De Amerikanen wacht een lange verkiezingscampagne. Donald Trump en Joe Biden zullen opnieuw uitvechten wie de nieuwe president wordt. Zeer kleine aantallen kiezers kunnen het verschil maken, schrijft Victor Pak.
Verkiezingscampagnes in de Verenigde Staten duren altijd lang. Het land verkeert in een haast permanente campagnestand. Maar de campagne van 2024 zal de boeken ingaan als de langste in zeker vijftig jaar. Niet eerder sinds het huidige systeem van voorverkiezingen werd ingevoerd (1972) was al zo vroeg in het jaar duidelijk welke twee kandidaten om het presidentschap zullen strijden.
Na Super Tuesday, dinsdag 5 maart, is al het verzet tegen Donald Trump bij de Republikeinen gestaakt. Nikki Haley verloor opnieuw en schortte haar campagne tegen Trump op. Democraat Joe Biden had überhaupt geen serieuze interne concurrentie. Alleen in 2000 was het al na Super Tuesday – dat toen een paar dagen later in het jaar viel – duidelijk welke Democraat en Republikein het tegen elkaar zouden opnemen.
De ironie wil dat Biden en Trump geen uitgebreide introductie behoeven. De twee kandidaten zijn al lang en breed gewogen door de kiezer, en hun oordeel is niet bepaald positief: 55 procent is negatief over Biden, bij Trump is dit 52 procent. Ze moeten er dus eigenlijk voor zorgen om net wat minder impopulair te zijn dan de ander.
Kleine aantallen kiezers doen ertoe
Cruciaal is welke kiezers 5 november het verschil zullen maken. In 2016 leerde Hillary Clinton een pijnlijke les: enkele tienduizenden stemmen kunnen bepalend zijn. In de staten Michigan, Pennsylvania en Wisconsin verloor ze respectievelijk met 11.000, 47.000 en 22.000 stemmen verschil van Trump. Biden wist in 2020 wel in deze staten te winnen van de Republikein.
De kleine marges in zulke swing states zijn dus van groot belang. Vandaar dat Biden direct na Super Tuesday een uitnodigende toon aansloeg in de richting van de kiezers van Republikein Haley: ‘Voor hen is plaats in mijn campagne.’
Trump doet geen moeite voor Haley’s kiezers
Trumps reactie was een heel andere. Hij haalde uit naar Haley en stelde dat veel van haar aanhangers, ‘tot wel de helft’, eigenlijk linkse Democraten zijn. Een grove overschatting. Maar zelfs als het waar was, had Trump er verstandig aan gedaan een vriendelijke toon aan te slaan. Zoals Biden deed.
Zo behaalde Haley bij de voorverkiezingen in Michigan, waar 10 miljoen mensen wonen, liefst 240.000 stemmen tijdens de voorverkiezingen. Zelfs de helft daarvan is al een veel groter aantal dan het totale stemmenverschil (80.000) in Michigan, Pennsylvania en Wisconsin tussen Clinton en Trump in 2016.
Het laat zien hoe zeer kleine groepen kiezers van cruciaal belang kunnen zijn. De presidentscampagnes zullen daarom focussen op de smalle marges in een handvol staten. En dan hopen de campagnemedewerkers maar dat ze zich niet blindstaren op de verkeerde gebieden.
Schrijf u in voor onze Amerika-nieuwsbrief
Blijf altijd op de hoogte van de laatste ontwikkelingen in Washington D.C. en de Verenigde Staten met de gratis nieuwsbrief American Dreamers.
