Russen bedreigen westerse kabels: beveiliging Noordzee is cruciaal

Windpark voor kust Den Haag-Zandvoort. Foto:ANP JEFFREY GROENEWEG

Rond windmolenparken ligt de Noordzeebodem vol met cruciale communicatie- en stroomkabels. Steeds vaker worden in die omgeving Russische onderzeeboten gespot. Een gevaar voor de energievoorziening en nationale veiligheid van westerse landen, dat forse investeringen vergt, schrijft Jonathan Holslag.

‘We hebben ze te lang laten begaan,’ sprak een Franse admiraal tijdens een vergadering in de Britse marinestad Portsmouth. Dat was in 2017 en de hoge officier verwees toen naar Russische marineschepen die steeds vaker nabij onderzeese kabels werden aangetroffen. Aanvankelijk waren dat vooral telecommunicatiekabels, maar de laatste jaren doemen de Russen ook vaak op nabij elektriciteitskabels. Nu we onszelf afhankelijker maken van wind op de Noordzee, dient zich dus ook de uitdaging aan om die kabels beter te beveiligen.

Na annexatie Krim waren Russische ‘onderzoeksschepen’ al in Noordzee

Het waren de Amerikanen die rond 2015 het eerst publiek waarschuwden voor Russische onderzeeboten nabij de kabels op de bodem van de Atlantische Oceaan. Vooral na de annexatie van de Krim waagden Russische oppervlakteschepen zich ook veelvuldig in de Noordzee. Officieel gaat het steeds om onderzoeksschepen, zoals de Yantar, de Boris Petrov, de Yuriy Ivanov en de Admiral Vladimirsky.

Ze houden zich op net buiten de kustwateren die zich 12 mijl van de kust uitstrekken en hebben het recht om daar te varen. Het kostte enige tijd voordat het risico van die schepen in Europa doordrong en in politieke kringen werd er aanvankelijk erg lauw gereageerd op waarschuwingen dat die schepen een rol zouden kunnen spelen bij spionage en sabotage. Toen in 2017 werd begonnen met de aanleg van de Nemo-kabel die stroom tussen België en het Verenigd Koninkrijk vervoert, was er weinig belangstelling voor wat de Russen met zulke verbindingen zouden kunnen uitrichten.

Luisterden Russen af? Plaatsten ze explosieven? Lastig om uit te zoeken

Nederland en België stuurden weliswaar vaak hun patrouilleschepen op de Russen af, maar zeker in de eerste jaren was het lastig om uit te zoeken waar de Russen precies mee bezig waren. Feit is dat we dat eigenlijk nog steeds niet echt weten. Waren de Russen daar om communicatie af te luisteren? Legden zij explosieven langs de communicatie- en elektriciteitsnetwerken? We weten het niet en het is in het brakke water van de Noordzee ook lastig dat nu nog uit te zoeken. De laatste jaren staan onze marines op scherp, maar het blijft lastig, zoals ook vorig jaar, toen een Russisch schip urenlang rond Nederlandse en Belgische windmolenparken voer.

Op zich kunnen de netwerken wel wat hebben. Als een kabel uitvalt, zijn er doorgaans alternatieven. Maar het risico blijft bestaan. Frankrijk trekt tientallen miljoenen uit voor onbemande tuigen om de kabels te inspecteren en sensoren op de zeebodem. De Noordzee heeft nog steeds een oppervlakte die ongeveer even groot is als die van het Franse vasteland. De Noordzee patrouilleren, is als heel Frankrijk afspeuren naar een boef met een handvol politiewagens en een helikopter. Het beveiligen van de windmolenparken op de Noordzee zal forse investeringen vergen.