Het voorstel voor de meerjarenbegroting van de Europese Unie voor de periode 2028-2034 spreekt boekdelen: Brussel wil veel meer geld van de lidstaten en dus meer – gecentraliseerde – macht. Dit keer biedt de geopolitieke turbulentie het gewenste excuus.
Het was een duizelingwekkende presentatie aan de pers, woensdag. Europese Commissievoorzitter Ursula von der Leyen goochelde met bedragen van honderden miljarden euro’s, oude fondsen in nieuwe jasjes en nieuwe programma’s die oude opslokken – en dat alles onder het motto van ‘versimpeling’ en ‘flexibilisering’.
De Brusselse onderhandelaars hadden tot het laatste moment zo heftig zitten schuiven met de gewenste miljarden, dat Von der Leyen bij vrijwel alle vragen moest doorverwijzen naar een ‘technische briefing’ later op de dag.
Dat de bedragen niet optelden tot de 1.816 miljard euro die de Commissie op de eerste slide had staan – dat was gedoe voor kniesoren. En zaten rente en afbetaling van het coronaherstelfonds nou wel of niet in het totaalbedrag (het gaat om zeven jaar lang een bedrag van 25 tot 30 miljard euro per jaar)? Nee dus.
Ach… Zelfs de ambassadeurs bij de EU hadden de exacte bedragen nog niet ontvangen op het moment van de persconferentie.
Brussel wil zo’n 2.000 miljard uitgeven
Toen de rookwolken van verwarring deels waren opgetrokken, bleef grosso modo dit staan: Brussel wil in de volgende begrotingsperiode zo’n 2.000 miljard uitgeven (dat is twee keer het nationaal inkomen van Nederland).
Daarvan komt zo’n 1.500 miljard van de lidstaten en 500 miljard uit eigen middelen, zoals invoerrechten, plastic-afdracht en btw-afdracht. Daar komen inkomsten uit het grenskoolstofcorrectiemechanisme CBAM bij, de opbrengsten van het emissiehandelssysteem en die uit een nieuwe Europese minimumbelasting voor multinationals.
Bovendien wil de EU 20 miljard ophalen met een Europabrede tabaktaks.
EU wil meer geld voor defensie, economie en migratie
De huidige meerjarenbegroting van de Europese Unie is 1.200 miljard euro. Voor de periode na 2028 wil Brussel 800 miljard meer.
De voorzitter van de Europese Commissie verdedigt de veel hogere begroting door te benadrukken dat zij veel meer geld wil vrijmaken voor defensie, economie en migratie. Het budget voor grensbewaking wil ze bijvoorbeeld verdriedubbelen. Niet raar, gezien de ambities met het Asiel- en Migratiepact.
Er moet ook een industriefonds komen van ruim 400 miljard euro. Dit fonds moet het Europese bedrijfsleven versterken, vooral nieuwe techsectoren, maar ook de defensie-industrie. Voor internationale samenwerking en humanitaire hulp moet 200 miljard euro beschikbaar komen. Een flink deel van dit ‘Global Europe’-fonds is bestemd voor Afrikaanse landen die meewerken om migranten uit Europa terug te nemen en om migratie naar Europa tegen te gaan.
Bovenop de 2.000 miljard euro wil de Commissie 100 miljard euro voor Oekraïne. Ook wil zij een ‘crisismechanisme’ waarmee Brussel geld kan lenen op de financiële markten bij onvoorziene noodsituaties. Dit zijn eurobonds. Het gaat hier in principe om ‘loans for loans’, en niet om ‘loans for gifts’ zoals het grootste deel van het coronaherstelfonds.
De EU-lidstaten gaan de komende jaren onderhandelen met Brussel over de definitieve begroting. Landen kunnen daarbij met een veto dreigen.
Nederland gaat per jaar zo’n 3 miljard euro meer afdragen
Voor Nederland betekent een en ander een afdracht van 1,26 procent van het huidige nationaal inkomen van 1.000 miljard: reken maar op 13 miljard euro per jaar. Nu betaalt Nederland jaarlijks zo’n 10 miljard aan Brussel.
Minister Eelco Heinen (Financiën, VVD) is alvast not amused: ‘Europa is belangrijk voor onze welvaart, maar de voorgestelde begroting is echt te hoog. De discussie moet niet gaan over hoe de EU meer kan uitgeven, maar over hoe het geld beter kan worden uitgegeven. Nederland draagt financieel al heel veel af aan Europa.’
De messen in het Parlement zijn al geslepen
Ook het Europees Parlement kan de plannen van de Commissie nog versjteren. Aan het eind van het onderhandelingsproces moeten de volksvertegenwoordigers hun goedkeuring geven. De messen zijn al geslepen.
Verzet tegen de hoogte van het budget valt van links en het centrum niet te verwachten. Maar wel zullen zij er alles aan doen om de landbouw- en cohesiefondsen (cohesiegeld gaat naar achterblijvende regio’s) intact te houden.
De Commissie wil die twee samenvoegen tot ‘nationale en regionale partnerschapsplannen’, waarin 865 miljard euro komt. Traditioneel waren landbouw en cohesie elk goed voor eenderde van de begroting. Beide aandelen worden nu iets kleiner.
Het nut van de cohesiefondsen staat al lang ter discussie. Maar daar een streep doorheen zetten, of fors erop bezuinigen: in de Brusselse logica van meer, meer, meer passen dat soort maatregelen niet.
