Europa staat opnieuw onder de dreiging van oorlog. Historische parallellen tonen hoe de grillen van leiders als Hitler en Poetin miljoenenlevens bepalen, schrijft Pieter Waterdrinker.
Het spook van een grote oorlog waart nog altijd door Europa. Bijna vier jaar na de Russische invasie in Oekraïne is daaraan niets veranderd. Twintig jaar geleden, als ik in beschaafd gezelschap weleens begon over Die Welt von Gestern van Stefan Zweig, haalden de meesten de wenkbrauwen op. Stefan wie?
Schrijver noch boek was destijds breed bekend. Het is winst dat publicisten alom, ook jongere, Zweigs meesterlijke memoires de laatste jaren driftig lezen en citeren als waarschuwing hoe snel een stabiele, hecht verbonden wereld kan instorten door oorlog, nationalisme en extremisme. Zijn literaire getuigenis weerspiegelt onze eigen tijd van onzekerheid, polarisatie en dreigend verlies van democratische waarden.
Poetin is een politiek extremist, waarschuwt analist Morozov
‘Er ligt een eindeloze oorlog in het verschiet, zonder enig zicht op een einde,’ voorspelt de naar Praag uitgeweken Russische politiek analist Aleksandr Morozov. Over wat Poetin gaat doen, indien het Westen ertoe overgaat hem rechtstreeks militair of anderszins te bedreigen, is hij kort: ‘Misschien zal hij clownesk gaan doen, zich beledigd voelen of lachen.
Maar dat hij bang zou worden – dat is uitgesloten. Poetin is werkelijk een politiek extremist.’ Volgens Morozov schrijven we in internationale kwesties het Kremlin nog steeds rationaliteit toe.
‘Maar de huidige situatie toont aan dat Poetin tot het uiterste wil gaan.’
Hoe Virginia Cowles het lot van Europa vastlegde
Het irrationele, duistere, grillige en (dus) onvoorspelbare dat Poetin dagelijks uitstraalt, brengt me terug naar sommige passages in een ander favoriet boek.
Op oorlogspad, de in 1941 als Looking for Trouble uitgegeven oorlogsmemoires van Virginia Cowles. Deze Amerikaanse wierp zich als eind twintiger tijdens het interbellum zonder ervaring, slechts gewapend met hoge hakken, een typemachine en een fenomenaal waarnemingsvermogen, in de Spaanse Burgeroorlog (1936-1939), reisde af naar de Sovjet-Unie en deed onder meer verslag van de Fins-Russische Winteroorlog (1939-1940).

Ze behoorde tot het clubje nu legendarische vrouwelijke oorlogscorrespondenten als Lee Miller, Clare Hollingworth en Martha Gelhorn (de vrouw van Ernest Hemingway) die niet schroomden hun uiterlijke verschijning en seksualiteit in te zetten om zaken voor elkaar te krijgen en de juiste mensen te ontmoeten.
Een vorm van martiaal feminisme die sommigen nu misschien de wenkbrauwen doet fronsen. Cowles ontmoette in Spanje, Engeland, Duitsland, Italië, Frankrijk en Tsjechoslowakije zowat alle grote mannen van haar tijd, van Chamberlain tot Churchill, van Hitler en Goebbels tot Mussolini.
Ze was zich zeer bewust van de historische rol die ze bij het bepalen van het nabije lot van Europa op dat moment speelden. Onvergetelijk toont ze aan hoezeer karaktereigenschappen van één persoon, zijn overtuigingen en grillen, het lot van miljoenen mensen kunnen bepalen.
Het is goed dat te beseffen, nu Poetin, Trump, Xi en Modi, en Europese leiders als Macron, Merz en Starmer, al drieënhalf jaar verwikkeld lijken in een geopolitieke dans rond Oekraïne, waar ook een leider zit met een eigen psyche: Volodymyr Zelensky.
De erfenis van appeasement drukt nog steeds op Britse leiders
Op bezoek op het landgoed van Winston Churchill, dan nog gewoon lid van het Lagerhuis, zet Cowles hem neer als fel opposant van premier Chamberlains appeasement-politiek jegens Hitler, wat in 1938 in München uitliep op het verraad van Tsjechoslowakije en in 1939, met de Duitse inval in Polen, tot de Tweede Wereldoorlog. Bewapening, bewapening, en nog eens bewapening.
Dat was in de jaren ervoor de mantra van een groot deel van de Britse elite, die bereid was te vechten. Het verklaart het gedrag van Boris Johnson en de huidige premier Keir Starmer: de angst om door te gaan voor appeaser, defaitist.
Hitlers imitaties en het banale gezicht van extremisme
Als Cowles in 1938 via een Engelse vriendin die sinds haar puberteit idolaat is van Adolf Hitler, op een feestje na afloop van de Reichsparteitag in Neurenberg de Führer ontmoet, wordt ze getroffen door zijn onopvallendheid.
Dat was al vaker over Hitler gezegd. Maar als haar vriendin, Unity Mitford, na een privébezoek aan Hitler haar verslag uitbrengt, meldt ze dat de dictator er simpelweg van genoot dat de wereld voor hem sidder-de. Volgens haar had Hitler ook gevoel voor humor en gaf hij vaak imitaties ten beste van Göring, Goebbels en Himmler. ‘En soms imiteert hij zichzelf.’
Was hij geen Führer geworden, dan misschien wel succesvol variétéartiest. ‘Maar wat hij nog het leukste vindt, is de opwinding. Anders gaat hij zich vervelen.’
Wanneer kogels fluiten om verveling te verdrijven
Oorlog, vernietiging en massamoord als panacee tegen de verveling. Het lijkt absurd, maar tijdens zijn eindejaarspersconferentie afgelopen december meldde ook Poetin dat wanneer alles rustig, stabiel en afgemeten is, de mensen zich maar gaan vervelen. Volgens hem verlangden de Russen naar beweging en actie. Zodra die actie begint ‘fluiten de kogels dan om de oren’.
Dat was eng, maar volgens Poetin ‘niet al te eng’. Een macaber beeld om te benadrukken dat stagnatie voor een land gevaarlijker is dan een conflict, dat de oorlog tegen Kyiv Rusland juist veerkracht en groei heeft gebracht.
Stalin toen, Poetin nu: dezelfde logica van vernietiging
Als de huidige oorlog tegen Oekraïne ooit eindigt, komt dat (wederom) door de inspanningen van individuen, niet door collectieven. In haar menselijke, vaak nuchter opgetekende verhalen lezen we bij Cowles over een tijd waarin de parallellen met nu voor het oprapen liggen.
Want is de door Rusland in 2022 begonnen oorlog anders dan een verre nakomeling van de Fins-Russische Winteroorlog, waarbij Moskou eveneens dacht zijn buurland binnen een paar dagen omver te lopen? Stalin zette zijn campagne door, ten koste van immense verliezen.
Zoals Poetin nu. Aleksandr Morozov meldt ons vanuit Praag uiterst somber dat Trumps recente vredesinitiatieven op Alaska en in Washington zijn mislukt. ‘Wie nog hoopt dat men druk kan uitoefenen op het Kremlin om het tot een compromis te dwingen, is simpelweg naïef. Nee, dat gaat niet gebeuren. Europa zal in de nabije toekomst moeten vechten – en daarop moet men zich voorbereiden.’
Hij voorspelt dus, in gewonemensentaal, oorlog. De grillen van één man kunnen het lot bepalen van miljoenen. Karaktereigenschappen van helden als Churchill en schurken als Hitler en Stalin vormen een spiegel om de gruwelen in Oekraïne beter te begrijpen.