Met de Kerstdagen op komst, heeft NAVO-chef Mark Rutte een sombere boodschap. Als de NAVO-landen niet snel veel meer en slimmer gaan investeren in defensie, kan het aan het eind van het decennium gedaan zijn met het vieren van Kerstmis in vrijheid.
De vrijheid en democratie in het Westen worden bedreigd, maar we steken onze kop in het zand. ‘Op één dag rijden vallen Russische bommen, vliegen Iraanse drones en vechten Noord-Koreaanse militairen. We zouden ten diepste bezorgd moeten zijn.’
Zo begon NAVO-chef Mark Rutte zijn toespraak voor denktank Carnegie Europe in Brussel, donderdagmiddag 12 december. ‘Met 1 miljoen doden op onze drempel is er geen tijd te verliezen.’
Rutte: ‘We zijn niet voorbereid’
Het was de eerste keer sinds zijn aantreden op 1 oktober dat Rutte zich richtte tot het ‘grote publiek’. Hij wendde zich tot de bevolking van de NAVO-landen. ‘We zijn niet voorbereid op wat er over vier tot vijf jaar op ons afkomt. Rusland bereidt zich voor op een langdurige confrontatie met Oekraïne, en met ons.’
Tot nu toe kwamen de harde waarschuwingen vooral van Rob Bauer, tot januari de hoogste militair in het bondgenootschap. Dat de politieke baas van de NAVO nu ook zulke duidelijke taal spreekt, geeft aan hoe kritiek de situatie is. Wie de indrukwekkende speech wil nalezen (doe dat vooral), kan dat hier doen.
‘Het is tijd dat we ons geestelijk instellen op oorlog’
‘We zijn niet in oorlog, maar we hebben ook zeker geen vrede,’ waarschuwde Rutte. ‘We kunnen de volgende grote oorlog op NAVO-grondgebied voorkomen en onze manier van leven behouden. Dat vereist dat we sneller en krachtiger zijn. Het is tijd dat we ons geestelijk instellen op oorlog.’
Terecht. Rusland, China, Noord-Korea en Iran streven naar ondermijning van Noord-Amerika en Europa. Rutte: ‘Ze bedreigen onze vrijheid. Ze willen de wereldorde veranderen. Niet om die orde eerlijker te maken, maar om hun eigen invloedssfeer veilig te stellen. Ze stellen ons op de proef, en de rest van wereld kijkt toe.’
2 procent voor defensie is veel te weinig
De NAVO-landen moeten nu minimaal 2 procent van het nationaal inkomen aan defensie uitgeven – wat ze nog lang niet allemaal doen. Die 2 procent is veel te weinig, zei Rutte. Hij wilde geen nieuw percentage noemen. Wel zei hij dat als de Europese NAVO-landen niet slimmer samenwerken, het naar minimaal 4 procent moet. Rutte is ‘geschrokken’ van de situatie die hij aantrof bij de NAVO, zei hij na de toespraak tegen de Nederlandse pers.
Het gaat niet alleen om meer publiek geld. De generaals in Europa moeten eindelijk eens de handen ineenslaan en gemeenschappelijke standaarden voor munitie en materieel vaststellen. Overheden moeten langdurige contracten aanbieden aan wapen- en munitiefabrikanten, zodat het voor hen aantrekkelijk wordt om nieuwe productielijnen in te richten. De defensie-industrie moet durven innoveren. En financiële instellingen zoals banken en pensioenfondsen moeten in wapens en munitie investeren, in plaats van zich verschuilen achter ethische overwegingen.
Teken van wanhoop
Meer geld voor defensie betekent ook minder geld voor andere zaken. Maar met een klein deel van het geld dat wordt besteed aan sociale voorzieningen, onderwijs en gezondheidszorg, kan de veiligheid op lange termijn worden geborgd, zei Rutte.
Dat Rutte zich zo nadrukkelijk tot de Europese kiezers richt, kan ook worden gezien als teken van wanhoop. De meeste regeringen zijn bezig met overleving op korte termijn, en meer geld naar defensie betekent minder leuke dingen voor de kiezers. ‘Maar ouders en grootouders zullen kiezen voor de toekomst voor hun kinderen en daarvoor graag iets inleveren van hun welvaart,’ zei Rutte. En daarmee heeft hij groot gelijk.