Hongarije wordt voorzitter van de Europese Unie in een tijd waarin radicaal-rechts overal in opkomst is en aan de macht komt, of wellicht gaat komen. In Hongarije is al veertien jaar zo’n partij aan de macht. Het land zou weleens een voorloper en inspirator in de westerse wereld kunnen blijken, schrijft Tibor Dessewffy.
Het belang van 2024 als ‘superverkiezingsjaar’ is toegenomen door de sterke opkomst van populistisch rechts. In Europa werd de toenemende steun voor radicaal-rechts bevestigd door de recente Europese Parlementsverkiezingen.
Radicaal-rechts overal in opmars
In Frankrijk heeft de verkiezingsuitslag president Emmanuel Macron aangespoord het parlement te ontbinden en nieuwe parlementsverkiezingen uit te schrijven – wat een radicale verschuiving zou kunnen inluiden in de politieke koers van Frankrijk en zijn relatie met de EU. De Oostenrijkse Vrijheidspartij ligt op koers om een grote zege te behalen tijdens de nationale verkiezingen in de herfst.
De Italiaanse premier Giorgia Meloni wordt alom geprezen als kingmaker van het volgende Europese parlement, na de onverbiddelijke opkomst van haar partij Broeders van Italië. In Duitsland ondermijnt de groei van het radicaal-rechtse AfD het gezag van de regerende SPD-coalitie.
En dit alles gaat vooraf aan de verwachte terugkeer van Donald Trump, die in de Verenigde Staten momenteel een nek-aan-nekrace voert met Joe Biden.
De verkiezingen winnen is voor deze partijen één ding, maar de macht behouden is een heel ander verhaal.
Orbán heeft al veertien jaar de macht
In Hongarije, onder premierschap van Viktor Orbán, zien populisten een actueel voorbeeld van hoe verkiezingswinst is om te zetten in langdurige politieke invloed.
Orbán is al veertien jaar premier van Hongarije, met een grondwettelijke meerderheid. Dit heeft hem uitzonderlijk veel macht gegeven om het land te hervormen naar zijn persoonlijke visie – en zijn premierschap laat zien hoe democratische instellingen vatbaar kunnen worden voor populistische strategieën.
Als we over Orbán spreken, moeten we eerst de kenmerken onderscheiden die moderne populisten nodig hebben om succes te behalen. De belangrijkste aspecten zijn een charismatische uitstraling en de gave om mensen te overtuigen met eenvoudige boodschappen. Die gaan over nationale trots, welvaart en de capaciteit zich te verdedigen tegen externe bedreigingen.
En, iets minder zichtbaar, expertise in het opzetten van een infrastructuur om niet alleen de politieke, maar ook de juridische en communicatiemiddelen van het land in de greep te houden.
Er zijn maar weinig hedendaagse populisten die beide eigenschappen bezitten. Jarosław Kaczyński, van de Poolse partij Recht en Rechtvaardigheid, slaagde erin de politieke infrastructuur te veroveren (2015-2023), maar het ontbrak hem uiteindelijk aan het benodigde charisma om aan de macht te blijven.
Project 2025
Iemand als Trump bezit beide kwaliteiten van een populist wel, maar worstelt met organisatie en de opbouw van een sterk systeem.
Om deze reden heeft het team achter de voormalige president ‘Project 2025’ geïntroduceerd en strategische veranderingen doorgevoerd om het pad te effenen naar een succesvollere tweede ambtstermijn.
De inspiratie voor deze initiatieven lijkt uit Hongarije te komen. Bijna dagelijks spreken Republikeinse aanhangers en mediabondgenoten vol lof over Orbán.
Senator J.D. Vance, die door velen wordt gezien als mogelijke running mate voor Trump in de presidentsverkiezingen, verklaarde onlangs dat de Verenigde Staten ‘veel zouden kunnen leren’ van Hongarije. Trump zelf verkondigde: ‘Er is niemand die beter, slimmer of een betere leider is dan Viktor Orbán. Hij is fantastisch.’
Deze lofzang illustreert de groeiende aantrekkingskracht van wat we het ‘draaiboek van Boedapest’ kunnen noemen – en het stappenplan dat het populistisch rechts verschaft voor behoud van de macht.
Bijna onbeperkte macht
De inhoud omvat manipulatie van het kiesstelsel en de kiesdistricten om de regerende partij in de kaart te spelen, inlichtingendiensten ondergeschikt te maken aan politieke controle, het Openbaar Ministerie op dezelfde lijn te krijgen als de politiek, de onafhankelijkheid van de rechterlijke macht te ondermijnen, het constitutionele hof uit te kleden en op te vullen met loyalisten, en tot slot de media onder controle te krijgen via een propagandaministerie.
Samen kunnen deze maatregelen bijna onbeperkte macht opleveren en een aspirant-autocraat helpen zijn invloed lange tijd te behouden, terwijl de onafhankelijkheid van democratische instellingen geleidelijk afbrokkelt.
Orbáns succes is voor een groot deel te danken aan zijn vermogen om impopulaire maatregelen te vermijden en tegelijk een nieuw beleid te voeren dat de traditionele links-rechts-beperkingen overstijgt.
Dit resulteert in een politieke infrastructuur gebaseerd op persoonlijke contacten, die de onafhankelijkheid van staatsinstellingen en regelgevende instanties tenietdoet. In Hongarije wordt elke belangrijke instelling tegenwoordig geleid door iemand die door Orbán persoonlijk is uitgekozen.
Nieuwe economische elite
Deze ‘machtsfabriek’, zoals analisten het noemen, is een goed geoliede machine. Péter Polt, een bondgenoot van de premier en procureur-generaal van Hongarije, is ervan beschuldigd dat hij afzag van strafvervolging in zaken waarbij Orbáns vertrouwelingen betrokken waren. Antal Rogán, bekend als Orbáns propagandaminister, kreeg de leiding over de civiele inlichtingendiensten van het land. ‘Nu kan ik praktisch alles zien wat ik wil,’ zei Rogán in een zeldzaam interview.
Politieke macht omzetten in economische macht is een cruciale stap. Dit gaat veel verder dan alledaagse corruptie: het is gericht op het hervormen van de sociale structuur.
De totstandkoming van een nieuwe economische elite blijkt uit het voorbeeld van Lőrinc Mészáros, een jeugdvriend van Orbán van eenvoudige komaf, die is opgeklommen en nu de rijkste man van Hongarije is. Hij is tevens bemiddelaar van Russische financiering voor gelijkgestemde populisten, onder wie Marine le Pen in Frankrijk en Orbáns schoonzoon István Tiborcz. Beiden hebben zichzelf naar verluidt verrijkt dankzij lucratieve staatscontracten, gesteund door de EU.
‘Verraders’
Retorisch gezien is de bedoeling een voortdurende staat van strijd te creëren door constant externe en interne vijanden aan te wijzen, zodat leiders zich kunnen voordoen als de ‘heldhaftige beschermers’ van het volk. Door de oppositie te bestempelen als ‘verraders’ en ‘vijanden van het volk’ wordt hun positie versterkt.
Orbán beweert vaak dat Hongarije in een existentiële strijd is verwikkeld met Brussel en andere internationale mogendheden, en gebruikt ‘nationale consultaties’ om zijn standpunt te bekrachtigen.
Deze raadplegingen, die de illusie van democratie wekken, bevatten steevast suggestieve vragen en schuiven de schuld voor tekortkomingen van de regering af op personen als Ursula von der Leyen en George Soros – toch al vaak het doelwit van door de staat gesteunde lastercampagnes. Ongetwijfeld behoren elementen van deze retoriek al tot het arsenaal van andere populisten, maar een volwassen ‘machtsfabriek’ is voor de meesten nog een ambitieus toekomstbeeld.
Een mogelijk omslagpunt voor populistisch rechts in Europa, en de dreigende terugkeer van Donald Trump in de Verenigde Staten, maken analyse van het ‘draaiboek van Boedapest’ bijzonder relevant.
Orbáns ondermijning van de Hongaarse democratie, in iets meer dan een decennium, laat zien hoe snel een politieke overname kan plaatsvinden. Het schetst ook een vooruitzicht van een opkomende bredere, nieuwe illiberale internationale beweging die is geïnspireerd op de Hongaarse politiek.