Dat de in hoger beroep tot twintig jaar veroordeelde Surinaamse oud-president Desi Bouterse zich vrijdag zelf bij de gevangenis moet melden, is een volstrekt verkeerd signaal. Justitie had hem meteen moeten oppakken nadat hij afzag van gratie. Hij kan alsnog vluchten en zijn aanhang kan hem demonstratief naar de gevangenis begeleiden en voor onrust zorgen, vreest Gerlof Leistra.
Meteen na de veroordeling in hoger beroep van Desi Bouterse als opdrachtgever van de Decembermoorden in 1982 – waarbij vijftien tegenstanders van zijn regime zonder enige vorm van proces werden geëxecuteerd – was de vraag of en wanneer hij zou worden aangehouden. Het Openbaar Ministerie had geen gevangenhouding gevorderd, maar dat was ook niet nodig: het vonnis was direct uitvoerbaar.
Vonnis moet worden uitgevoerd
Zelf beweerde Bouterse dat er achter de schermen met de regering werd onderhandeld over faciliteiten voor zijn detentie, maar dat sprak president Chan Santokhi meteen tegen. Die benadrukte dat het vonnis van de rechter gewoon moet worden uitgevoerd. Juist door die dappere houding van Santokhi roept het vragen op dat Bouterse de kans is geboden om zichzelf te melden.
Het risico is allesbehalve uitgesloten dat de man die een massamoord op zijn geweten heeft op de valreep de benen neemt naar een natie waarmee Suriname geen uitleveringsverdrag heeft. Ook bestaat de kans dat bewapende aanhangers van Bouterse het moment aangrijpen om chaos te veroorzaken en mogelijk zelfs een coup willen plegen om hun leider uit de gevangenis te houden.
Verkeerd signaal aan samenleving
Maar het is ook een verkeerd signaal aan de samenleving. De mogelijkheid om zichzelf te melden is alleen bedoeld voor kortgestraften die geen enkel (vlucht)gevaar opleveren en wiens zaak de samenleving niet ernstig heeft geschokt.
De definitieve veroordeling van Bouterse is van grote historische betekenis en wordt gevierd als een overwinning voor de rechtsstaat. Nu nog zorgen dat hij achter de tralies belandt. Pas dan kan Suriname met opgeheven hoofd verder.