zware wapens leveren aan Rusland. Daarbij kijken zij vooral naar de Verenigde Staten, maar ook naar het Zuiden. Landen in het Zuiden proberen neutraal te blijven en hebben weinig op met de houding van het Westen. Maar ze willen ook niet dat het conflict uit de hand loopt en hun fragiele economieën verder ontwricht. De invloed van de Verenigde Staten en die van het Zuiden zijn doorslaggevender dan die van Europa.
Nucleaire escalatie voorkomen is eigenbelang voor China
Verder hebben de Chinezen Rusland keer op keer op het hart gedrukt geen kernwapens te gebruiken. Niet omdat de Europeanen dat vragen, maar omdat dat overeenstemt met het Chinese eigenbelang. Nucleaire escalatie is niet alleen bijzonder gevaarlijk, zij zal ook meteen duidelijk maken dat de Chinese nucleaire wapens en de verdediging ertegen nog een aantal gaten vertonen. Wederom zal Europa in die overweging weinig verschil maken.
Verder maakt China zich geen illusies over Europa. De komende jaren zal het blijven profiteren van de Europese technologie en afzetmarkt. Maar het erkent dat Europa op langere termijn een moeilijkere economische partner zal worden. Vooral omdat de Amerikanen daarop aansturen. De weigering van de Nederlandse regering om gesofisticeerde ASML-chipmachines uit te voeren is daarvan alvast een voorbeeld.
Poetin is nog geen Chinese handpop
Tot slot kent ook de invloed van China op Rusland beperkingen. Dat klinkt misschien vreemd, waar China’s diplomatieke en economische steun voor Rusland onmisbaar zijn. Toch is Poetin nog geen Chinese handpop. Rusland beseft goed wat het China te bieden heeft: energie, rugdekking in het geval van een conflict met Amerika en nog steeds een verpletterend kernwapenarsenaal.
De Chinezen zullen zich de Europese aandacht laten welgevallen. Maar Europa is voor Peking in het beste geval een nuttig randverschijnsel geworden. ‘Balancerend tussen heden en verleden,’ schreef de jonge rechtenprofessor Zhang Yongle onlangs, ‘zien we Europa in een hulpeloosheid die gevoed wordt door cynisme, melancholie en inertie.’ Als de Europese leiders iets willen betekenen in China, is het niet door als ridder op het witte paard naar Peking te galopperen, maar door te bewijzen dat zij de inertie thuis kunnen overwinnen.